Ex-brandweercommandant De Sneyder wast handen in onschuld

Charles De Sneyder, die negen jaar lang aan het roer stond bij de Brusselse brandweer, schudde dinsdag in de hoorzitting in het parlement over malversaties binnen zijn korps alle beschuldigingen van zich af. Zijn kredietkaart had hij nooit ongeoorloofd gebruikt, over wantoestanden bij de openbare aanbestedingen had hij geen weet, en de mentaliteit binnen het korps was "altijd al rot".

De Sneyder leidde de Brusselse brandweer van 2006 tot hij in 2014 na net geen 40 jaar dienst met pensioen ging.

De misstanden bij de openbare aanbestedingen waarover het Rekenhof recent rapporteerde vonden grotendeels plaats tijdens zijn ambtstermijn, en deels ook onder 'tussenpaus' Ivo Devijver, de voorganger van huidig korpschef Tanguy du Bus de Warnaffe.

Maar voormalige korpschef De Sneyder heeft geen problemen gemerkt, hij volgde de aankopen ook niet op. Als er al laksheid in de procedures was geslopen, wijt De Sneyder dat aan het feit dat zijn hele directiekader al heel snel leegliep, en hij er alleen voorstond. "Het waren vier officieren die zich bezighielden met de openbare aanbestedingen. Zeker drie van die vier hebben opleidingen gevolgd om zich te vervolmaken in de regels rond overheidsopdrachten."

Kredietkaart

Een kredietkaart, die had hij wel, in tegenstelling tot zijn opvolger Ivo Devijver. "Maar de uitgaven die ik met die kaart deed, waren altijd gerechtvaardigd. Ik had een budget aan representatiekosten waar ik altijd binnen ben gebleven. En soms schoot ik er ook benzine mee voor als we in het buitenland waren, of betaalde ik aankopen voor de brandweer die via internet moesten gebeuren."

Een officier die er een eigen bedrijf op nahield, werd op het matje geroepen zodra dat ontdekt was. Of die officier dan ook een sanctie had gekregen? "Ik denk het niet."

Op een vraag over de heisa en de beruchte popverbranding van een beeltenis van administratief directeur Chantal Jordan, antwoordde De Sneyder dat hij in 40 jaar brandweer altijd stakingen had gekend. "Tot ik eens met een collega voor een autopomp stond en we bijna overreden werden. Dan heb je wel begrepen dat je beter uit de weg gaat en niet langer de struise uithangt."

Parlementslid Fouad Ahidar (SP.A) citeerde een interview met De Sneyder van BRUZZ uit 2010, waarin de brandweerchef zegt dat de mentaliteit van het korps rot is. "U stond bijna tien jaar aan het hoofd van de brandweer, bent u niet medeverantwoordelijk voor wat er vandaag aan de gang is?" De Sneyder ontweek de vraag, maar antwoordde wel op andere vragen van Ahidar. "Ik kan mij geen gevallen van persoonlijke verrijking herinneren. Er zijn voor zover ik weet geen disciplinaire procedures gestart. En die rotte mentaliteit, dat was een werkelijkheid, dat is nog zo."

Geklaagd of niet

Op een bepaald moment stelde parlementslid Alain Destexhe (MR) vragen. "Heeft u ooit geprotesteerd bij de bevoegde overheid over het gebrek aan administratief personeel, of kwam dat tekort u eigenlijk wel goed uit?" "Ik had het al druk genoeg met het tekort aan operationeel personeel, we konden geen volledige dienstverlening verzekeren." "Dus u heeft niet geprotesteerd?" Waarop De Sneyder zijn eerdere antwoord herhaalde.

Fouad Ahidar keerde terug naar het Bruzz-artikel uit 2010. "Daar zegt u dat u zelf alle aankopen tot de laatste cent beheert, en in tegenstelling tot uw voorganger voor alle aankopen toestemming moet vragen aan de bevoegde minister. En toch ontdekte het Rekenhof later al die problemen. Dat betekent dus dat de schuld bij de minister ligt?"