Niet alleen het stadion, maar ook een school, een laan en een square werden naar Edmond Machtens genoemd. Machtens heeft flink zijn stempel op Molenbeek gedrukt, maar de bevolking gunde hem ook de nodige tijd: veertig jaar burgemeesterschap.
Het is koud die zaterdagochtend 9 december 1978 als een enorme massa de laatste eer bewijst aan de socialistische burgemeester Edmond Machtens in de Salle des pas-perdus van het Molenbeekse gemeentehuis. Het gemeenteplein loopt langzaam leeg als de duizenden inwoners van Molenbeek de rouwstoet volgen naar de gemeentelijke begraafplaats. In de verte luiden de klokken van de Onze-Lieve-Vrouw-Middelareskerk. Pastoor Lode Stoffels wil op zijn manier hulde brengen aan een man die zijn geloof niet deelde. De scene - die boekdelen spreekt - staat beschreven in een nummer van het tijdschrift Molenbecca uit 2009 dat aan Edmond Machtens gewijd is.
Edmond Machtens is de zoon van een eenvoudige bakkersgast die van Mechelen naar Molenbeek verhuisde. Hij brengt het tot verzekeringsinspecteur bij La Prévoyance Sociale, maar Edmond is ambitieus en blijft zich met avondlessen bijscholen. Hij komt de eerste keer in de gemeenteraad in 1932 omdat een partijgenoot zijn mandaat niet opneemt. Zeven jaar later wordt hij de eerste socialistische burgemeester van Molenbeek, een primeur, de liberalen hadden sinds 1879 onophoudelijk de sjerp mogen omgorden.
Machtens wordt burgemeester op 1 februari 1939, op 3 september verklaart Duitsland de oorlog aan Frankrijk en Engeland, op 30 november valt de Sovjet-Unie Finland binnen. België roept zijn soldaten-reservisten op. Dat is de context waarin Machtens burgemeester wordt. Machtens dient tijdens de oorlog in het verzet, na de oorlog krijgt hij eretekens omdat hij Joden gered heeft.
Maria Vandenbosch die 47 jaar als bediende bij de gemeente Molenbeek gewerkt heeft en Machtens goed gekend heeft, vertelt: “Voor de Tweede Wereldoorlog telde Molenbeek veel Joodse handelaars. De ouders van David Lachterman (gedurende vele jaren een bekende RTBF-journalist, red.) bijvoorbeeld hadden een winkel van stoffen en kostuums aan de Gentsesteenweg, en in de Pradostraat, de schoenenstraat van Molenbeek, waren het vooral Joden die de winkels uitbaatten. Op de gemeentelijke begraafplaats van Molenbeek ligt ook de enige Joodse gemeentesecretaris die Brussel gekend heeft, begraven. Machtens mocht naar Israël om de onderscheiding ‘Le juste parmi les nations’ in ontvangst te nemen.”
"Op een dag riep Machtens mij bij zich. Ik moest me laten syndiceren. Bij de socialisten natuurlijk."
Na de oorlog geniet Machtens erkenning bij brede lagen van de bevolking en bij alle politieke partijen: op 1 februari 1947 beslist de gemeenteraad unaniem om de gemeentelijke technische school voor meisjes aan de Gentsesteenweg naar Machtens te noemen.
Het was aan die Edmond Machtensschool dat Maria Vandenbosch op 30 juni 1959 haar diploma handel behaalde als eerste van de klas. Op 1 juli begon ze te werken. Ze was de eerste vrouw op de dienst bevolking na de Tweede Wereldoorlog. “Ik mocht in de bevolkingsregisters schrijven omdat ik zo’n mooi handschrift had en omdat ik Nederlandstalig was. Op de dienst werkten hoofdzakelijk oudere, Franstalige mannen, ik werd er als jong meisje van nog geen achttien goed onthaald. Ik was er de chouchou.”
De realisaties van Machtens zijn enorm. In het julinummer van Molenbecca van dit jaar somt Jean Boterdael, de echtgenoot van Maria Vandenbosch de realisaties op. “De afbraak van achterbuurten en de bouw van meerdere honderden sociale woningen, de renovatie van het Karreveldkasteel ter gelegenheid van de wereldtentoonstelling van 1958, de oprichting van meerdere scholen, de aanleg van sportterreinen in het Marie-Josépark, het stadion van Crossing, het eerste Olympisch overdekte zwembad in Brussel.”
Kiespropaganda
Machtens was volgens Vandenbosch een uitzonderlijke burgemeester, hij kende zijn bevolking, de namen, de voornamen van de mensen rondom hem. “Machtens was een grote socialist en een goede patron, maar ik moet toegeven dat hij autoritaire trekjes had. Ik herinner me levendig de staking tegen de Eenheidswet van Gaston Eyskens in december 1960-januari 1961. We begonnen een dag later te staken dan de meesten en we staakten ook een dag langer, we werden tijdens de staking doorbetaald, maar na de staking moesten we wel het werk inhalen. Er lagen stapels adresveranderingen op mij te wachten.”
Ook de vuilnisbakken waren tijdens de staking niet leeggemaakt, heel erg stinken deden ze weliswaar niet, ze waren vastgevroren aan de trottoirs. Na de feesten voor de overgang van oud naar nieuw vond Machtens dat het vuil niet langer kon blijven liggen. “Al het gemeentepersoneel, directeurs, chefs, bedienden en arbeiders moesten helpen bij het ophalen van het vuilnis,” vertelt Vandenbosch. “De gemeentesecretaris, die een stijve hark was, kreeg ‘toevallig’ een hoop vuilnis met restaurantresten over zich heen. Zijn vrouw klaagde dat hij bij zijn thuiskomst stonk naar oesters en vis.”
Het naoorlogse België was het België van de verzuiling, je was katholiek, socialist of liberaal. Als socialist was je bij de socialistische mutualiteit, de vakbond en de Coop (coöperatieve winkels), daar viel niet aan te ontsnappen. Dat mocht Vandenbosch ondervinden toen ze op een dag bij Machtens geroepen werd. Haar collega’s dachten dat ze iets mispeuterd had, je werd niet zomaar bij de burgemeester geroepen. “Hij deelde me mee dat ik me moest laten syndiceren. Bij de socialisten uiteraard. Zonder tegenspraak.” Ook als het verkiezingen waren, werd het gemeentepersoneel ingezet, vertelt Vandenbosch. “Ter gelegenheid van de gemeenteraadsverkiezingen van 1958 was er zes maanden zomerdienst, we werkten van zeven tot één, vele namiddagen moesten we kiespropaganda plooien en in enveloppen steken. Weigeren behoorde niet tot de opties. We mochten wel onze kinderen meebrengen.”
Bal van de burgemeester
Nog altijd zijn er Brusselse gemeenten waar er jaarlijks een Bal van de burgemeester wordt gehouden, maar de grandeur van weleer is er niet meer. Maria Vandenbosch was vele jaren van dienst. “De vrouwen moesten in lange jurk de programma’s aanreiken en een bloemetje geven, de mannen moesten in pak en das de gasten begeleiden naar hun voorbehouden plaatsen. Bouwondernemer Jean-Baptiste L’Ecluse, ook vele jaren voorzitter van RWDM, tekende altijd present. Als hij in de buurt was, was de rekening voor hem. Ik weet nog goed dat Machtens en de burgemeester van Sint-Joost Guy Cudell champagne à volonté dronken op zijn kosten.”
Machtens mag dan een autoritaire socialist geweest zijn, hij werd gedragen door brede lagen van de bevolking, ook door niet-socialisten, vertelt Maria Vandenbosch. ”Ik herinner me de wijding van een jonge pastoor van Spaanse afkomst in de Sint-Barbarakerk. Machtens liet de rode loper naar de kerk leggen en woonde de plechtigheid bij.”
Met actievoerders daarentegen had Machtens weinig op, zo herinnert Guido Vanderhulst, oprichter van La Fonderie en het buurthuis La Rue zich. “Halverwege de jaren 1970 voerden we actie voor goede trottoirs, voor vuilnisbakken op straat en tegen de afbraak van oud-Molenbeek. Machtens stuurde de politie op ons af.”
Voormalig woordvoerder van de MIVB Leo Camerlynck herinnert zich een zitting van de Molenbeekse gemeenteraad in 1976-1977. Hij woonde de zitting bij als acievoerder bij de Brusselse Raad voor het Leefmilieu (BRAL), op de agenda stond een punt over het Scheutbos. “Er was een FDF’er die vreselijk aan zeveren was, toen hij gedaan had, vroeg Machtens hem: ‘Heb ik u het woord gegeven? Heb ik u laten uitspreken? Hebt u kunnen zeggen wat u wou?’ IJzige stilte. En dan Machtens weer: ‘Weet ge hoe ze dat in Brussel noemen? Bucht in pakskes. Revenons aux choses sérieuses.’”
Later, onder Machtens’ opvolger, Marcel Piccart (eerst PS, dan FDF) zakte Molenbeek weg in een diepe crisis.
Lees meer over: Sint-Jans-Molenbeek , Politiek , kleurrijke burgemeesters , Edmond Machtens
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.