“Had ik maar naar mijn ouders geluisterd en was ik maar niet in de politiek gegaan. Zonder politiek was ik nu de Albert Frère van het vlees.” Het zijn woorden die Paul Vanden Boeynants (PSC) - voor de Brusselaars ‘Polle Panch’ - liet optekenen in de krant ‘De Tijd’. Hij schopte het van slager tot eerste minister. Door een veroordeling voor fiscale fraude werd hij nooit burgemeester van Brussel. Of was het toch koning Boudewijn die zijn ambitie gefnuikt had?
| Paul Vanden Boeynants.
Het moet in het begin van de jaren 1990 geweest zijn, er is ruzie binnen de tweetalige christendemocratische fractie, een crisette zoals het zo mooi in het Brussels heet. Een horde journalisten wacht in Hotel Continental - het iconische Coca Cola-gebouw - aan het de Brouckèreplein tot de crisisvergadering gedaan is. Fractievoorzitter Paul Vanden Boeynants komt als eerste buiten, hij wacht tot zijn fractie compleet is, lurkt een paar keer aan zijn pijp, legt uit dat de problemen opgelost zijn en besluit met: “Mesdames, messieurs les jounalistes, voilà à quoi ça sert les vieux crocodiles.” Ik herinner me dat ik toen een stukje pleegde met de titel: 0ver het nut van oude krokodillen.
Humor had VDB wel en een showman was hij ook. Bovendien kon hij mensen inpakken. De man met wie plaatselijke journalisten die de stad Brussel volgden te maken hadden, kwam niet overeen met de man die de decennia ervoor in de nationale en internationale pers te kijk werd gezet als een onverbeterlijke schurk. De naam VDB werd gelinkt aan corruptie, seksfuiven en de Bende van Nijvel, extreemrechtse complotten, drugs in bevroren vlees en rechtse staatsgrepen. Niets bleef de man bespaard. Vele honderden kranten- en tijdschriftartikels zijn aan Paul Vanden Boeynants gewijd met al dan niet apocriefe verhalen. Dikke boeken zijn er over hem geschreven. Uiteindelijk werd hij ‘alleen maar’ veroordeeld voor corruptie. Maar dat de kaalslag in de Noordwijk op zijn conto moet worden geschreven, valt ook niet te ontkennen.
"De persconferentie na zijn ontvoering was een goede show, dat was er bij Vanden Boeynants altijd bij"
VDB heeft nochtans een carrière om u tegen te zeggen: twee keer premier, vijf keer minister van Defensie, minister van Middenstand en Brusselse Aangelegenheden, partijvoorzitter van de Franstalige christendemocraten, 36 jaar lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers en 42 jaar gemeenteraadslid in de stad Brussel. Zijn politieke loopbaan hield gelijke tred met de beschuldigingen of omgekeerd.
VDB komt ook voor in documentaires, liedjes en in strips, van Wim Decraenes Kleine Man tot de Nerostrip Het V-teken van Marc Sleen, van Pest in ‘t Paleis van Guido Van Meir en Jan Bosschaert tot Le Filet Américain van Robbe De Hert. Le Filet Américain gaat over de culturele geplogenheden en de politieke zeden in de jaren 1970. VDB lanceerde er de term beroepsagigatoren - op z’n Frans uitgesproken.
De beroepsagigatoren waren middelbare scholieren die protesteerden tegen VDB’s voornemen als minister van Landsverdediging - we schrijven 1973 - om het uitstel van legerdienst om studieredenen af te schaffen. Iedereen moest op zijn achttiende naar het leger. Dat de autoritaire VDB vijf jaar na ‘mei ‘68’ met die plannen op de proppen kwam, mag niet verbazen. Het jonge volkje was mondig geworden. En VDB had nog een eitje te pellen met dat zootje ongeregeld. En niet te vergeten: de regering-Vanden Boeynants was in 1968 gevallen over Leuven Vlaams. Een gruwel voor de man die de slogan Trop is te veel en te veel is trop had gelanceerd.
Ontvoerd
Toen VDB in 1989 ontvoerd werd door een bende gangsters was hij al in de politieke periferie beland. Hij zou nooit burgemeester van Brussel worden, hij was wel gemeenteraadslid en voorzitter van de Heizel. De traditie wou dat de burgemeester ook voorzitter van de Heizel was, maar VDB moest de burgemeesterssjerp in 1982 overlaten aan Hervé Brouhon (PS) in afwachting van de vrijspraak in het proces van fiscale fraude. Hij zou veroordeeld wordenen in 1994 de handdoek in de ring gooien.
Harenaar Piet Coenen (CVP), ondertussen gepensioneerd, heeft VDB goed gekend tussen 1982 en 1994. Coenen maakte toen deel uit van de tweetalige christendemocratische fractie in de gemeenteraad van de stad Brussel. VDB was fractievoorzitter. Coenen wil ons zijn wedervaren vertellen, maar stelt ook uitdrukkelijk dat hij niet wil goedpraten wat niet goed te praten valt - zoals de fiscale
fraude.
Coenen: “Vanden Boeynants was een goed organisator en een begenadigd spreker. Met de fractie hadden we - voorafgaand aan de tweewekelijkse gemeenteraad op maandag - de donderdag om 17 uur een vergadering. Daar werden de dossiers grondig voorbereid.
Ontbrak er iets, dan lieten we het dossier terugtrekken. De vergadering begon stipt, wie te laat kwam, moest niet op mededogen rekenen. Er werd niets herhaald. Vanden Boeynants was onverbiddelijk.”
Coenen herinnert zich ook de persconferentie van VDB twee dagen nadat zijn ontvoerders hem hadden vrijgelaten. VDB werd ontvoerd op 14 januari 1989, hij werd vrijgelaten op 13 februari.
“Ze hebben geen traan van me gekregen,” zei hij getooid met zonnebril. Het exacte bedrag dat zijn ontvoerders gekregen hebben, is nooit vrijgegeven. Het zou gaan om een bedrag tussen de 60 en 80 miljoen Belgische frank (omgerekend zo’n anderhalf tot twee miljoen euro). Inspiratie zouden de gangsters gevonden hebben in een feestje dat werd georganiseerd om te vieren dat VDB’s fortuin de kaap van twee miljard frank was gepasseerd (50 miljoen euro).
“We zijn met heel de fractie naar de persconferentie geweest om hem te steunen,” zegt Coenen. “Je wenst het niemand toe ontvoerd worden door gestaalde gangsters. Maar anderzijds was de persconferentie ook een goede show, dat was er bij Vanden Boeynants altijd bij.”
Koninklijk veto
Terug naar VDB’s ambities om burgemeester van Brussel te worden. Met de jaren kwam er sleet op de ooit zo machtige christendemocratische fractie. Vanden Boeynants ondernam in 1988 een nieuwe poging om burgemeester te worden, maar dat mislukte opnieuw. De koning zou zijn veto gesteld hebben of was het de socialist Louis Tobback als minister van Binnenlandse Zaken?
Coenen bekijkt het nuchter. “Er was enerzijds het aanslepende fraudeproces en anderzijds was er de vrijzinnigheid. Toen Vanden Boeynants in 1982 hoopte op de sjerp was er nog nooit een christendemocraat burgemeester van de hoofdstad geweest, het waren altijd vrijzinnige liberalen.”
En toch zou er nog tijdens VDB’s fractievoorzitterschap een christendemocraat de sjerp omgorden. Toen Brouhon in 1992 meer en meer met gezondheidsproblemen kampte, werd VDB’s kompaan Michel Demaret eerst waarnemend burgemeester, dan echt burgemeester. Ook over Demaret deden vele verhalen over financieel gesjoemel de ronde, maar hij zou sterven nog voor hij voor de rechtbank moest verschijnen.
Demaret heeft het niet lang uitgehouden als burgemeester: een spraakmakend interview waarin hij luchtig deed over corruptie en uithaalde naar de magistratuur, en een grap maakte over het condoomgebruik van de paus nekte hem.
Geen wonder dat de nationale leiding van de CVP het ondertussen welletjes vond. In Brussel haalde vooral parlementslid Brigitte Grouwels, aan wie PSC’ers een bloedhekel hadden, keihard uit. Coenen besloot om de PSC-CVP-fractie te verlaten en samen met de liberalen Annemie Neyts en Manu De Rons naar de verkiezingen van 1994 te trekken.
VDB zag het met lede ogen aan. “Maar,” zo zegt Coenen, “bij de PSC-CVP hadden we een oorlogskas voor de verkiezingen, daar kwamen bijdragen van gemeenteraadsleden en schepenen in. De
vertrekkers hebben toen van VDB hun deel gekregen. Ook dat was Vanden Boeynants.”
Een periode was voorbij, Piet Coenen ging weg en bij de bekende namen stopte eerste schepen en schepen van Financiën Fernand Lefère met politiek. Lefère was als notaris aan de
Louizalaan een bekende naam. Jean De Hertog, Luc De Ridder en Henri Deschoenmaker bleven de tweetalige fractie trouw. Maar pas toen Demaret uit de PSC gezet werd, was de periode echt afgesloten.
Op de eerste gemeenteraad na de verkiezingen van 1994 kondigde VDB zijn vertrek aan. Hij nam ontslag uit de gemeenteraad en verhuisde met zijn levensgezellin Viviane Baro, een voormalige collega- schepen van de stad Brussel naar Knokke.
Toen De Tijd hem in 1997 vroeg of hij toch niet verbitterd terugkeek op zijn mislukte gooi naar het burgemeesterschap, antwoordde hij: “Ze beseffen niet
welke dienst ze me bewezen hebben. Nu lééf ik. We zitten hier
in het Zoute en toch zitten we niet te midden van die zozo’s van het Zoute. En aan politiek doe ik nu als journalist van het satirische weekblad Pan. Dat is veel gemakkelijker.”
Vanden Boeynants overlijdt in 2001, niet in Brussel, niet in Knokke, maar in het Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis in Aalst kort na een hartoperatie.
Paul Vanden Boeynants
- Geboren in Vorst op 22 mei 1919 als zoon van een slagersechtpaar uit Mechelen
- Verlaat op zijn zestiende het Collège Saint-Michel om een slagersopleiding te volgen
- Maakt fortuin in de vleesindustrie
- Van 1958 tot 1961 minister van Middenstand
- Van 1965 tot 1972 schepen van Handel en Stadseigendommen van de stad Brussel
- Van 1966 tot 1968 premier, viel over Leuven Vlaams
- Van 1972-1979 minister van Landsverdediging
- Van 1978 tot 1979 voor de tweede keer premier
- Wordt in 1986 veroordeeld voor fraude
- Op 14 januari 1989 wordt hij ontvoerd door de Bende van Patrick Haemers en Kaplan Murat
- In 1995 verlaat hij de politiek en trekt zich terug in Knokke
Kleurrijke burgemeesters
BRUZZ duikt de geschiedenis in met portretten van enkele kleurrijke burgemeesters.
Lees meer over: Brussel , Politiek , kleurrijke burgemeesters , Vanden Boeynants
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.