Met een handvol politieke bondgenoten en een kluwen aan vzw’s probeert toekomstig burgemeester Philippe Close (PS) Brussel als evenementenstad op de kaart te zetten. Maar dat heeft gevolgen voor zijn andere projecten.
Wirwar van vzw's rond Close: 'Het gaat meer om macht dan om geld'
"Brussel is fucking saai. Er is hier letterlijk niks te doen.” Het zijn de woorden van ex-Oasis frontman Noel Gallagher. “Woorden die Close pijn doen,” zegt een vertrouweling, die liever anoniem blijft.
Als schepen van Toerisme is hij al sinds 2006 bezig Brussel op de kaart te zetten. “Hij kijkt daarvoor naar steden zoals Montréal. Daar is ook niet per se veel te zien, maar wel veel te doen.” Het verklaart waarom Mister Showbizz inzet op evenementen zoals Brussels Summer Festival of Winterpret. Daarnaast speelt ook werkgelegenheid een rol. Evenementen, horeca, beurzen: het zijn sectoren waarin laaggeschoolden een job vinden, niet onbelangrijk in een stad waar de industrie verdwijnt.
Maar er is ook de persoonlijkheid van Close. Als zoon van een bankier behoort hij eerder tot de rechtervleugel van de PS. “Close heeft een enterpreneursspirit,” zegt zijn vertrouweling. “Hij wil tonen dat je als overheid wel degelijk goed kan besturen, dat je concurrentieel kan zijn.”
Daarvoor kan hij rekenen op een heleboel vennootschappen en vzw’s, die van naam en van opdracht erg goed op elkaar lijken: Internationale jaarbeurs, Beurzen en Tentoonstellingen van Brussel, Brussels Expo, Festival des Musiques, Rock the City, Fire-Starter, Fisa Brussels, en tot vorig jaar Brussels Major Events. Zowat allemaal organiseren ze congressen, beurzen of evenementen.
Waarom dan die opdeling? “Dat is een groot mysterie,” zegt een anonieme bron binnen de evenementenwereld.
“Vroeger was het simpel. Je had de Internationale Jaarbeurs, die de beurzen voor de stad Brussel organiseerde, en je had Brussels Expo, dat de hallen verhuurde – bijvoorbeeld aan Internationale Jaarbeurs, of aan Fisa of Febiac. Maar sindsdien heeft Internationale Jaarbeurs al haar beurzen aan Fisa verkocht. Wat de Jaarbeurs nog doet, weet ik niet.”
De opsplitsing is des te opvallender omdat altijd hetzelfde kransje bestuurders terugkomt. “Het gaat daarbij meer om macht dan om geld,” zegt de bron, ook al worden zitjes bij organisaties als Brussels Expo en nv Fisa Congrespaleis wel degelijk betaald.
Als Close wil aantonen dat ook de overheid goed kan besturen, dan rekent hij vooral op Denis Delforge. De Solvay-alumnus en tweelingbroer van Gilles Delforge - ook PS’er en huidig directeur van de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting - zit in maar liefst elf verenigingen waar ook Close mee te maken heeft of had. “Delforge is een snelle denker,” zegt de vertrouweling van Close, “een leider, een werkpaard ook: berekent alles, legt duidelijke plannen voor, een echte ondernemersfiguur, kortom.”
Dan vallen de resultaten toch eerder tegen. Zeven van de elf ondernemingen waar Delforge in zit of zat, verkeren in financieel zwaar weer. Zo is er Fire-starter, een nv die de promotie van events doet, dat na tegenvallende cijfers zou worden afgebouwd. Philippe Close was er bestuurder, maar stapte begin dit jaar op. Hetzelfde gebeurde bij Fisa Brussels, waar Close en Denis Delforge eind 2016 opstapten, terwijl het bedrijf verlies maakt.
“Ze zagen dat de leveranciers op hun rug geld verdienden, en probeerden alles zelf te ontwikkelen,” zegt de bron binnen de evenementenwereld. “Maar promotie of ticketing is een metier apart, dat zij niet beheersen. Dat wil niet zeggen dat Delforge geen goeie ondernemer is. Als CEO van Brussels Expo heeft hij een aantal strategisch heel interessante keuzes gemaakt.”
Diversifiëring
Het gaat dan vooral over de diversifiëring van het Heizelplateau. Beurzen en tentoonstellingen doen het al een tijdje niet zo goed meer. Internet en sociale media ondermijnen het belang van een hal vol standjes met promotiemateriaal. “Op het vakantiesalon zie je dezelfde brochures liggen als die op de website,” zegt onze bron. “Waarom zou je daar nog naartoe gaan? Ook het interieur- en voedingssalon trekken veel minder volk dan vroeger. Het was slim van Delforge om ook de muziekindustrie, met Paleis 12, aan te trekken, of een dino-expo te houden.”
Samen met beurzen zoals het Autosalon, Batibouw, en Seafood Expo, die het wel nog altijd erg goed doen, zijn de Paleizen dus voorlopig gered. De vraag is of dat wel zo’n goed nieuws is voor Closes andere project: Neo. Het nog te bouwen shopping- en congrescentrum verwacht immers tussen de twintig- en veertigduizend bezoekers per dag, terwijl het zelf maar in een parking van drieduizend plaatsen voorziet, ruim onvoldoende voor al die bezoekers, van wie naar schatting 75 procent met de auto zal komen.
Daardoor staat het project in concurrentie met de beurzen, waarvan een openingsavond ook tot 25.000 bezoekers naar de Heizel lokt, los van een concert in Paleis 12, waar 15.000 bezoekers binnen kunnen. “Zij komen vooral met de auto en er is nu al bijna geen parking meer,” zegt de bron. “Almaar meer beurzen haken daarom af.” Eerder trokken ook Fisa en Febiac aan de alarmbel.
Bij de cvba Neo, die zich bezighoudt met de inplanting van het winkelcentrum, is men hiervan op de hoogte, want dezelfde mensen zitten er in de raad van bestuur als in Brussels Expo: Denis Delforge, Philippe Close en gedelegeerd bestuurder Henri Dineur, volgens insiders een eigengereid en gewiekst man. “Ik vraag mij soms af of Close wel weet wat die man allemaal doet,” zegt een zakenrelatie. Iemand anders noemt hem een pure machtsmens, “een moeilijke”.
De rest is parking
Dat het gevecht om parkeerplaatsen tussen de beurzen en Neo nog niet op de spits is gedreven, komt door de belofte van een ondergrondse parking van tienduizend plaatsen, op de site van het Eurostadion. Die parking wordt als essentieel gezien voor de twee projecten: zonder kan ook Neo niet doorgaan.
Al is de vraag of die capaciteit volstaat, want ook de gebruikers van de kantoren, horeca en het aparthotel op de site van het Eurostadion zullen de parking gebruiken. Het aantal bezoekers wordt op tien- tot twaalfduizend per dag geschat. En dan zijn er nog de voetbalmatchen.
Voor die levensbelangrijke parking is in april 2016 een vennootschap opgericht: PGP. Daarin zitten voor het Eurostadion vader Paul en zonen Simon en Michael Gheysens van bouwheer Ghelamco. Voor Neo is dat Henri Dineur, Dirk De Smedt – ex-kabinetschef bij Guy Vanhengel (Open VLD) en directeur bij Finance.Brussels – en Yves Goldstein (PS).
Die laatste wordt door vriend en vijand hyperintelligent genoemd, een harde werker ook, rechttoe-rechtaan, maar soms erg arrogant. Hij komt uit de Onkelinx-stal, waartoe ex-burgemeester Mayeur (PS) behoort, maar ook Close kent hem. Ze zitten samen in verschillende raden van bestuur.
Dit klein kransje bestuurders bepaalt de toekomst van de Heizelvlakte. Zij kunnen niet zomaar doen wat ze willen, toch spreken insiders van een zekere eigengereidheid. “Zij briefen wat zij willen briefen,” zegt de zakenrelatie. “Ik heb Close al verschillende keren moeten bijpraten. Hij luistert wel. Maar ik vraag me soms af wie de knopen doorhakt.”
Nu werkt elke vennootschap of vzw aan zijn eigen project: of dat nu het Eurostadion, Neo of het organiseren van beurzen en evenementen is. Maar de plaats op de Heizelvlakte is beperkt, en parking vinden is nu al een probleem. “Dat zij niet zien dat al die projecten onverenigbaar zijn, toont hoe wereldvreemd die mensen zijn,” oordeelt de insider.
Hoe transparant is het beleid?
Lees meer over: Politiek , Hoe transparant is het beleid?
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.