Op donderdag 22 september is het zes maand geleden dat de bomaanslagen in de luchthaven van Zaventem en het metrostation Maalbeek het hele land tot stilstand brachten. De feiten die zich die dag afspeelden staan nog steeds op het netvlies gebrand van de overlevenden. BRUZZ sprak met 5 mensen die elk op hun eigen manier proberen om te gaan met de psychologische gevolgen van die bewuste dinsdag.
6 maanden na aanslagen: 'Van de Apocalyps naar de Wetstraat'
Vandaag: Aurelie (43) bevond zich in de metrowagon waar de bom afging ter hoogte van metrostation Maalbeek. Ze worstelt nog met enkele angsten maar nam wel onmiddellijk opnieuw de metro na de aanslagen.
Aurelie was op dinsdag 22 maart onderweg naar haar werk. Op de metro kreeg ze al een berichtje van een van haar broers, die haar vertelde over de aanslag in Zaventem. “Ik heb er zelfs niet aan gedacht om van de metro te stappen. Ik heb er niet bij stilgestaan dat er een tweede aanslag zou kunnen plaatsvinden. Stom van mezelf.” Eenmaal het nieuws van de aanslag in Zaventem doorsijpelt, ziet Aurelie wel meteen de sfeer in haar wagon omslaan. “Mensen keken om de haverklap naar hun smartphone om de laatste updates te lezen, maar waren tegelijkertijd ook heel veel met elkaar in gesprek. De nervositeit begon toe te slaan.”
Enkele minuten later slaat ook het noodlot toe. Aurelie zit neer tussen de eerste en de tweede deur van de wagon. Later leert ze dat de zelfmoordterrorist zich opblies aan de vierde deur, niet meer dan zes meter van haar verwijderd. “Het plotse licht, dat vergeet ik nooit meer. Ik had nog nooit zoiets gezien. Ik heb de explosie zelfs niet gehoord, zo onwezenlijk luid en licht was het allemaal.”
Verbrand vlees
Aurelie probeert niet te kijken naar wat de explosie heeft aangericht. Maar haar andere zintuigen vertellen haar genoeg. “De misselijkmakende geur van verbrand vlees. De onwezenlijke stilte die meteen na de explosie volgde. Pas na enkele seconden begon het gekerm en het gehuil.” Daarna volgt een hartverscheurend dilemma. “Natuurlijk wou ik onmiddellijk vluchten, maar mijn hoofd zei me te blijven liggen, te doen alsof ik dood was, zodat een eventuele andere terrorist me niet zou opmerken. Maar ik kon daar niet blijven, in die hel.”
Dus besluit Aurelie toch via een van de opengeblazen deuren naar buiten te kruipen. “Maar het schoot ook door mijn hoofd dat er iemand bovenaan de trap zou kunnen staan wachten, om de klus af te maken. Maar alles was beter dan daar ondergronds te blijven, dus ik waagde het erop.” Uiteindelijk komt ze boven aan het metrostation, vlak aan de drukke Wetstraat. “Surreëel was dat. Ik kwam echt van een ondergrondse hel, de Apocalyps, en dan stond ik opeens midden in de Europese wijk, waar mensen in pak met hun aktetas zich naar het werk haastten.”
Oorverdovende stilte
Volledig onder het stof en het bloed -“vooral van andere mensen”- gaat Aurelie het dichtstbijzijnde café binnen. “Daar wist nog niemand wat er gebeurd was, iedereen schrok zich dus rot. Na wat een ondraaglijk lange 45 minuten leek, heeft een van mijn broers me uiteindelijk kunnen ophalen en naar het ziekenhuis kunnen brengen.”
Uiteindelijk zou Aurelie nog maanden last hebben van rugklachten en gehoorverlies, maar beseft ze zelf dat ze ontsnapt is aan veel erger. Met die gedachte worstelt ze ook nog steeds. “Als het niet was om te sterven, waarom zat ik dan in die wagon?”, vraagt ze zich af. “Ik was er nochtans zeker van dat ik ging sterven. Je kan je dat niet voorstellen. Het is zoals een film. Het ene moment is alles nog full-color met HD-geluid, een seconde later is alles zwart-wit en heerst een oorverdovende stilte. Zomaar, van de ene seconde op de andere.”
Verdwaalde zielen
Zes maanden later vertelt Aurelie nog steeds zichtbaar aangedaan over die bewuste 22 maart. Ook de idyllische setting van het Egmontpark en het middagzonnetje kunnen niet verbergen dat ze vooral op psychologisch vlak nog worstelt met de herinneringen aan die dag. Tijdens ons gesprek springt ze meermaals op, omdat een achtergrondgeluid haar plots te fel wordt of iemand te dicht bij haar op de bank komt zitten. Zelfs wanneer er een blad naar beneden dwarrelt zie je haar ogen schichtig heen en weer schieten. “Ik weet het”, zucht ze. “Het is nog erger met felle lichten. Een flash van een camera kan ik absoluut niet meer verdragen. Het licht van de explosie doemt nog vaak bij me op.”
Een speciale therapie ontworpen om traumatische ervaringen te behandelen moet Aurelie helpen om afstand te nemen van haar angsten. Maar Brussel voelt sinds die dag anders aan. Onveilig. “Brussel is altijd al een stad geweest waar veel verdwaalde zielen rondlopen. Mensen zonder werk of doel in het leven, die overal lijken rond te hangen. Echt veilig heb ik me hier nooit gevoeld.” Of ze overweegt om de stad de rug toe te keren? “Daar heb ik op 22 maart zelf wel aan gedacht, ja. Maar uiteindelijk wil ik dat niet. Ik wil die dag mijn leven niet laten beheersen.”
Opnieuw op de metro
Voor Aurelie is het overigens geen toeval dat de aanslagen net hier en in Parijs plaatsvonden. “Twee hoofdsteden van landen die de migratiegolven verschrikkelijk slecht hebben aangepakt. Je ziet dat gemeenschappen naast mekaar leven en dat er amper dialoog is. Dat jongeren van bepaalde gemeenschappen dan sterk beïnvloedbaar zijn wanneer ze een doel worden aangereikt door extremistische groeperingen, mag niet verbazen.”
Opvallend: Aurelie nam wel onmiddellijk na de aanslagen opnieuw de metro. Niet alleen omdat het voor haar de efficiëntste manier is om op haar werk te geraken. “Ik wil 22 maart mijn leven niet laten controleren. Ik probeer niet meer aan die dag te denken, ook al spelen die angsten af en toe op. Ik ga gewoon door met mijn leven.”
Dinsdag 20 september vertelt Roberto (51) hoe hij en zijn vrouw de aanslag op de luchthaven van Zaventem overleefden. "Wat als we 10 minuten file hadden gehad op weg naar de luchthaven?", vraagt hij zich voortdurend af. Hij vreest voor nieuwe aanslagen en mijdt alle publieke ruimtes waar veel mensen zijn.
De aanslagen: zes maanden later
Lees meer over: Samenleving , De aanslagen: zes maanden later
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.