Het crematorium van Ukkel, voorlopig het enige in het gewest, is met zijn bijna negentig jaar het oudste van België. Aanvankelijk diende het louter voor de verassing van overledenen, maar in de loop der jaren werd de ceremonie eromheen steeds belangrijker. “Mensen zetten steeds vaker hun leven in scène, zo ook de uitvaart.”
| Het crematorium van Ukkel, voorlopig het enige in het gewest, is met zijn bijna negentig jaar het oudste van België.
Op maandagnamiddag is het rustig in het crematorium met de opvallende groene koepel gelegen aan de Ukkelse Stillelaan. Alle plechtigheden zijn afgelopen zodat ceremoniemeester Chloé Larcin de tijd heeft voor een rondleiding. Ze toont de twee kleine aula’s en houdt dan halt in de grotere Georges Tosquinetzaal. De bakstenen aula, vernoemd naar een van de historische voorvechters van crematie in ons land, is opgefleurd met enkele kleurige accenten, vooraan hangt een groot scherm. “Ik zorg ervoor dat de kaarsen, de bloemen en alle andere zaken mooi op hun plaats staan,” vertelt Larcin, die een discreet donkerblauw broekpak draagt. “Heel vaak leid ik ook de plechtigheid. Ik overleg dan vooraf met de familie over de muziek, de teksten, de foto’s en filmpjes en de toespraken, die tegenwoordig soms via Zoom gebeuren.”
Bij de aankleding van de zaal houdt ze rekening met de religieuze of filosofische overtuiging van de familie en de overledene en past ze het decorum navenant aan. Uit het aanpalende berghok haalt ze enkele van de symbolen die geplaatst kunnen worden bij de kist: de passer en winkelhaak voor de vrijmetselaars, de fakkel voor de vrijdenkers, de davidster voor de joden en een standaard met kruisbeeld voor de katholieken. “Voor de katholieken hadden we hier een tijdlang een pastorale dienst, nu niet meer. Ofwel komt een priester mee, ofwel lees ik een gebed, ik heb daarvoor een standaardtekst. Zegenen mag ik natuurlijk niet.”
Aan het eind van de ceremonie, die doorgaans 25 minuten duurt, glijdt de kist met de overledene in principe naar een sas, dat uitkomt op de ovenruimte. “Maar veel families vinden dat emotioneel te zwaar. Zij kiezen ervoor om afscheid te nemen van hun dierbare met een begroeting of door een bloem op de kist neer te leggen, en verlaten dan de zaal.”
Niet meehuilen
Larcier neemt ons mee naar de technische ruimte waar twee ovenisten net beginnen aan een zogenoemde technische crematie, een verbranding zonder ceremonie. “Dat kan zijn omdat de plechtigheid elders gebeurt, omdat de overledene of de familie geen plechtigheid wenst of omdat er geen familie is.”
De ovenisten halen eerst de bloemen en het kruisbeeld van de kist. Larcin: “Al het metaal gaat naar een recyclingbedrijf. De jaarlijkse opbrengst schenken we aan een goed doel.” Dan wordt de kist in een van de vijf crematieovens geschoven, samen met een vuurvast steentje waarin een identificatienummer is gegrift. De oven staat op 1.200 graden. Na anderhalf tot twee uur is de crematie voltooid. De ovenisten vangen de botresten op in een grote schuif onder de oven, laten ze afkoelen en vermalen ze tot as, die in een urne of strooikoker gaat. “Voor ons is dit werk routine geworden,” vertelt een van hen. “In het begin is het een beetje raar, maar nu denken wij er niet meer bij na.”
In een hoek van de ruimte staan kokers met het opschrift ‘zonder familie’, het zijn de assen die zonder aanwezigheid van de familie verstrooid moeten worden op de strooiweide van het crematorium. Larcin neemt een pot en wandelt ermee naar buiten. Het crematorium is omgeven door een grasveld met beelden, kleine grafstenen en columbaria. Met Allerheiligen op komst hebben sommige families al verse bloemen neergezet bij het gedenkteken van hun overledene. Ze gaat midden in de strooiweide staan en ledigt voorzichtig de koker, waarna ze een buiging maakt. “Ook de asverstrooiing behoort tot het takenpakket van de ceremoniemeester.”
Larcin, van opleiding begrafenisondernemer, werkt ondertussen zeven jaar bij het crematorium. Of het ooit een job als een andere wordt? “Voor mij niet, neen. Je moet voor dit beroep heel empathisch zijn, maar ook niet te. Je moet een open geest hebben. Als mensen tijdens de plechtigheid de kist willen beschilderen of een kleinkind een balletstukje willen laten opvoeren, dan moet dat kunnen. Idem met shotjes drinken of een joint roken bij de kist. Wij zijn er om de nabestaanden afscheid te laten nemen van hun geliefde op de door hun gekozen manier. Maar je mag niet gaan meehuilen met de familie. Die moet de dag van de crematie op ons kunnen steunen.”
Het beroep heeft haar wel veranderd, zegt ze. “Door te werken met de dood word je je veel meer bewust van de waarde van het leven.”
Verbod op crematie
Ook Xavier Godart ervaart het zo. “Het leert je om te relativeren,” zegt hij. Godart is al 36 jaar directeur van de intercommunale Cremabru, die het crematorium beheert. In zijn ruime kantoor op de eerste etage van het administratieve gebouw doet hij de opmerkelijke voorgeschiedenis van het crematorium uit de doeken.
Lijkverbranding, vertelt hij, gebeurde al in de oudheid, maar raakte later, met de opkomst van het christendom, in onbruik. Karel de Grote legde eind achtste eeuw zelfs een verbod op crematie op. Alleen begraven mocht. Dat verbod werd ruim duizend jaar nageleefd, tot in de tweede helft van de negentiende eeuw de verzuchting om te mogen cremeren steeds luider begon te klinken, met name bij liberalen, vrijmetselaars en andere vrijzinnigen, die het niet meer pikten dat veel pastoors de niet-gelovigen lieten begraven op een verloren, ongewijd plekje, het zeikhoekje van het kerkhof.
Er werden propagandistische crematieverenigingen opgericht, maar het zou nog tot 1932 duren voor de eerste Belgische crematiewet werd goedgekeurd. Een jaar later ging het crematorium van Ukkel open.
“De katholieke kerk verzette zich daarna nog dertig jaar, pas in 1963 stond ze crematie toe,” aldus Godart. “In 1978 kwam er een tweede crematorium, in Luik. Enkele jaren later volgde Antwerpen. Inmiddels telt ons land er een twintigtal.”
Toen hij als directeur begon in 1986 liet slechts twintig procent van de Belgen zich cremeren. Inmiddels ligt het Belgische gemiddelde op zestig procent. Vlaanderen zit daar ver boven, met zeventig procent, Wallonië loopt achter, met 46 procent. Ook Brussel hangt, met 53 procent crematies, een stukje onder het gemiddelde.
“Vuurwerk tijdens een ceremonie laat ik niet toe. Ook geld verbranden, zoals een familie vroeg, niet. Dat moest met monopolygeld”
Waar dat mee te maken heeft? “Mogelijk met het feit dat het gewest momenteel slechts één crematorium heeft, in het zuiden. Sommige Brusselaars laten zich in Zemst of Court-Saint-Etienne cremeren,” zegt Godart. “En er is de Brusselse allochtone populatie. Bij moslims is crematie geen optie, evenmin bij de orthodoxe christenen en de joden. Heel af en toe komt er wel eens een liberale joodse familie.”
In de loop van de jaren is zijn werk flink veranderd, vertelt Godart. “Het crematorium werd opgericht als reactie tegen de katholieke kerk en alle religieuze rituelen en plechtigheden. Aan de basis lag de vrijzinnige overtuiging dat met de dood alles afgelopen is. De overledene zit in het hoofd en het hart van de nabestaanden. Rituelen, gedenktekens of ander uiterlijk vertoon zijn dus niet nodig. Vandaar dat het crematorium lange tijd louter diende voor de verassing van een overledene.”
In zijn begintijd hing die sfeer er nog. “Als er al een ceremonie was, duurde die ultrakort, mensen kwamen binnen, bogen voor de kist, en gingen weer naar buiten. Qua muziek hadden we een adagio, een plaat van Jacques Brel en het volkslied.”
Vanaf de jaren negentig begon het te veranderen. “Mensen wilden ceremonies met ingewikkelde slideshows, meerdere toespraken en de meest uiteenlopende muziek. Hun wensen werden steeds uitgebreider. Wij proberen daar altijd aan te voldoen, behalve als het een illegaal of onmogelijk verzoek is. Vuurwerk afsteken tijdens een ceremonie laat ik niet toe, geld verbranden, zoals een familie ooit vroeg, ook niet. Dat moest met monopolygeld. Veel mensen zetten hun hele leven in scène. Kijk naar Facebook, Instagram, de babyshowers, en ja, ze doen hetzelfde met de uitvaart, die sinds corona ook gestreamd kan worden. Met als gevolg dat de ceremonies mijn corebusiness zijn geworden. Acht op de tien van de crematies zijn tegenwoordig met ceremonie.”
Crematorium voor dieren
Alleen is het gebouw, dat net helemaal gerenoveerd was voordat Godart er kwam werken, niet helemaal aangepast aan het uitdijende ceremoniële aspect. Het is een van de redenen waarom de intercommunale besliste om een tweede crematorium te bouwen, in Evere. “We openen Evere om twee redenen. Eén, de catastrofale mobiliteit in Brussel. Met het nieuwe crematorium zullen we ook het noorden van Brussel kunnen bedienen. Twee, de dienstverlening. In het crematorium in Evere zullen we beschikken over vijf aula’s, zeven crematieovens, drie horecagelegenheden en twee begraafplaatsen, zodat nog beter aan de wensen van de nabestaanden kan worden voldaan.”
“In het crematorium in Evere zullen we beschikken over vijf aula’s, zeven crematieovens, drie horecagelegenheden en twee begraafplaatsen.”
Evere komt er dus niet wegens capaciteitsredenen, verduidelijkt Godart. “De capaciteit van het crematorium van Ukkel is geen probleem. Dat werd duidelijk tijdens de pandemie. Terwijl we normaal altijd rond de vijfduizend crematies per jaar doen, waren dat er in 2020 5.900. Sommige dagen kwamen er 47 lichamen binnen. We hebben toen wel een tandje moeten bijsteken, maar het lukte. Als een soort reactie waren er in 2021 maar 4.586 crematies, dit jaar komen we wellicht uit op 4.900 verassingen.”
Aan het nieuwe crematorium in Evere is een administratieve lijdensweg van vijftien jaar voorafgegaan. “Maar we zijn er bijna. Over vier maanden, op 3 maart 2023, gaat Evere open.” Waarna de intercommunale haar derde grote project zal kunnen afwerken: het crematorium voor dieren, dat gepland is in Schaarbeek.
Echt ecologisch is cremeren niet, erkent Godart. “Maar begraven is dat evenmin.” Voor elke crematie is er bijna zestig kubieke meter gas nodig, het verbruik van een gemiddeld gezin in tweeënhalve week. Met de huidige gasprijzen is dat wellicht geen lolletje? “Bij ons valt het mee, omdat we voor dit jaar nog een contract met een vast tarief hebben bij Sibelga.” Hoeveel de crematieprijs, nu tussen de 550 en 700 euro, volgend jaar zal bedragen, staat nog niet vast.
Hoe dan ook wil Godart het energieverbruik zoveel mogelijk beperken. “We hebben al een systeem waarmee we de warmte van de verbrandingsinstallatie recupereren voor de verwarming van de kantoren en we plaatsen volgend jaar zonnepanelen. Ook willen we in 2024 onze ovens vervangen, hetzij door elektrische, hetzij door gasovens die maar de helft verbruiken.”
In afwachting probeert Godart te werken met een strak ovenschema zodat er geen gaten vallen tussen de crematies en de ovens niet nodeloos blijven branden.
Meer ecologische vormen van lijkbezorging, zoals humusatie en resomatie, zijn niet toegestaan in ons land, hoewel er in Brussel al regelgeving is die deze alternatieven in de toekomst mogelijk moet maken. Bij humusatie wordt het lichaam gecomposteerd in houtsnippers, stro en bladeren. Resomatie is het oplossen van het lichaam in een bad van heet water met loogzout. Godart staat open voor die nieuwe technieken, maar heeft wel bedenkingen. “Resomatie is nog in een experimenteel stadium, voor humusatie moet je de geschikte plek vinden, het kan niet zomaar in een bos, en de ruimte is schaars in Brussel. Maar bij de burgers is er vraag naar alternatieven, dus moeten we het onderzoeken.”
Lees meer over: Ukkel , Samenleving , crematorium , levenseinde , begrafenis , Xavier Godart , Cremabru
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.