Amsterdam bant auto's uit het straatbeeld

Het nieuwe Amsterdamse parkeerplan voorziet in 5.000 extra plaatsen in parkeergarages. Op straat worden binnen enkele jaren 1.700 plaatsen geschrapt. Wie zijn auto buiten het centrum parkeert, wordt aangemoedigd. In Brussel sleept de uitvoering van het parkeerbeleid aan.

Het parkeerplan van de liberale wethouder (schepen) Eric Wiebes (VVD) wil auto's van de openbare weg parkeergarages leiden en zo meer openbare ruimte vrijmaken bovengronds.

Om dat te doen stelt de stad Amsterdam 3.300 plaatsen in onderbenutte gemeentelijke en commerciële parkings ter beschikking van bewoners met een parkeervergunning. Die garages zijn nu vaak de 'meest autoluwe zones van Amsterdam', aldus Wiebes.

Daarnaast worden ook 1.700 plaatsen bijgebouwd. Onder meer de ruimtes boven nieuwe metrostations wordt daarvoor gebruikt.

De extra plaatsen moeten het mogelijk maken om tegen 2020 1.700 parkeerplaatsen te schrappen bovengronds en de stad op die manier aantrekkelijker te maken.

Wie minder wil betalen voor zijn parkeervergunning, kan er in Amsterdam ook voor opteren om een parkeerplaats te nemen aan de rand van de stad, op een van de P+R-terreinen.

De Stad Amsterdam trekt 95 miljoen euro uit voor het nieuwe parkeerplan.

Brussel: wachten
In Brussel is het nog steeds wachten op een globaal parkeerbeleid voor het gewest. Het gewestelijk parkeeragentschap - dat de lijnen moet uitzetten van een parkeerbeleid dat de autodruk vermindert - wacht nog steeds op het gewestelijk parkeerplan van de Brusselse regering. Die regering wil het aantal parkeerplaatsen op de openbare weg reduceren met 16 procent. Die plaatsen kunnen ondergronds gecompenseerd worden.

Op gemeentelijk niveau schorste de Stad Brussel nog maar net de invoering van haar parkeerplan op tot begin 2013.