Anja Naucler, Zweedse celliste: ‘Het mes snijdt aan twee kanten’
A ls Anja Naucler 'Zweden' zegt, dan is dat Karlskoga, een stadje midden in het overweldigende boslandschap van de provincie Örebro. Naar Belgische normen niet meer dan een uit de kluiten gewassen gemeente.
"Karlskoga telt nog geen dertigduizend inwoners, maar heeft toch zijn plaats in de geschiedenisboeken verdiend. Het stadje heeft zich voor een groot deel ontwikkeld door de aanwezigheid van de wapenfabriek Bofors, die in 1894 in handen kwam van Alfred Nobel - twee jaar voor zijn dood was dat. Huize Björkborn werd Nobels officiële adres, Karlskoga de plek waar zijn beroemde testament geopend werd. In dat testament stond dat er, van de rente van zijn kapitaal, elk jaar op zijn sterfdag vijf Nobelprijzen moesten worden uitgereikt. Aan mensen die een opmerkelijke prestatie hebben geleverd ten dienste van de mensheid."
Erasmus
De kleine Anja had muziek in de genen. "Mijn grootvader was orkestleider. Uren heb ik thuis op de piano zitten tokkelen, en ook mijn moeder ging graag aan het klavier zitten. Van grootvader heb ik geen hulp kunnen krijgen: hij overleed toen ik pas vier was. Later heb ik ervaring opgedaan in jeugdorkesten. Toen het tijd werd om er een instrument uit te pikken waarin ik me wilde bekwamen, heb ik gekozen voor de cello. Een orkestinstrument. Waarom niet de piano? Omdat aan de Zweedse academies geen piano werd onderwezen."
Haar studie bracht Naucler twaalf jaar geleden naar Brussel. "Ik wilde als Erasmusstudente andere lucht opsnuiven, een stukje van Europa zien. Mijn prof zei me dat er een plaats vrij was in Brussel, dus werd het Brussel, de Nederlandstalige afdeling van het Conservatorium."
"De kwaliteit van het onderwijs en het talent van veel van mijn medestudenten waren overdonderend. Er zaten er zelfs bij die aan de Koningin Elisabethwedstrijd deelnamen. Toch zat ik er met gemengde gevoelens. Het regime was me te rigide, en ik was er ook niet zeker van dat ik wilde voortgaan in de klassieke muziek. Daarom heb ik al snel ingeschreven aan de ULB. Politieke wetenschappen."
"Studeren in een taal - Frans - die ik nog maar net aan het leren was, was een hele uitdaging. Vier jaar lang heb ik het gedaan. Tot ik mijn bachelor had behaald. Maar de muziek bleef trekken. Eerst weer klassiek gespeeld in orkesten, waarvoor ik tenslotte was opgeleid, daarna de wereldmuziek omarmd. Ik heb ook ontdekt dat Brussel ideaal is om artiesten van over heel de wereld te leren kennen, met als bindmiddel de universele taal van de muziek. Zo heb ik na verloop van tijd gevonden wat ik graag doe: de horizonten van mijn muzikale smaak verkennen. Het heeft me ook geholpen een plaats te vinden in een stad die op zich klein is, maar zich groot mag noemen omdat er zoveel interessante mensen wonen en werken. Brussel is cultureel daardoor zoveel rijker dan wat ik in Zweden gewend was, zeker door al die invloeden van buitenaf."
"Me beperken tot één genre kan en wil ik niet. Ik laaf me aan de diversiteit die deze plek me biedt. Na klassiek kwam jazz, daarna ben ik gaan optrekken met Afrikaanse muzikanten, onder wie Manou Gallo, de Ivoriaanse bassiste die zes jaar lang heeft getourd met Zap Mama. En daarnaast waren er ook ontmoetingen met Arabische en Latino-artiesten, en ik heb zelfs rock gespeeld. Ik heb ook al solo dingen gedaan, zoals de muziek voor een Franse korte film. Maar het liefst van al werk ik toch samen met anderen; me aanpassen, me ergens integreren past nu eenmaal het best bij mij."
Mooi ook: Anja Naucler heeft die ontdekkingstocht lang kunnen maken op de cello die ooit nog van haar grootvader was. "Ondertussen heb ik er een gevonden die me beter ligt. Ergens vind ik het spijtig, omdat grootvaders cello een familiestuk is, maar ik ben nu eenmaal verliefd geworden op een andere. Ik begin erover te denken mijn eerste cello te verkopen - hoezeer ik er ook aan gehecht ben -, want een instrument verdient het bespeeld te worden. Niet ergens in een hoekje stof staan te vergaren, omdat het nu eenmaal een emotionele waarde heeft."
"Een instrument is voor een muzikant hyperpersoonlijk, het is alsof je ermee vergroeit. Ik was dan ook min of meer in shock toen ik op een bepaald ogenblik mijn huidige cello zwaar beschadigde - domweg door erop te vallen. Eventjes vergeten dat haast en spoed zelden goed is... Gelukkig is ze ondertussen hersteld, maar ik heb mijn lesje geleerd en heb een tweede cello gekocht. Modern, in carbon, kan tegen een stootje. Een cello waaraan ik niet zo gehecht ben, die ik gerust kan meenemen op reis, in de metro, waarmee ik kan optreden in bars zonder duizenden angsten uit te staan. Het heeft mijn leven er heel wat makkelijker op gemaakt."
Geborgen
Makkelijk, zo omschrijft Naucler ook het leven in Brussel, in België. "Toch had ik het aanvankelijk moeilijk om me aan te passen. Ik miste Zweden; mijn sociaal leven stond op een laag pitje, ook omdat ik geen Frans sprak. Na een jaar is het beginnen beteren, en gaandeweg heb ik geleerd van de stad te houden. De landstalen geleerd, ook. En kijk, nu twaalf jaar later ben ik hier nog; mijn verhaal is dat van zoveel andere mensen in Brussel. Mensen die hier een beetje bij toeval zijn beland en zijn gebleven."
"Ik hou van dat typische Brusselse. De echte Brusselaar zegt wat hij denkt, draagt het hart op de tong, is warm. Hij heeft lak aan plichtplegingen, je moet hem nemen zoals hij is. In Zweden is alles strakker, in de sociale omgang zijn er veel meer beleefdheidsregels."
"Ik hou ook van Elsene, mijn eerste plek in Brussel. Na een tijdje ben ik naar het centrum verhuisd, naar de buurt van het IJzerplein. Maar het leven was daar harder. Ik zag er veel armoede, ik had meer het gevoel in een grote stad te wonen. Dus ben ik teruggekeerd naar Elsene, waar ik me meer geborgen kan voelen."
"In de buurt flaneren is iets wat me blij stemt, elke keer weer. Maar niet alleen in de buurt; ik heb toch wel al een groot deel van Brussel verkend. Te voet, met het openbaar vervoer, waarbij ik voor aangename verrassingen kwam te staan, links en rechts. Van een straat met arbeiderswoningen en kerselaars tot prachtige voorbeelden van art nouveau en art deco."
"De diversiteit van de architectuur in Brussel, de afwisseling tussen hoog- en laagbouw, het verveelt me nooit. Er wordt dikwijls geklaagd over de afbraakwoede die Brussel heeft getekend, en er zijn in de loop der jaren inderdaad mooie zaken moet wijken voor minder mooie. Maar toch heeft Brussel zeker niet te klagen in vergelijking met veel Zweedse steden, die gedomineerd worden door nogal verstikkende architectuur van de jaren 1960. Hier is veel meer behouden; her en der verspreid in de stad voel je de authenticiteit."
"Weet je wat ook tof is? Dat mijn moeder, net als ik, Brussel in haar hart draagt. Ze komt me elk jaar bezoeken en het is zij die me ertoe aanzet mijn adoptieplek te analyseren. Ze is als het ware mijn gids, mijn ogen, ze ziet veel meer dan ik. Aanvankelijk vond ze het allemaal maar niks, Brussel. Vuil, veel leegstand. Maar de voorbije jaren is Brussel ten goede veranderd, en dat is haar allerminst ontgaan."
BDW in gesprek met ...
Lees meer over: Elsene , Samenleving , BDW in gesprek met ...
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.