Clerfayt over nieuwe meldingen Michel De Herde: ‘Zijn momenteel nog geruchten'

Schaarbeeks titelvoerend burgemeester en minister Bernard Clerfayt (Défi) blijft een afwachtende houding aannemen in verband met schepen Michel De Herde, over wie dit weekend vier nieuwe meldingen van grensoverschrijdend gedrag naar buiten kwam. “We hebben momenteel nog te weinig info. Maar als het over iets ernstigs gaat, moet er een onderzoek komen,” aldus Clerfayt.

In mei heeft Schaarbeeks schepen Sihame Haddioui (Ecolo) collega-schepen Michel De Herde (Défi) aangeklaagd voor seksueel grensoverschrijdend gedrag. Het onderzoek is nog lopende, en momenteel is het "woord tegen woord". Dit weekend kwamen nog eens vier meldingen van grensoverschrijdend gedrag over De Herde naar buiten.

Op 1 juni verzekerde titelvoerend burgemeester Bernard Clerfayt (Défi) aan La Dernière Heure dat als er nieuwe klachten zouden worden ingediend “dit de zaak zou veranderen”. Maar dat is volgens hem nog niet aan de orde. “Vandaag gaat het nog steeds slechts om meldingen, er zijn geen officiële klachten bijgekomen,” reageert minister Clerfayt. “Ik heb ook niet gezegd dat ik maatregelen zou nemen. Het is het schepencollege dat nu - eventueel - een beslissing kan nemen.”

Te weinig info

Het schepencollege komt morgen bijeen. Hoogstwaarschijnlijk wordt de zaak er besproken, al blijft het onzeker of het schepencollege effectief stappen kan zetten. Het college kan De Herde in geen geval de toegang ontzeggen, legde collega-schepen Adelheid Byttebier (Groen) vorige maand nog uit.

Volgens Clerfayt is er bovendien nog te weinig informatie over de aantijgingen. “Momenteel gaat het nog om geruchten. We moeten die eerst kunnen objectiveren. Over wat gaat het? Is het ernstig, of niet? Indien het over iets ernstigs gaat dan moet er een onderzoek komen, dat is sowieso onze wettelijke en morele verplichting.”

De gemeente werkt daarom met vertrouwenspersonen, waarna mogelijk een intern onderzoek volgt via Cohezio, de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. “Maar we weten nog te weinig,” klinkt het.