Column Freddi Smekens: Kapoebel

Freddi Smekens
© Brussel Deze Week
23/10/2011
H et Brusselse woordje dat hierboven prijkt, komt ongetwijfeld van het Franse capable. We moeten allemaal kapoebel zaain vè doe mei akkaud te zaain, waarde lezer. En ik ga ervan uit da we allemoe kapoebel vè eet zaain.

We denken er samen even over na vèwa we kapoebel zaain. Natuurlijk heb ik mezelf er al op betrapt als een onnozele voor de dag te komen met de uitspraak "Ik kan alles." Die redenering komt ongeveer overeen met "Ik hem van niks schrik." Beide beweringen zullen hoogstwaarschijnlijk op een soort ongeloof onthaald worden. Maar of dat voor ons een reden moet zijn om ze niet meer af en toe te gebruiken, is uiteraard een andere vraag. Zolang we ervan uitgaan dat we kapoebel zaain vè eet, zal het ongetwijfeld lukken. En dat wens ik iedereen dan ook toe.

Laten we ook even de andere kant van de spiegel bekijken. Een Brusselse uitdrukking die men eerder als een verwijt, zo niet als een belediging beschouwt, gaat als volgt: "Gaa zaait ni kapoebel" (of "Daan (of dei) es vè niks kapoebel"). De meeste mensen die met zo'n schunnig-eigenwijze uitspraak uitpakken, zijn uiteraard oek vè niks kapoebel. Het is ons allemaal geraden, waarde lezer, hun dat te gepasten tijde diets te maken.

Toch nog even terug naar het positieve aspect van kapoebel zaain. Ooit werd mij door ne kapoebele meens (m/v) ingefluisterd: "Alleman es gebaure vè eet te kenne." Daaruit besloot ik dat we uiteindelijk altijd vè eet kapoebel zulle zaain. Ik laat het aan u over, waarde lezer, om na te gaan waarin uzelf, in de loop der tijden, kapoebel geweist zaait, en naa nog altaaid zaait. Mocht mij die vraag gesteld worden, dan zou ik haast onmiddellijk onbezonnen antwoorden: "Ik kan niks." Het kan misschien eigenaardig klinken, maar zo'n reactie heeft veel te maken met een vorm van ijdelheid. Vandaar dat ik in de loop der tijden mijn antwoord wat aangepast heb in de zin van: "Ik kan 'n betche schraaive, mo ik kan aa giene chek ooitschraaive." Die laatste uitspraak hoeft overigens niet per se het einde van de discussie in te luiden. Wanneer mijn gesprekspartner toch blijft doordrammen over waarvoor ik dan wél kapoebel ben, dan dis ik mijn favoriete verhaal op. "Ik kan ooit 'n veenster van 't derde springe in 'n fles coca." Meestal word ik dan uitgedaagd: "Weudde da g'het ni kunt!" Daarop heb ik niet veel meer te zeggen dan "Geift ma nen trefter en ge zult zeen!" Welnu, ni vè 't ien of 't ander, waarde lezer, ik hèm het nog nuut ni geprobeit, mo ik ben kapoebel vè het te doon.

Blijft natuurlijk de vraag of we stuk voor stuk genoeg ervaring hebben, bekwaam, geschikt en competent zijn om as ne kapoebele meens door het leven te gaan. Om dat kluwen te ontwarren heeft het - spijtig genoeg - geen zin om iemand anders te vragen waarvoor wij nu zelf kapoebel zaain.

Waar is de tijd dat men me vroeg: "Zaain de meense kapoebel vè no de moen te goen?"? Meer dan dat die vraag prachtig rijmde, kon ik tot voor 1969 niet antwoorden. Daar is dus verandering in gekomen, maar de grenzen vèwa de meens kapoebel kan zaain, wordt steeds weer verlegd. En niet alleen op wetenschappelijk gebied vragen we ons af waartoe onze medemens nog allemaal in staat is, waarde lezer; zo staat men er ook af en toe bij stil welk record de sportman of sportvrouw in de toekomst nog zal kunnen breken. Mo lot het ons hee mo aave baa wa we onder 'ne kapoebele meens' verstoen.

Het zou ons allemaal uiteraard erg plezieren om door onze medemens in deze categorie ondergebracht te worden. Maar daarbij mogen we ons gerust de vraag stellen of diezelfde medemens genoeg capasitaaite heit vè te weite of we kapoebel zaain of ni. Persoonlijk ben ik van oordeel dat het aan onszelf is om uit te maken waartoe we kapoebel zaain. En zelfs wanneer we tot de slotsom "Tot niks" komen, kunnen we ons altijd troosten met de gedachte da we ten minste kapoebel zaain onszeulf te kenne.

Ziezo, waarde lezer, mij rest te hopen dat ik kapoebel genoeg geweist ben vè eet auver kapoebel te zegge dat op eet trekt. Want, eerlijk, het tegenovergestelde zou mij enigszins verwonderen.

Freddi Smekens

Freddi Smekens neemt u wekelijks mee door de wondere wereld van het Brussels.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving , Freddi Smekens

Lees ook

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni