Column Freddi Smekens: Meimoeke
Lees ook: Column Freddi Smekens: Fleereflooiter
Zeker is dat men er gerust van uit kan gaan dat men elke dag wel eet meimokt. Dat gaat van de miest sumpele dinge tot de gruutste avonteure . En dat het eerste meer voorkomt dan het laatste, moot ik ni onderstreipe . Met andere woorden, waarde lezer, eet meimoeke mokt diel ooit van het doegelaaiks leive .
Hoe spannend is het niet wanneer men van iemand te horen krijgt: "Leustert neki wa 'k naa wei hem meigemokt!" Het antwoord dat ik daarop steevast klaarheb, luidt: "Awel, niks, paas ik. Gelak as altaaid." Maar vermits ik in de loop der tijden gemerkt heb dat men met die repliek nooit heel sympathiek overkomt, ben ik er mo van af gestapt . Anders is het dus gesteld met de aanhef van de treurzang, gezongen door hen die nog nuut niks meigemokt hemme . Als antwoord daarop passen eerder woorden van troost dan hoongelach. Misschien in de zin van "Awel, den hei braa veul chance!" Maar uiteraard ook: "Mo toch wel! Ge zaait ma hee just on 't vertelle da ge nog niks hèt meigemokt!" - e n dan maar beginnen uitweiden dat zoiets toch een transcendente ervaring moet zijn... Want laten we nooit vergeten, waarde lezer, dat de zwanze in onze manier van denken en handelen altijd een prominente plaats moet blijven innemen. Dat sterkt me in mijn geloof dat we, telkens als we met die zwanze geconfronteerd worden, iets fundamenteels meemaken in ons Brusselse bestaan. Natuurlijk kan dat laatste eventueel tegengesproken worden, mo ik zou er iest toch neki good auver noepaaze . Wie zei er ook weer dat men met mij niet op het leste van zaain Lataain es as het auver noepaaze goet ? "Lot ze mo zwanze," denk ik dan.
Bij dat alles zou de dichter in mij, die ik toch as ne serjeuze meens beschouw, het in volgende termen durven te stellen: "Meimoeke es gelak as oeseme. As we niks nemi meimoeke, zaain we duud." En daarbij laat ik de bijnadoodervaring nog even buiten beschouwing. "Voilà! Hij es waal on 't zwanze! Zal hij het den nuut ni afliere?!" merkt het minder begaafde deel van mijn entourage daarbij op. Wat kan ik daarop anders antwoorden dan "Ge verstoet er niks van omda ge nog niks meigemokt hèt"?
Iets pijnlijker dan meimoeke klinkt deumoeke . De kloegers onder ons zeggen bijvoorbeeld: "Ge zou ni kunne geluuve wa da'k tot hee too allemoe hem moote deumoeke." Natuurlijk wordt ook hier de nieuwsgierigheid van de toehoorder gewekt, maar volgens mij toch in mindere mate dan wanneer men het over meimoeke heeft.
Zonder de wijsgerige toer op te willen heb ik nog wel een opmerking in verband met meimoeke . Interessant is de vaststelling dat niemand van ons nooit de som zal kunnen maken van wat we in ons kortere of langere leven allemoe hemme meigemokt. Maar evengoed staan we machteloos in de voorspelling van de mooie of eventueel minder aangename gebeurtenissen dee we nog goen meimoeke . En ik heb nóg een bedenking. Hoe zou ons bestaan eruitzien mochten we - zoals Kuifje bijvoorbeeld - van 't ien avonteur in 't ander terechtkomme ? Zouden we dan op een bepaald ogenblik niet met een soort van eentonigheid te maken krijgen? Want wat is er tenslotte aangenamer dan eet meimoeke in alle rust en serenitaait ? Welnu, waarde lezer, wanneer ik bij die laatste analyse de opmerking krijg: "Zu ne ziever hem ik van ma leive nog ni meigemokt!" , dan beschouw ik dat eerder as e compliment dan as 'n affront . Want men mookt niet alleen mei wat men beleeft, maar eveneens wat men ziet. En in dat geval houdt de bewering "Ik hem nog niks meigemokt" geen steek.
Ten slotte sta ik nog even stil bij de Brusselse woorden die ik ooit in ons Algemeen Nederlands heb kunnen hertalen. "'t Is mei moeke," zei ik ooit tegen mijn moeder bij het overhandigen van een paar takjes meibloemen.
Freddi Smekens
Lees meer over: Samenleving , Freddi Smekens
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.