Column Freddi Smekens: Oentrekke
Lees ook: Column Freddi Smekens: Fleereflooiter
Soms hebben we veel om ons oen te trekke, in andere tijden iets minder of zelfs helemaal niets. In dat laatste geval mogen wij ons, althans volgens mij, gelukkig achten. Maar om niet onmiddellijk af te wijken van de titel boven deze Brusselse Rubriek zal ik uiteraard van start gaan met ons eet oentrekke.
Haast direct mag daarbij de vraag gesteld worden: "Wannier trekke we ons in faaite eet oen?" Welnu, mocht ons dagelijks bestaan niet wemelen van de verrassingen en van de onvoorziene omstandigheden, dan zou die vraag helemaal overbodig zijn. Want in dat geval zouden we ons gerust kunnen nestelen in de aloude bedenking "Ik trek ma nuut niks oen." Maar de vraag blijft natuurlijk of dat altijd opgaat.
Bij dat laatste maak ik me de bedenking dat a eet oentrekke ni altaaid ne negateeve klank moot hemme. Ik zou zelfs zo ver kunnen gaan om te beweren dat het tegenovergestelde eerder het geval is. Zo kan ons eet oentrekke met een duidelijk engagement of een bepaalde stellingname te maken hebben. In dat geval kunnen we gelukkig niet zelden tot de even blije als hoopvolle conclusie komen dat er masscheen wel e giel pak meense zaain dee uile hetzeulfde oentrekke as waaile. Als voorbeeld daarvan wil ik, en niet zonder een vleugje nostalgie, de vredesmarsen en het protest tegen de kern- en andere oorlogswapens aanhalen. Met andere woorden: we trekke ons vantaaid oen wa andere meense ongelukkig kan moeke.
Wanneer ik dat voorbeeld aanhaal, is dat uiteraard maar een van de vele woeda we baa stilstoen en woeda we probeire eet on te doon. Dat zulks in regelrechte tegenstelling staat met ons niks oentrekke, hoeft volgens mij geen betoog. Wat echter ook niet benadrukt hoeft te worden, is da alleman van ons, en op welk moment da we het wille, kan decideire wa we ons oentrekke of ni. En dat laatste heeft wel degelijk te maken met een concrete vorm van woerhaaid dee ze ons nuut ni zulle kunne afpakke. Maar laat me stellen dat het hier niet de bedoeling is om 'ons eet oentrekke' op te hemelen of met een aureool te tooien.
Wie van ons, waarde lezer, is nooit tot de slotsom gekomen: "Ik hem ma veul te lang eet oengetrokke dat de moojte ni was"? Of, met andere woorden: "Ik had er ma beiter niks van oengetrokke."
Positief bij die bedenking is dat we op zo'n ogenblik beseffen dat het gezegde "Gedane zaken nemen geen keer" ten volle tot zijn recht komt. Veel hangt natuurlijk van de omstandigheden af. Maar het is volgens mij zeer de vraag of het feit of we ons eet oentrekke of ni, veel of zelfs enige invloed zal hebben op het verdere verloop der gebeurtenissen. Datzelfde geldt trouwens ook voor de troostende woorden die we af en toe meekrijgen in de vorm van "Trekt a da ni oen" of "Trekt a da allemoe ni oen." Meestal, maar gelukkig niet altijd, gaat het hier om een uitspraak die gemakkelijker gezegd is dan gedaan.
Er zijn echter opmerkingen die men met de nodige omzichtigheid moet hanteren. We kunnen zelfs gerust stellen dat die uit den boze zijn. Die gaan dan van "Gaa trekt a nuut niks oen" tot "Gaa trekt a alles te veul oen." Zeker omdat beide terechtwijzingen bij de aangesproken persoon onaangenaam, zo niet kwetsend kunnen overkomen.
De dichter in mij zou er bij dat laatste zelfs een beeld - of zou het om een metafoor kunnen gaan? - bij willen slepen. Iets in de zin van: "Lot de meense huile oentrekke of ni oentrekke wa ze wille. Just gelaaik ze 'n broek, 'n vest, ne rok of e klied oentrekke." En met die laatste bedenking wil ik weer bij de vrijheid belanden. En afsluiten in de hoop dat het nog lang mag duren eer we ons eet tristig moote oentrekke.
Freddi Smekens
Lees meer over: Samenleving , Freddi Smekens
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.