Column Freddi Smekens: Schraaive
Lees ook: Column Freddi Smekens: Fleereflooiter
We kunnen natuurlijk de vraag in een andere vorm gieten. Namelijk: wannier hem ik vè de leste ki nen breef geschreive? Ook die vraag zal menigeen tot nadenken stemmen. Evenals: wannier hem ik vè de leste ki nen breef gekreige? Allemaal vragen die voor het merendeel onbeantwoord blijven. Maar erg is dat uiteraard niet. Hoewel... Schraaive zal altijd deel uitmaken van ons bestaan, net als leize. Gaat u het zelf maar eens na, waarde lezer. Bij wat voorafging, merkt u zelf dat ik me bij schraaive heel wat vragen stel. Maar we kunnen gelukkig ook een andere toer op. Bijvoorbeeld: wa konde we iest? Leize of schraaive? De logica zelf zou ons aan deze vraag niet mogen doen twijfelen. Maar zelfs hier zou een zweem van aarzeling kunnen dagen.
In dat verband wou ik een pittige anekdote kwijt. Lang geleden kreeg ik de opmerking te slikken: "Gaa zaait ne linkepuut, menneke. Ge zult nuut ni schuun kunne schraaive." Niet dat ik de zwakzinnige criticus veel weerwerk kon bieden op zijn onnozele opmerking. Mo ien ding wil ik wel zegge. Op de lagere school werd ons nog opgedragen met een kroontjespen te schraaive. Tot daar toe niets aan de, euh, hand. Maar gaandeweg drong iets eigenaardigs tot mij door. "Tiens..." dacht ik haast hardop, "ik veig alles ooit wa da 'k just geschreive hem..." Gelukkig heeft men mij nooit verplicht om me tot rechtshandige om te toveren. Wat ik wél mocht, was met een potlood in plaats van met een pen schrijven. De lezer zal mijn opluchting begrijpen op het ogenblik dat ook nen bic mocht. Wat mij allemaal niet belet om kalligrafie een van de mooiste kunstvormen te vinden.
Dat schraaive mè 'n penne, nen bic of zeulfs ne crayon ietwat uit de mode geraakt, hoef ik hier zeker niet te onderstrepen. Hoo lang goe het nog deure da alleman 'n aaige handschrift heit? Terwijl... masscheen goe ik hee 'n aupe deu instampe, mo ons handschrift zeit eive veul auver ons as ons vingerafdrukke en onze DNA. Dat wat het wetenschappelijke aspect van ons betoog betreft. Mo er es mier dan da, fluistert de zelfverklaarde grafoloog mij in. Wat zou een psycholoog mij antwoorden wanneer ik stel: "Neemand es vees van zaain aaige handschrift"? Niets, vermoed ik. Maar het is ook zo, waarde lezer, dat we in deze digitale wereld niet meer weten, of onderkennen, hoe ons eigen handschrift eruitziet.
Nu even over naar het creatieve aspect van schraaive. Er kan een ogenblik komen dat in ieder van ons ne schraaiver, ne journalist of eventueel nen dichter wordt wakkergeschud. Meestal begint zoiets met "Tiens, da moot ik neki opschraaive." En meestal is er dan geen houden meer aan wanneer het spel op de wagen zit. Feit is alleszins dat men al schraaivend schraaiverke weut.
Ooit kwam ik veu de pinne met de stelling: "Schraaive es paaze op papee." Niet dat het er nu zo enthousiast toeging dat een van mijn toehoorders uitriep: "Da moot ik na neki opschraaive!", maar tot mijn grote verbazing werd de uitspraak niet op het hoongelach onthaald dat ik had verwacht.
Om af te ronden, waarde lezer, wou ik voor u graag nog het volgende optekenen. Te weite da schraaive en tiekene toch eet mè ien te moeke hebbe. Zie gerust de voorgaande zin. Anderzijds moet ik ook iets toegeven wat mij niet bepaald vrolijk stemt. Ik ben er namelijk nooit uitgeraakt waar de uitdrukking "Ge kunt het op aan booik schraaive" vandaan komt. Misschien kan de lezer of een lid van de Academie van het Brussels voor mij even zijn of haar licht laten schijnen over die vraag.
Ziezo, waarde lezer, het was voor mij een hele opluchting om neki eet auver schraaive geschreive t'hemme.
Freddi Smekens
Lees meer over: Samenleving , Freddi Smekens
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.