Column Freddi Smekens: Vuistelle

Freddi Smekens
© Brussel Deze Week
16/09/2012
N atuurlijk is "vuistelle" geen typisch Brussels woord, en toch ben ik er lang van uitgegaan dat de vraag "Kun d'a da vuistelle?" dat wel was. Met de jaren ben ik echter gaan beseffen dat het voorstellingsvermogen van de Brusselaar niet groter of kleiner is dan dat van wie dan ook.

N atuurlijk is vuistelle geen typisch Brussels woord, en toch ben ik er lang van uitgegaan dat de vraag "Kun d'a da vuistelle?" dat wel was. Met de jaren ben ik echter gaan beseffen dat het voorstellingsvermogen van de Brusselaar niet groter of kleiner is dan dat van wie dan ook.
Gelukkig, waarde lezer, kunne we ons nuut e gedacht moeke van wa er kan komme of gebuire noe da we ons eet vuigesteld hemme. Sommigen zullen weliswaar beweren dat er nooit iets is (of iets zal gebeuren) zoals we er ons e gedacht van hemme gemokt. Persoonlijk vind ik dat een nogal droevig en pessimistisch uitgangspunt. Maar ook het tegenovergestelde behoort niet tot wat wij 'de realiteit' plegen te noemen. Gelukkig staat het iedereen vrij om op elk ogenblik en over welk onderwerp het feit van ons eet vui te stelle de vrije loop te laten. Zo komt het bijvoorbeeld niet zelden voor dat ik mij bij een wandeling door onze stad de vraag stel: "Hoo zou dat hee vreuger geweist zaain?" of "Hoo zou dad'er ooitgezeen hemme?" Ik ben waarschijnlijk ook niet de enige die zich dat afvraagt.

Natuurlijk bestaan er oude prentbriefkaarten en de herinneringen van anderen om ons bij die vraag een preciezer idee te vormen. Uit ervaring weet ik echter dat men daarop af en toe het antwoord "Ge kunt a da ni vuistelle!" voorgeschoteld krijgt. Het is wel een heuglijke vaststelling dat juist die reactie ons ertoe aanzet (en ons zelfs de nodige inspiratie bezorgt) om ons wel eet vui te stelle.

We blijven nog even in de stad, op verkenningstocht. Daarbij komt uiteraard niet alleen het verleden, maar ook de nabije en verre toekomst bij ons eet vuistelle van pas. Op dat ogenblik ontpoppen we ons tot architect, en onze stad krijgt er meteen een andere, nieuwe en soms hiel origineile dimeense mei. Dat we daarbij onze verbeelding de vrije loop laten en natuurlijk ook de noodzakelijke vrijheid gunnen, hoeft - althans volgens mij - verder geen betoog. Uiteraard komen bij dat alles niet alleen de structuur en het uitzicht aan bod. Ons eet vuistelle doen we eveneens over haar bewoners van vroeger en nu. Dat het menselijke aspect van de stad bij die benadering centraal staat, mokt het allien mo plezanter.

Een van de vragen die ik mij daarbij stel, is: "Hoo kloenk ons Brussels vreuger?" Het eerste antwoord dat mij dan te binnen schiet, is: "Ik kan ma gerust vuistelle dat het ni vuil anders geweist zal zaain as naa." Maar dat is een nogal oppervlakkige inschatting, besef ik. Zolang onze prachtige streektaal leeft en geleefd heeft, zal haar ademhaling en haar hartslag het ritme van de verandering blijven volgen. Welnu, ik kan ma vuistelle, waarde lezer, dat ik bij die laatste analyse de opmerking krijg: "Awel menneke, we wiste da ge van taaid tot taaid neki serjuis kost zaain, mo lot ons zegge da g'er na toch e scheupke baa doot." Die opmerking laat ik mij met veel plezier welgevallen, en uit respect voor die ene lezer die ze zou kunnen formuleren, leg ik ze niet zomaar naast mij neer.

Maar even terug naar de vraag waarmee ik deze Brusselse Rubriek heb ingeleid: "Kun d'a da vuistelle?" Het kan wat eigenaardig klinken, waarde lezer, maar wie deze pertinente vraag stelt, verwacht er in feite geen antwoord op. En dat heeft volgens mij een duidelijke reden. Want een antwoord als "Hielemoe ni!" of "Nateurlaaik" zou de discussie geen greintje verder helpen.
En dan is er ook nog het volgende. Men hoeft niet bepaald ijdel te zijn of aan grootheidswaanzin te lijden om onomwonden te kunnen beweren: "Ik kan ma alles vuistelle." Natuurlijk zijn er dingen en omstandig­heden waarvan w'ons gien gedacht kunne moeke. Maar die dingen komen in een gewoon gesprek gelukkig zelden of nooit voor. Uiteraard spreek ik in dat laatste voor mezelf.

En om te besluiten toch nog even dit. Wanneer we het doemdenken even buiten beschouwing laten, kunnen we gerust stellen dat ons eet vuistelle alles te zeen heit mè 'n avonteur da we onze giest loete meimoeke. Laten we hopen, waarde lezer, dat zoals bij onze striphelden een blij vervolg nooit te lang op zich laat wachten.

Freddi Smekens

Freddi Smekens neemt u wekelijks mee door de wondere wereld van het Brussels.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving , Freddi Smekens

Lees ook

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni