Column Freddi Smekens: Zitte

Freddi Smekens
© Brussel Deze Week
19/09/2010
We goen hee neki zeen of we da zeen zitte. Een Brussels zinnetje zoals er zoveel zijn, waarde lezer; niets om bij stil te staan, zou ik haast zeggen. Maar in ons Brussels is er gelukkig altijd meer aan de hand...

Met ons woordje zitte kunnen we werkelijk alle kanten op. In de uitdrukking: "'k Zeen dat hee nemi zitte" is het nogal wiedes. Op dat ogenblik bepaalt men zelf dat het punt in de tunnel ergens tussen nergens en oneindig ligt. Dat is meteen het spijtige aspect van de zaak.

Anderzijds kan men ook de vraag stellen: "Zeede gaa da zitte?" Het kan wat eigenaardig klinken, maar op die directe vraag móét men haast onvermijdelijk een positief antwoord geven. Hoewel... De laatste tijd heb ik even stilgestaan bij het feit dat we in het Brussels zitte vaker gebruiken dan stoen . Stoen kan natuurlijk van pas komen in zinnetjes als: "Ik stoen er stoem van" of even­tueel: "Doe stoen ik na gielegans ni stoem van!" - met stoem als metafoor voor de verwondering.

Welnu, waarde lezer, samen met u twijfel ik ook even aan de logica van onze Brusselse streektaal. Ik geef u wat dat betreft graag een doordenkertje mee. Hoe moeten we bijvoorbeeld het verschil inschatten tussen: "Wa stoen 'k hee te doon?" en: "Wa zit ik hee te doon?" Op het eerste gezicht is dat geen vraag om wakker van te liggen, dat geef ik grif toe. Zeker omdat we er ni mei moote inzitte . En van inzitte gesproken: twee uitdrukkingen zijn op dat gebied aan elkaar gewaagd. Enerzijds hebben we: "Ik zit er ni mei in" , en aan de andere kant: "Ik zit er wel 'n betche mei in." Letten we goed op dat woordje 'n betche , waarde lezer. Ons Brussels is namelijk zo subtiel dat wanneer men met dat betche uitpakt, het geheel een veel grotere dimensie krijgt.

Hoe langer ik erover nadenk, waarde lezer, hoe meer ons woordje zitte mij intrigeert. Zeker wanneer ik me begin af te vragen of zitte eigenlijk wel een werkwoord is. Men stoet in het onderwaais , men heit baa den troep geleige , maar de vraag is: woe zitte we? Twee omstandigheden waar we zeker zitte , is in de klas en in den bak . Niet dat het een met het ander te maken heeft, hoewel... Van het een komt uiteraard het andere, waarde lezer, en dat andere heeft alles te maken met de onnavolgbare Brusselse uitroep: "Awel?! Hoo zit dat hee?!" Bij die vraag heb ik me steeds de bedenking gemaakt da wannier eet zit, het toch ni voech kan gon. Ik ga ervan uit dat: "Hoo zit dat hee?!" eerder een aansporing is, en: "Hoo zit het?" veeleer een vraag naar iemands gezondheid, of even­tueel naar zijn of haar gemoedstoestand. En ook hier wordt de dichter in mij wakker. In ons Algemeen Nederlands vragen we: "Hoe gaat het?" In het Brussels daarentegen gaat het van: "Hoo is 't?" En toch staan beide uitdrukkingen geenszins lijnrecht tegenover elkaar.

We kunnen nog een stap verder gaan. In ons Brussels heeft men het over: "Ik zit ma da af te vroege" , daar waar het in het AN klinkt als: "Ik vraag het mij af." Dat de taal soms ondoorgrondelijk is, hoef ik niet meer te onderstrepen of te bewijzen. Neem nu de vermaning: "Zit stil!" In mijn jongere en brozere jaren vroeg ik me al af: "Hoo kunne we na boegeire as we zitte?" Natuurlijk heb ik deze bemerking nooit hardop geformuleerd, maar ze is wel af en toe in mij opgekomen.

Daarstraks hadden we het even over: "Ik zit er ni mei in" , waarde lezer. Natuurlijk heeft die uitspraak te maken met: "Het kan mij niet schelen." Toch vind ik de eerste uitdrukking veel sterker. Graag wou ik nog even terugkomen op de tegenstelling tussen zitte en stoen , meer bepaald op hoe we deze twee begrippen in het Brussels hanteren. Neem gerust twee zinnetjes als voorbeeld. Wat is het verschil tussen: "Wa zitte hee na te zievere?" en "Wa stooj hee na te zievere?" Volgens mij... is er geen. En toch bestaan ze allebei. En zo moet ik ook vaststellen dat men toch moeilijk van iemand kan zeggen: "Hij (of zij ) zit achter ma gat." Temeer omdat de persoon die achter ons gat zit , verondersteld wordt niet te bewegen!

Ziezo, waarde lezer, in een volgende Brusselse Kroniek zal ik u met veel plezier onderhouden over het woordje stoen . Zeede gaaile da allemoe goo zitte?

Freddi Smekens

Freddi Smekens neemt u wekelijks mee door de wondere wereld van het Brussels.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving , Freddi Smekens

Lees ook

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni