De perfect tweetalige Brusselaar, met een Nederlandse tongval, het blijkt helemaal Lucie Moers. Jarenlang presenteerde ze heavy metal op Radio Campus van de ULB. Maar ook barokmuziek ligt haar. Na heel veel ervaring in de cultuursector stapte ze over naar de sociale sector, bij Samusocial. "Ik wou eigenlijk wat gaan doen voor de minsten van de Brusselse samenleving," vertelt ze. "Waar hebben we het als verwende locals over, besefte ik in Java. Dat de bus tien minuten op zich laat wachten?"
Communicator Lucie Moers: 'De bewuste zone dertig voor cultuur'
O m de zoveel jaar komen we Lucie Moers tegen, telkenmale enthousiast over een nieuwe job. “Toen ik bij Bozar na drie jaar opstapte ervoer ik het zoals directeur Paul Dujardin het poneert: ‘Je moet Bozar zien als een springplank voor jongeren’. Daarmee heeft het grote personeelsverloop in dat huis een reden en excuus. “Moers neemt om de drie jaar een andere uitdaging aan, zo doet ze bakken ervaring op. Daar hoort ook heel wat vrijwilligerswerk bij. Het begon allemaal in het Jubelparkmuseum, toen ze afgestudeerd was aan de ULB, Kunstgeschiedenis en Archeologie, met nog een jaartje Culturele Studies achteraf in Leuven. “Om mijn Nederlands bij te schaven, want mijn Nederlandse ouders hadden me in Etterbeek naar Saint-Stanislas gestuurd, in het Frans. Ik ben als enig kind geboren in Etterbeek, en heb op vele adressen gewoond: in Etterbeek (tegenover het Jubelpark, red.), Anderlecht, Sint-Pieters-Woluwe,… Toen mocht je als kind van je ouders nog volop op straat spelen en fietsen.”
“Mijn moeder uit Nederlands Limburg kwam jong naar Brussel om er als vertaler-tolk te werken voor de Europese Commissie. Nadien ging ze aan de slag als journaliste. Ze was Brussels correspondent voor meerdere internationale media, waaronder Ierse kranten. Ik hoorde haar als kind constant stukjes per telefoon dicteren; zo heb ik goed Engels geleerd. Mijn Nederlandse vader, van wie ze gescheiden is toen ik zeven was, werkte hier in de informatica.”
Culturele Gids
Zeven jaar lang presenteerde Moers een heavy metal-radioprogramma op Radio Campus (ULB). Moers: “Echt sectair heavy metal ben ik niet, want ik hou ook van barokmuziek. En mis geen enkel concert van Jordi Savall (viola da gamba speler, red.). Maar er gaat niets boven Apocalyptica in de AB. Al vind ik de zanger en de drummer die ze toevoegden geen meerwaarde. Ze proberen hiermee als alle andere te zijn. En ze waren toch zo apart, sinds de periode dat ze in het voorpramma van Metallica speelden.”
“Top vond ik dat ze de Grote Markt in vuur en vlam mochten zetten naar aanleiding van het Europees voorzitterschap van Finland. Je had de ambassadeur en de VIP’s op het balkon van het stadhuis moeten zien. Aparter kon niet.” Na drie jaar vrijwilligerswerk in de afdeling Egypte van het Jubelparkmuseum, vond Moers werk bij de Stichting voor de Kunsten te Brussel in het Flageygebouw. “Ik kwam niet rond van de rondleidingen als museumgids, ook niet bij het Gallo-Romeins Museum van Tongeren. Al was het werk in het Jubelpark echt interessant: ik mocht er meewerken aan educatieve panelen voor tentoonstellingen, schrijven aan catalogi, objecten uit de reserve inventariseren en beschrijven. Allemaal superboeiend, maar ik kreeg er geen geld voor.”
“Bij de Stichting mocht ik de coördinatie van het jaarboek Culturele Gids van Brussel opvolgen (net terug verschenen, red.) en was ik als Nederlandstalige welkom voor het indienen van de subsidie-dossiers richting VGC. Er werd een wereld aan cultuur aan mijn voeten gelegd; uitgaanstickets te over kregen we. Die ervaring bleek de max. Ik was op de hoogte van alles en nog. We startten in die jaren ook de dienst Arsène 50 op, voor last minute kortingtickets in het cultuurlandschap.”
Gebeten door de cultuurcommunicatie ging Moers drie jaar voor Bozar werken (2009-2011). Moers: “Ik hield me er bezig met diverse doelgroepen: kinderen, jongeren, families, senioren, leraren, – heel transversaal allemaal. Ik ging luisteren bij andere collega’s of ze activiteiten hadden of wilden (voor dans, theater, literatuur, cinema, muziek). Die kon ik dan aan specifieke doelgroepen communiceren. De bewuste zone 30 in de cultuur - statistisch zouden mensen maximaal dertig kilometer van huis rijden om cultuur te beleven - telde altijd mee. Ik werkte vooral rond finissages, aan het einde van een expositie. We hebben die happenings van 300 à 400 man ge-re-event: het werden de Bozar Nights, een nieuw concept. We stapten af van een vaste sponsor, Het bleek een schot in de roos, er kwamen tot 3.000 personen op af.”
“In die tijd ben ik marketing gaan studeren aan de Brussels Management School Ichec. Ik maakte er een proefschrift over de Bozar Nights. Mijn team enquêteurs moesten te weten komen wie de jongeren waren die naar de Bozar Nights kwamen. Welk onderwijsniveau hadden ze? Bereikten we met hen een nieuw publiek? Vragen te over om te zien wie Bozar zoal aantrok. Het resultaat bleek teleurstellend. De mensen kwamen al eerder naar Bozar. Ze waren hooggeschoold. En ze waren al cultureel actief in Brussel. Dus van drempelvrees of nieuwe aantrekking was er geen sprake. De resultaten van de enquête heb ik bezorgd aan Bozar, maar naar mijn proefschrift met cijfermateriaal, statistiek en grafieken werd niet gevraagd (lacht en bloost tegelijk, red.). Uit mijn honger naar ‘structuur’ ben ik er uiteindelijk weg gegaan, en vond snel iets bij PNB Paribas Fortis (2012-2015), totaal iets anders dan de cultuursector – zeker naar opleidingskansen en verloning.”
Landbouwbeurzen
“De job bij de communicatieafdeling van PNB Paribas Fortis was tweeërlei. Communicatie naar klanten ‘below the line’: brochures maken, affiches en flyers ontwerpen, stands inrichten, incentives voorstellen en uitdelen. Daarnaast mocht ik evenementen helpen organiseren op het terrein, zoals een beursstand op de grote landbouwsalons van Libramont, Gent en Roeselare. Het bleek wel een andere product dan cultuur, maar de verpakking verschilt niet veel en het publiek evenmin. Als het product niet verkoopt wordt vaak de schuld aan de communicatie gegeven. Dat verwijt keert vaak terug. Maar weinigen durven hun product in vraag te stellen. Als de cultuurprogrammator te hoog grijpt, moet hij niet verschieten dat er maar vijftig mensen in de zaal zitten. Er is altijd een goed compromis nodig tussen aanbod en communicatie en publiek. De enige uitdaging voor communicatie is die personen weten te prikkelen die anders geen aandacht voor je hebben of niet spontaan afkomen. In het geval van een klassiek concert bijvoorbeeld kan wat extra toelichting, een introductie voor de voorstelling, eventueel nog een aanpassing van het programma en een duidende activiteit in de rand, veel helpen om de toegankelijkheid te verhogen. Al blijft het altijd gissen of het lukt. Voor de prijs moet het publiek het alleszins niet laten om van cultuur te genieten. Met Artikel 27 kunnen de minstbedeelden voor goed één euro binnen geraken.”
Weg naar Java
“Geleidelijk besefte ik echter dat mijn bezigheden bij de bank geen voldoening schonken. Ik nam Ik nam in januari en februari tijdskrediet, reisde door Indonesië en deed er vrijwilligerswerk in het Cikananga Wild Life Center in West-Java. Als je ziet dat mensen daar zes dagen per week werken en een maandloon van honderd euro krijgen, en het zonder stromend water moeten stellen, sta je wel even stil bij het leven in Brussel. Toen ik terugwkam dacht ik: “Waar zijn we over aan het zagen en waar maken we ons druk om. De bus is tien minuten te laat. Ginds ben je al blij dat er überhaupt een bus rijdt.”
“Zelfs tijdens de terreurdreiging, vond ik alternatieven als met de fiets door de stad pendelen, zeer te doen. Alle reacties over ongemak waren ronduit overdreven. Al heb ik ook wel gevloekt op de MIVB-communicatie. Eigenlijk stond het allemaal ver van wat ik al meermaals in Londen heb meegemaakt, telkens geëvacueerd worden uit een metro omdat er bomalarm was. Het blijft belangrijk dat alle evenementen en culturele activiteiten blijven doorgaan in een stad; alles moet functioneren.”
“Na mijn Aziëreis vond ik het niet langer zinvol om nog voor de bank te blijven werken. Zeker omdat ik deze zomer meermaals vrijwilligerswerk in het Maximilaanpark (burgerinitiatief voor vluchtelingen, red.) was gaan doen. Bij Samusocial kon men nog een Nederlandstalige communicatiemedewerker richting pers gebruiken. Mijn collega doet het al tien jaar voor de Franstalige kant. Nu ervaar ik aan den lijve dat mensen heel solidair zijn met de behoeftigen in de stad. We kunnen tot vijfduizend dekens aan daklozen uitdelen, op straat en in de opvangcentra. Ze worden deels door burgers geschonken, en deels door de Nationale Loterij aangekocht voor ons. Is het niet belangrijker om daar over te communiceren?”
------------------
KROKODILLEN ALS HUISDIER
"In het Cikananga Wild Life Center in West-Java, waar ik begin dit jaar werkte, worden wilde dieren opgevangen. Ze worden gered uit de handel of komen er terecht omdat hun terreinen ontbost worden. Het vrijwilligerswerk bleek fysiek zwaar. Iedere dag kooien poetsen, massa's fruit en groenten in stukken snijden en de dieren voederen: makaken, schildpadden, arends, luipaarden en de keigevaarlijke kasuarissen. Buiten de kooien had je wilde honden, slangen, spinnen en schorpioenen; het maakte het allemaal extra spannend. Er was ook een vijver met krokodillen, maar dat was leuk. Krokodillen zijn de makkelijke huisdieren, je moet ze maar één kip en een paar vissen om de twee weken voederen, en daar moet je dan niet meer naar omzien."
BDW in gesprek met ...
Lees meer over: Schaarbeek , Samenleving , BDW in gesprek met ...
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.