Onderzoek van de Vrije Universiteit Brussel heeft aangetoond dat de COVID-jaren en vooral de lockdowns verloren tijd zijn geweest voor OKAN-leerlingen uit het Onthaalonderwijs voor anderstalige kinderen. Het waren vooral kwetsbare kinderen tussen 12 en 18 jaar die zich beduidend slechter voelden tijdens de coronaperiode.
Het onderzoek werd gevoerd door masterstudente Rayyan Helawi binnen de afstudeerrichting Agogische Wetenschappen. Ze ging bij 30 Vlaamse en Brusselse scholen die het OKAN-programma aanbieden, de impact na van de lockdowns, afstandsonderwijs en deeltijds of alternerend afstandsonderwijs.
In totaal namen 81 OKAN-leerlingen deel aan de bevraging. Het onderzoek slaat op het schooljaar 2019-2020. Voor de gezondheidscrisis gaf 57,3 procent van de leerlingen, meer dan de helft, aan dat ze zich relatief goed in hun vel voelden. Tijdens de COVID-periode daalde dat naar 32,1 procent. Het percentage jongeren dat zich uitgesproken slecht voelde steeg tot 35,9 procent, meer dan een derde.
Verlenging van het OKAD-programma. Een optie?
De bevraging toont aan dat het sociale contact van de leerlingen verwaterde en dat ze vooral de interactie met leerkrachten misten. "Voor sommige leerlingen zijn de COVID-jaren een verloren periode geweest", stelt Professor Tom Vanwing, promotor van de thesis. "Misschien moet de overheid overwegen om het programma voor die groep met een jaar te verlengen."
Onderzoeker Helawi stelt vast dat de OKAN-leerprogramma's bijzonder geliefd zijn. Toch vraagt de introductie van het digitaal aanbod extra aandacht, zeker op vlak van de sociale interactie tussen leerlingen en leerkrachten.