Danser en decorbouwer Peter Maschke: 'Hier heb ik mijn roots gevonden'
E en verhaal dat meer dan twintig jaar geleden begon. Afspraak hebben we in het Cultureel Centrum Jacques Franck in Sint-Gillis. Maschke - klein, pezig en charmant - toont me fier de maquette van het project Ørnen 1897. Een soort van Zeppelin, waarvan wilgentwijgen het geraamte vormen.
"De Zeppelin moet een installatie worden die beeldende kunst, muziek en film combineert. Een installatie die hommage brengt aan de gedrevenheid van ontdekkingsreizigers, aan de droom die hen voor ogen staat. Net zoals kunst bij gratie van verbeelding bestaat."
"Initiator van het project is George De Decker, kunstschilder en componist. Zijn spitsbroeder is Guido De Bruyn, regisseur/redacteur bij de VRT, scenarist en auteur. Toen George me er voor het eerst over sprak, wist hij nog niet goed hoe het project te realiseren. Vooral omdat de financiële middelen ontbraken om het soort van luchtschip te bouwen dat hij voor ogen had. Maar de inspiratie was er. Inspiratie door het wedervaren van de Zweedse ingenieur S.A. Andrée. Andrée die met zijn ballon Ørnen (Adelaar) in 1897 vanuit Spitsbergen als eerste over de Noordpool wilde vliegen. Een pionier, zo dacht ook Alfred Nobel, die zijn voornaamste geldschieter was."
"De waterstofballon waarin Andrée en zijn twee kompanen op 11 juli 1897 opstegen, strandde helaas na amper drie dagen op 450 kilometer van de Noordpool. Hun poging om te voet naar de bewoonde wereld terug te keren, bleek een vergeefse strijd. Na drie maanden van ontbering, gegeseld door de elementen van de natuur, stierven ze een dood ver weg van alle beschaving. Door ontbering, door uitputting. Pas in 1930 werden hun stoffelijke resten teruggevonden op het 'Witte Eiland'. Samen met hun logboek en de foto's die het tragische verhaal vertelden. Vier jaar nadat Roald Amundsen er wel was in geslaagd om per luchtballon de Noordpool te overwinnen..."
"Ons project illustreert Blaise Pascals rake gezegde dat de mens dikwijls met open ogen in zijn ongeluk loopt, omdat hij er zich niet tevreden mee kan stellen om rustig alleen in een kamertje te zitten. Door de dorst van het ontdekken, grenzen te verleggen. Maar het is vooral een hommage aan die gedrevenheid, de idee dat achter het hele wedervaren zat. De idee van grenzen te verleggen zoals een kunstenaar in zijn streven om iets unieks te scheppen. Wat George me vertelde was zo raak dat ik nog geen halfuur later wist hoe het te realiseren, onderweg op mijn fiets naar het café van het Kaaitheater waar we afspraak hadden. Waarom geen soort Zeppelin bouwen uit wilgentakken? Het skelet, ik zag het zo voor ogen."
"Onze installatie zal van 20 tot en met 24 september te zien zijn in Het Klokgebouw in Eindhoven. Maar we hopen ook Brussel er kennis mee te laten maken. Zo zijn we in onderhandeling met de Hallen van Schaarbeek, die een ideaal decor zouden kunnen vormen. Net zoals Tour & Taxis een gedroomde locatie zou zijn. De hamvraag is: Waar het nodige geld vinden? Maar we zullen wel zien, ik geloof erin."
Vader, avonturier
We zullen wel zien, zegt Maschke. Maschke, wiens vader ook bezield is door de geest van de avonturier. "Mijn vader, afkomstig van Böhmen, Tsjechoslowakije, is altijd al een plantrekker geweest. Als veertienjarige smokkelde hij tijdens de Tweede Wereldoorlog suiker, dat hij uitwisselde voor kunstbloemen in de Duitse deelstaat Saksen. Liep hij soms al eens tegen de lamp, lang bleef hij nooit opgesloten vanwege zijn jeugdige leeftijd. Na de dood van zijn vader is hij met mijn grootmoeder naar het toenmalige Oost-Duitsland getrokken. In Sebnitz heeft hij mijn moeder leren kennen en vandaar zijn ze samen naar West-Berlijn gevlucht. Een verhaal van migratie op zoek naar een beter leven, een verhaal dat nog steeds actueel is."
"Mijn vader is het avontuur blijven opzoeken. Hij heeft de Sahara doorkruist, geklommen waar er te klimmen viel. Nu, op zijn 83ste, heeft hij plannen om naar Pakistan te gaan. Om het dak van de wereld te zien. Hij kan nog amper lopen, maar hij wil zo dichtbij geraken als mogelijk. Een paard, een jeep, gelijk welk vervoermiddel is goed voor hem om er te geraken."
Het is een spirit waarvan Maschke junior veel heeft meegekregen. "Ik begon als meubelbewerker, schrijnwerker zeg maar. Vier jaar lang heb ik een atelier geleid. Dan heb ik mijn interesse voor dans ontdekt. Ben ik 's avonds na mijn dagtaak lessen beginnen te volgen. Zo werd de interesse passie. Maar passie is één ding, een goede opleiding een tweede. Dus heb ik mijn horizonten verbreed door opleidingen aan de London Contemporary Dance School, de Folkwang Schule en de CDNO in Arnhem."
Een zwerftocht die geëindigd is in Brussel. In 1991. "De hedendaagse dansscène die ik hier heb mogen ontdekken, formidabel. Anne Teresa De Keersmaeker, Wim Vandekeybus... E tutti quanti, kleine gezelschappen die prachtig werk afleveren. Ikzelf werd met open armen ontvangen bij het gezelschap Plan K van Frédéric Flamand, heb jaren mogen proeven van de schitterende mogelijkheden die Brussel biedt aan dansers van over de hele wereld. Tot in 1999 een koppige meniscus een einde maakte aan die mooie jaren. Gelukkig maar dat ik iets had om op terug te vallen door mijn artisanale opleiding. Waardoor ik me ook heb kunnen uitleven als schrijnwerker en uiteindelijk ook in decorbouw. Onder meer voor het gezelschap Leporello van Dirk Opstaele en Vital Schraenens Tirasila."
Kruispunt
Was Brussel de juiste professionele keuze, het bleek ook op andere vlakken een voltreffer. "Brussel is een stad met internationale uitstraling, maar tegelijkertijd op mensenmaat gesneden. Leefbaar, betaalbaar, zeker in vergelijking met andere metropolen zoals Londen, waar ik een tijd heb gestudeerd en gewoond. Dus ben ik gebleven. En heb ik Brussel zien veranderen. Op sommige vlakken ten goede, op andere vlakken naar de slechte kant. En dan heb ik het vooral over de levensduurte. Maar de levendigheid op cultureel vlak is onbetaalbaar. Net als het feit dat makkelijk is om gelijkgestemde geesten te ontmoeten."
"Ongemeen interessant aan Brussel is dat het een kruispunt is tussen twee culturen: de Germaanse en de Romaanse. Tussen de twee grote landstalen, Nederlands en Frans. Verrijkend op alle vlakken, ook wat het culturele leven betreft. Er is wedijver, dat kan moeilijk anders, maar het gebeurt op een in mijn ogen toch gemoedelijke manier. Dat er dingen zijn die voor verbetering vatbaar zijn, daar kun je natuurlijk niet naast kijken. Maar je moet een stad de tijd geven om het ook waar te maken. Vitten zonder oplossingen aan te reiken dient tot niets. En makkelijk is het voor Brussel allerminst. Met de twee taalgemeenschappen, met alle gemeentes die hun zegje willen hebben. Met al die mensen die een manier moeten vinden om zo goed mogelijk samen te leven. Dan heb ik het nog niet eens over die smeltkroes van culturen uit de vier windstreken."
"Heel schoon aan Brussel vind ik bovendien dat de meeste mensen openstaan voor contact, communicatie. Welke taal ze ook mogen spreken, van welk land ook ze afkomstig zijn. Hier waait een open geest en dat werkt verademend. Iets wat ik allerminst heb mogen ervaren in Londen, waar iedereen wegkruipt in zijn schulp, waar contact leggen moeilijk is. Het is gewoon een heerlijke stad. Punt. Ik zou werkelijk niet weten waar ik op dit moment zou kunnen aarden, elders dan hier. Al is het maar omdat ik opkijk tegen een nieuwe start, het opnieuw opbouwen van contacten. Ik voel mij goed in Brussel-professioneel, privé- het is mooi zo."
BDW in gesprek met ...
Lees meer over: Sint-Gillis , Samenleving , BDW in gesprek met ...
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.