De wijken met de laagste inkomens en de buurten met het hoogste aandeel mensen van niet-Europese afkomst zijn gevoeliger voor hoge temperaturen. Dat leert een data-oefening van De Tijd vrijdag. Dat weegt vooral zwaarder door in Brussel. Maar ook in de Vlaamse centrumsteden kennen de armste en meest diverse buurten het hoogste aantal hittedagen.
Hittegolf is vooral in Brussel zwaarder in arme en diverse buurten
Door het hitte-eilandeffect koelen steden amper af in vergelijking met rand- of plattelandsgemeenten, maar ook binnen een stad zijn de verschillen aanzienlijk. Het aantal dagen waarop de gemiddelde temperatuur meer dan 25 graden bedraagt, ligt meer dan twee keer zo hoog in de heetste wijken, leren data van het Klimaatportaal van de Vlaamse Milieumaatschappij.
In de heetste buurten in de 13 Vlaamse centrumsteden ligt het gemiddelde netto belastbaar inkomen ruim 12 procent lager dan in de koudste. In Brussel stijgt het verschil tot meer dan de helft. De warmste wijken zijn dus de armste wijken.
Ook gaat het aandeel buurtbewoners met roots buiten de Europese Unie maal twee, drie of zelfs zes als je de koelste wijken vergelijkt met de warmste.
Inwoners van de heetste wijken lopen een hoger risico op hittestress en gezondheidsklachten.
Lees meer over: Brussel , Samenleving , Gezondheid , hitte , hitte-eilanden