Net als andere Brusselse gemeenten – denk aan Sint-Jans-Molenbeek of Sint-Pieters-Woluwe – had Anderlecht naar zijn patroonheilige, in dit geval Sint-Guido, vernoemd kunnen zijn. De goede man is ook de patroonheilige van de veehandelaars, de landbouwers, mensen met hevige diarree en de taxichauffeurs. Die laatste twee vragen ongetwijfeld om wat verduidelijking.
Guido kwam uit een niet al te rijk gezin. Hij was een boerenzoon die meehielp op het land. Hij zou al van jongs af aan veel affiniteit hebben gehad met zijn geloof. Hij bad veel en naast zijn werk op het land was hij ook koster. In die hoedanigheid assisteerde hij de pastoor tijdens de misviering en droeg hij mee zorg voor het kerkgebouw. Na een paar jaar besliste hij om voor een carrièreswitch te gaan en werd hij handelaar op de Zenne. Tot hij schipbreuk leed met het bootje waarmee hij handel dreef. Dat bootongeval was voor hem een teken dat hij moest boeten, en hij ging op bedevaart naar Jeruzalem, via Rome. Over die bedevaart deed hij zeven jaar.