Schaarbekenaar Toma Nikiforov (22), zoon van Bulgaarse ouders, werd vorige maand wereldkampioen judo op de militaire spelen in Zuid-Korea. Zijn grootste doel blijven de Olympische Spelen in Rio de Janeiro. Door zijn jonge leeftijd heeft Nikiforov nog groeimarge, al gooien blessures soms roet in het eten.
“Na mijn blessures heb ik mijn judostijl wel hervormd. Ik ben iets meer gesloten gaan vechten, wat niet wegneemt dat ik nog steeds veel risico’s neem.”
Judoka Toma Nikiforo: 'In het judo kan iedereen van iedereen winnen'
A an de Kolonel Picquartlaan, vlakbij het station van Schaarbeek, ligt judoclub Judo Royal Crossing Club Schaarbeek, de thuishaven van judoka Toma Nikiforov. Met zijn 22 lentes kan hij al een mooi palmares voorleggen in de bikkelharde sport van het judo. Afgelopen jaar behaalde hij zowel op het Europees als op het Wereldkampioenschap een bronzen medaille in de categorie onder de 100 kilogram.
Bloemkooloren
Het is vrijdagavond en de judotraining van de kinderen is nog bezig, wanneer Toma Nikiforov de club binnenstapt. Met zijn massieve schouders, kortgeschoren haar en bloemkooloren, ziet hij eruit als een echte vechtjas, maar een spontane glimlach en een oprechte handdruk verraden al snel een gastvrij karakter. Terwijl ook de andere judoka’s aankomen, stelt Nikiforov voor om ons even af te zonderen voor de training begint.
Gekleed in trainingspak, op slippers en met zijn sporttas over de schouder wijst hij me de weg naar de flat boven de club. “Hier woonde ik vroeger samen met mijn gezin,” steekt hij van wal. “Vervolgens zijn we een paar straten verder gaan wonen, om ten slotte naar de overkant van de straat te verhuizen.”
Nikiforov is werkelijk in de club geboren. Op driejarige leeftijd werd hij door zijn ouders geïntroduceerd in de sport en van zodra hij oud genoeg was deed hij mee aan wedstrijden. “Het beviel me meteen,” zegt Nikiforov lachend. “Het mooiste aan judo is dat iedereen van iedereen kan winnen. Wanneer de nummer één van de wereld verliest van nummer veertig, is dat helemaal niet zo gek. In judo is alles mogelijk en ben je nooit zeker van je stuk.”
Blessures troef
De laatste jaren heeft de judosport enkele vernieuwingen ondergaan. Zo is het sinds 2011 verboden om je tegenstander bij de benen vast te grijpen om hem vervolgens te werpen. “Men heeft dat gedaan om het verschil met het vrije-stijl-worstelen te benadrukken, maar ik vind dat er door die regel veel van het judo verloren is gegaan,” vertelt Nikiforov.
De afgelopen jaren is hij al vier keer geopereerd. Zowel zijn knieën als zijn schouders zijn al onder het mes gemoeten en ook zijn onderarmen zullen binnenkort geopereerd worden. “Ik heb een risicovolle manier van vechten,” legt Toma uit. “Na mijn blessures heb ik mijn judostijl wel hervormd. Ik ben iets meer gesloten gaan vechten, wat niet wegneemt dat ik nog steeds veel risico’s neem.”
De ouders van Nikiforov emigreerden in 1991 vanuit Bulgarije naar ons land. Zoals veel Bulgaren namen ze hun intrek in de Brusselse gemeente Schaarbeek. Het gezin mag zich op en top Belg voelen, toch is Nikiforov best trots op zijn afkomst. Aan zijn sleutelbos bengelt de Bulgaarse vlag en hij is er zeker van dat zijn Bulgaarse opvoeding er mee voor gezorgd heeft dat hij een succesvol judoka is geworden. “In de voormalige Oostbloklanden zijn gevechtssporten nu eenmaal enorm populair,” legt hij uit.
Nikiforov werkt voor Defensie, waar hij een bijzonder statuut heeft. Zijn job is namelijk trainen en medailles behalen voor het vaderland. “Zolang ik presteer en resultaten behaal, hoef ik verder bijna niets te doen in het leger.” In oktober werd hij wereldkampioen judo op de militaire spelen in Zuid-Korea, door zijn vijf kampen met ippon (de hoogste score in het judo) te winnen.
Sterke moraal
De training is al bezig wanneer Toma de mat op stapt. Hij groet de trainer en pikt dan snel in met de opwarming. Men hoeft geen kenner te zijn om te zien dat er in deze club, in het noorden van Schaarbeek, stevig getraind wordt. De tatami staat vol ‘hongerige’ judoka’s die gekomen zijn om te vechten en om af te zien. Het gaat er tijdens de randori’s (vrije gevechten) dan ook stevig aan toe.
Naast Toma, staat er nog een andere Nikiforov op de mat. Dilyan Nikiforov is de jongere broer van Toma en hij maakt het zijn oudere broer knap lastig.
“Je kleine broer wordt een forse kerel,” roept een toeschouwer al lachend tegen Toma, wanneer de gebroeders Nikiforov allebei met een harde smak tegen de grond gaan.
Toma traint van maandag tot vrijdag, twee keer per dag. In het weekend zijn er meestal de wedstrijden of wordt er soms nog een extra training ingelast. Naast de klassieke judotraining is het ook noodzakelijk om aan krachttraining te doen en om aan de fysiek te werken. Omdat Nikiforov in België niet veel mensen heeft die weerstand kunnen bieden aan hem, traint hij vaak in het buitenland. “In België werk ik vooral aan techniek en de buitenlandse stages zijn uitsluitend voor oefengevechten. Daar staat immers een hele zaal vol met topjudoka’s.”
“Een judoka moet niet alleen fysisch zeer sterk zijn, ook in zijn hoofd moet het goed zitten. Hij moet zich helemaal kunnen focussen op het gevecht. Volgens trainer Alain De Greef is dit Nikiforovs sterkste punt. Hij heeft een ijzersterke moraal. Hij geeft nooit op en ook als een kamp moeilijk gaat, blijft hij altijd gaan voor de overwinning.”
Nikiforov ziet de toekomst van het Belgische judo rooskleurig in. Volgens hem is er in ons land veel jong talent aanwezig, dat op een betere manier traint dan tijdens zijn beginperiode. “De jeugd traint niet meer dan in mijn generatie, maar ze trainen wel verstandiger,” besluit hij.
Carlos Van Dal,
(student Erasmushogeschool Brussel)
-----------------------------
CROSSING SCHAARBEEK
“We willen kinderen die op Schaarbeekse scholen judoles krijgen, laten kennismaken met wat wij doen,” vertelde Alain De Greef, voorzitter van Crossing Schaarbeek, in maart 2014 in Brussel Deze Week. “Wij bieden een structuur aan waarin toch intensiever en op een hoger niveau wordt gewerkt. Op een leuke manier ontdekken zij wat wij aanbieden en wij kunnen tegelijkertijd jonge talenten ontdekken.” Over Nikiforov zei De Greef destijds: “Zijn belangrijkste doel zijn de Olympische Spelen in Rio de Janeiro. Daar werkt hij hard aan. Toma is nu elitesporter bij het leger, waardoor hij veel meer kan trainen. Hij doet het goed en ik hoop echt dat hij zijn droom kan waarmaken.” (TS/KL)
BDW in gesprek met ...
Lees meer over: Schaarbeek , Samenleving , Sport , BDW in gesprek met ...
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.