Kristien Vermoesen: ‘Zoek eerst en vooral een goed lief’
'T of aan dat ambassadeurschap is dat ik, door lezingen te geven, de kans krijg om jonge vrouwen een soort rolmodel aan te reiken. Iets waaraan ze zich kunnen spiegelen: het is niet omdat je vrouw bent dat je geen zelfstandig ondernemer kunt worden. Je hoeft niet per se in een bedrijf te gaan werken of een nine-to-five job te nemen. Zelf heb ik ook veel gehad aan de voorbeelden die me zijn voorgegaan. Toch is er nog veel werk aan de winkel, zo heeft een studie van Vlerick nog maar eens uitgewezen: België blijft onder het Europese gemiddelde wat vrouwelijk ondernemerschap betreft. 'Zoek een gewone baan, het liefst van al nog bij de staat, dan ben je gerust': dat blijft de trend. Faalangst, opzien tegen lange werkuren: bij vrouwen is het nog altijd een grotere sta-in-de-weg dan bij mannen. Ook belangrijk, én dit keer positief: vrouwen hechten meer dan mannen waarde aan creativiteit binnen hun onderneming. Je gaat me niet horen beweren dat zo'n aanpak beter is, maar diversiteit is wel belangrijk voor een economie."
Finn, het staat toepasselijk voor 'vin' in het Engels. "Toepasselijk, ja, omdat we bedrijven - door soms lichtjes bij te sturen - een bocht helpen te maken in hun communicatie. We zorgen ervoor dat ze in de krant en op tv komen, maar ook dat ze op een goede manier aanwezig zijn in de jonge social media zoals Twitter en Facebook."
"Nu zijn we met zijn drieën, en de bedoeling is natuurlijk om nog verder te groeien. Heel aangenaam is het om als team ergens aan te werken. En mijn zelfvertrouwen is met de jaren alleen maar gegroeid, mede door de crisis. Dat was een goede leerschool. Bedrijven hielden de vinger op de knip, constant moesten we creatief zijn en oplossingen zoeken. Dat we groeiden ondanks de crisis, heeft me een boost gegeven: 'Oké, we zijn vertrokken.'"
Liefde op het eerste gezicht
"Het idee voor Finn is ontstaan door mijn werk als freelance journalist. Voor De Tijd en De Standaard, voor Feeling ook. Ik merkte dat er een grote kloof gaapt tussen bedrijven - met potentieel interessante verhalen - en de pers. Omdat de meeste bedrijven gewoon niet weten hoe ze optimaal moeten communiceren met journalisten. Het leek me een ideale kans om de sluimerende ambitie om iets uit de grond te stampen, te verwezenlijken. Iets waartoe ik in de journalistiek geen mogelijkheden zag."
"Een financieel risico? Zeker. Ik heb alles van nul moeten leren. Hoe run je een bedrijf, wat komt er allemaal bij kijken? Aan netwerken heb ik nog altijd heel veel. Zo maak ik deel uit van Plato, een initiatief van Voka, het Vlaams netwerk van ondernemingen. Elke maand komen we bijeen met een twintigtal ondernemers. Niet om klanten te werven, maar om van elkaar kennis op te doen en ervaringen te delen."
Finns hoofdkwartier en tevens Huisje Weltevree ligt in de Werfstraat, opzij van de Handelskaai. Beneden bureau, een grote garage - een enorme luxe in het centrum van Brussel - en bergruimte. En boven de leefruimtes.
"Na mijn studie Romaanse talen wilde ik niets liever dan in Brussel komen wonen. Ik had hier mijn eerste baan gevonden, bij het Kunstenfestivaldesarts, het was liefde op het eerste gezicht. Het festival zat op vele plekken in de stad verspreid, en al gauw leerde ik al die puzzelstukjes in elkaar te leggen: er ging een wereld voor mij open. Zoveel rijker dan het Brussel dat ik kende van mijn jeugd, toen ik met mijn ouders weleens vanuit Opwijk hierheen kwam. Restte nog mijn vriend Raf, met wie ik in Leuven op kot zat, te overtuigen. Dat viel op de keper beschouwd mee, hoewel Raf een Antwerpenaar is. Maar gelukkig geen fanatieke."
"Eerst woonden we in de Dansaertstraat. Hectisch, boeiend, een rijk nachtleven, veel Vlamingen. Maar op den duur werd het allemaal wat te veel: in de zomer was er altijd wel iets te doen, als bewoner had je amper rust. Dus hebben we dit pand gekocht, nu acht jaar geleden. Op dat ogenblik had ik er nog geen benul van dat ik een bedrijfje wilde oprichten, maar de keuze bleek perfect: door de aard van het pand leent het zich ertoe wonen en werken onder één dak te combineren."
Supermom & Superdad
Vermoesen schotelt me een heerlijk kopje espresso voor. "Raf is een echte koffiefreak, hij brandt eigenhandig de bonen." En koffiebonen branden is lang niet alles wat manlief doet. Naast het kinderspeelgoed kan ik niet kijken, naast de mooie bolle buik van mijn gastvrouw evenmin. Bij een supermom hoort een superdad.
"We hebben een dochtertje van tweeëneenhalf, Sophie, en binnen een maand of zo komt er een tweede kindje bij. Veel hooi op de vork als je ook nog een bedrijfje te runnen hebt, inderdaad. Op betaald zwangerschapsverlof hoef ik bijvoorbeeld niet te rekenen. Toch moet ik zeggen dat de combinatie kinderen en een zaak al met al wel meevalt. Zeker met een man in huis - Raf is journalist bij Humo - die niet aan nine-to-five gebonden is, flexibele uren heeft en zo zijn duit in het zakje kan doen. Onlangs nog ben ik voor mijn ambassadeurschap gaan spreken in een hogeschool, en ik heb dat jong geweld daar gezegd dat ze in de eerste plaats een goed lief moesten zoeken. Een boutade, maar het is wel zo dat de steun van je partner ongelooflijk belangrijk is als je als vrouw én moeder een onderneming wilt leiden. Als zakenvrouw moet je alert zijn en voortdurend bijsturen; als moeder moet je er kunnen zijn voor je kinderen. En dat kan onmogelijk als je niet iemand naast je hebt die je steunt. Voor de volle honderd procent."
"Met onze huidige gezinssituatie is het ideaal dat werk- en woonplaats één zijn. Ik moet niet dag in, dag uit files doorstaan - bij wijze van spreken alleen eventjes uitkijken dat ik 's ochtends de trap niet af donder. 's Avonds kan ik Sophie van de crèche halen, en als onze schat in bed ligt, begin ik opnieuw te werken. Dan wordt het al eens middernacht, maar daar zit ik niet mee. Ik ben ook blij dat we als bedrijf in het centrum van Brussel zitten. Je zit snel overal, je bent makkelijk bereikbaar voor de klanten."
Minder bescheiden
Met Brussel was het dan misschien liefde op het eerste gezicht, en Vermoesen woont hier nog altijd heel graag, maar toch is het met de jaren een liefde met kanttekeningen geworden. "Het vuil, de overlast: het is niet altijd even gemakkelijk om daarmee om te gaan. De complexiteit van de regelgeving ook, door die twee taalgemeenschappen. Zo hebben we hemel en aarde moeten bewegen om Sophie in een Nederlandstalig buurtschooltje in te schrijven, omdat ze naar een Franstalige crèche was geweest. Daartegenover staan dan weer de positieve kanten. Fantastische winkels, de sandwiches van Wittamer, het biovlees van Jack O'Shea in de Europese wijk. Zoiets vind je alleen in Brussel, hé."
"Wat ik ook altijd zo tof heb gevonden aan Brussel: doordat je met al die taalgemeenschappen zit, kun je nauwelijks naast je schoenen gaan lopen. Toch is Brussel de jongste tijd op een goede manier meer kosmopolitisch aan het worden, meer van de wereld. Minder bescheiden, meer uitstraling, meer envergure. Ik hoop ook dat het zich zal doorzetten en dat Brussel zich ook zo zal kunnen verkopen, dat de stad ambitie toont. Aan de ene kant het gemoedelijke van wafels en Manneken Pis, aan de andere kant ook de troeven van een wereldstad. Met een enorm arsenaal aan talent en dynamiek. In die zin mogen we toch wat meer op de Antwerpenaars gaan lijken."
BDW in gesprek met ...
Lees meer over: Samenleving , BDW in gesprek met ...
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.