Laure Dorchy, passie voor edelsmeden: 'Het is begonnen in grootvaders atelier'

Karel Van der Auwera
© Brussel Deze Week
14/01/2012
“Ik was negentien en struinde rond op een brocante in Oudergem. Mijn oog viel op een groezelige fruitschaal: vijftig frank en ze was de mijne. Thuis bij het oppoetsen kwam een keurmerk tevoorschijn: de schaal – ik heb ze nog altijd – bleek van massief zilver te zijn. Sindsdien is snuisteren naar zilverwerk, naar oude juwelen een missie geworden. Maar ook lezen, opzoeken, de achtergrond leren begrijpen. Daarom ook ben ik op mijn 38ste kunstgeschiedenis gaan studeren.” Laure Dorchy is gefascineerd door edelsmeedkunst en oude juwelen, maar ze is ook van andere markten thuis.

W roeten in het verleden, oog voor het kunstzinnige. Verzamelwoede ook. Laure Dorchy heeft het ongetwijfeld allemaal geërfd van haar grootouders. Grootvader was historicus en kunstschilder, grootmoeder een trouwe klant van de rommelmarkt.

Met een lach: "Grootvaders atelier was mijn speeltuin. Wat ik zag, hoorde, voelde, ik kon er maar niet genoeg van krijgen. Ik had u misschien beter rendez-vous gegeven bij mijn grootmoeder in Bosvoorde. Haar huis is een waar museum van chocolademallen. Meer dan drieduizend chocoladevormen: dieren, personages, sprookjesfiguren... 91 is ze ondertussen, een beetje doof, maar immer kwiek. Dagelijks nog trekt ze naar het Vossenplein. Ze kent er iedereen; er is zelfs een Marollienne die haar elke avond belt om te horen of ze goed thuis is geraakt."

"Met mijn grootvader heb ik een boek geschreven over de geschiedenis van die chocoladevormen, en ik beheer nu ook de collectie. Samen met Nicolette Regout (ex-vrouw van de chocolatier Pierre Marcolini, red.) heb ik Le Cercle du Cacao opgericht. Maandelijks organiseren we een degustatie voor mensen die een band hebben met de wereld van chocolade. Maar wat wij vooral willen, is dat die prachtige mallen waarmee onze chocolatiers werken, hier blijven. Niet evident, want het is big business geworden, alles gaat tegenwoordig naar Amerika. Telkens als er een faillissement is, staan de opkopers te springen. Mijn ultieme droom is een museum in Brussel, want dit patrimonium verdient dat."

Paradijs
Grootmoeders thuis is misschien voor later, voorlopig ben ik best tevreden met wat het huis in Elsene me biedt. Een herenhuis uit het einde van de negentiende eeuw, aan de rand van Matonge.

"Graag hadden mijn man Damien en ik iets gekocht in Bosvoorde, maar dat was helaas onbetaalbaar voor ons. Zo komt het dat we in de jaren '90 hier in de straat een huisje op de kop hebben getikt en het zelf hebben opgeknapt. En toen kwam dit pand vrij. Onderkomen, geen centrale verwarming of deftig toilet. Maar de ruimte was interessant en het koetshuis achteraan ideaal voor het bureau van Damien, die als zelfstandige in de financiële wereld werkt. De onderneming heeft ons heel wat energie en kopzorgen gekost, maar het is allemaal dubbel en dik de moeite geweest: nu is het hier een paradijs om te wonen. En de wijk is er met de jaren op vooruitgegaan. Een gezonde mix. Fransen, Engelsen, Italianen, Afrikanen, Marokkanen..."

"In Brussel blijven is voor mij altijd een evidentie geweest. Ik voel mij niet Vlaams, ik voel me niet Waals, ik voel me Brusseles en Belg. J'adore cette ville. Een open stad, waar je je geen vreemde hoeft te voelen, waar 'leven en laten leven' geen ijdel begrip is. Je hebt natuurlijk de vuiligheid - helaas niet meteen de grootste zorg van de overheid - en de onveiligheid in sommige wijken, zeker voor vrouwen. Toch zou ik ongelukkig zijn buiten de stad. Hier gebeurt alles, hier wil ik wonen."

Middeleeuwse halsketting
Ze vertelt het me onderweg naar boven. Naar haar bureau, haar heiligdom. Waar ik massa's boeken over edelsmeedkunst zie, en vitrinekasten volgestouwd met zilveren voorwerpen. "Chinees, Japans, Perzisch, Russisch, Belgisch... Van over de hele wereld."

Opvallend ook, aan de muur: detailfoto's van wat een gildehalsketting in zilver blijkt te zijn, samengesteld uit taferelen in en rond een middeleeuwse mijn. "Die ketting is het onderwerp van mijn doctoraat aan de ULB. Ze stamt van het einde van de vijftiende eeuw en is een uniek familiestuk dat voorheen nooit echt bestudeerd is geweest. De geheimen ervan trachten te ontsluieren heeft me al op verschillende plekken in Europa gebracht. Dag en nacht waart dit stuk met al zijn geheimen door mijn gedachten. Fascinerend."

"Kunst ontdekken, leren, begrijpen: het is altijd mijn passie geweest. Al heb ik er lang over gedaan om er helemaal aan toe te geven, omdat nu eenmaal een vakgebied is waarin het moeilijk is je brood te verdienen. Ook Damien, die weliswaar in de zakenwereld is beland, is daarin ver meegegaan. Zo zijn we na onze studie aan Solvay samen zes jaar naar de avondschool geweest: 'kunsten en ambachten', negen uur per week. Niet om zelf dingen te vervaardigen, wel om te begrijpen, de geschiedenis te kennen. En verzamelen zit ook Damien in het bloed. Kijk maar eens naar zijn tientallen en nog eens tientallen manchetknopen in een ladekast op de slaapkamer."

Nog een verzamelpassie, zo merk ik in een kamertje op de tussenverdieping, zijn de medaillons. "We hebben er ondertussen zo'n vierhonderd. Grote, minder grote, kleine. Medaillons zijn me gaandeweg gaan fascineren bij het snuisteren. Het is een kunstvorm waarin veel Belgen bedreven waren. Vergeten kunst, te koop voor een appel en een ei. Zeker de medaillons uit de art-nouveauperiode. Ik heb daarover mijn proefschrift gemaakt aan de ULB en er ook verschillende artikels over gepubliceerd. De rijkdom en de creativiteit zijn enorm. Tussen 1880 en 1914 waren er in België alleen al meer dan honderd medailleslagers. De Brusselaar Godefroid Devreese was de bekendste, honderden stuks heeft-ie vervaardigd. Of Isidore de Rudder, ook een Brusselaar: zijn sculpturen zijn onbetaalbaar, je vindt ze nergens meer. Maar zijn medaillons nog wel. Weergaloze kunststukjes in bas-reliëf zijn het."

Isidore en Céleste
Kompaan in het ontdekken van het huis en van zijn moeders verhaal is Isidore, negen. De arm in het gips, de kin uitgebreid genaaid. Iets te enthousiast tekeergegaan op de trap. Maar hij wuift het weg als klein leed, zoals het een onverschrokken kwajongen betaamt.

"Isidore komt uit het Grieks: 'het geschenk van de godin Isis'. Mijn zoon is de aanleiding geweest tot een ander mooi avontuur in mijn leven. Hij kwam vroegtijdig ter wereld in het Sint-Pietersziekenhuis. Toen heb ik ervaren dat het fundamenteel is om de ouders te betrekken bij de zorg voor premature baby's. Zoveel angst, zoveel bezorgdheid, zoveel vragen... Daarom heb ik samen met de verantwoordelijke van de dienst een vereniging opgericht, Néonid, om de ouders te helpen. Eén keer per week kwam ik in Sint-Pieter. Koffie en koekjes brengen, ervaringen delen. De ouders waren veelal arm, heel veel onder hen analfabeet; het zien van een witte doktersjas alleen al schrikt die mensen af. Hen begeleiden in deze vreemde wereld was nu eens hard, dan weer onvoorstelbaar warm."

"Na vijf jaar ben ik met Néonid gestopt. Omdat ik begon te voelen dat mijn ervaring met de geboorte van Isidore iets was dat ik ondertussen in het verleden had geplaatst. Helaas is Néonid daarop een stille dood gestorven, bij gebrek aan opvolging. Maar wat ik altijd zal onthouden, is dat het Sint-Pietersziekenhuis een plek is met een hart. Een plek waar mensen echt worden geholpen, wat de omvang van hun geldbeugel ook moge zijn. Dat is een les die ik heb geleerd, dankzij Isidore."

Tokkelen op de buffetpiano van zijn zus Céleste (15) zit er de komende weken niet in voor Isidore. "De harp naast de piano, dat is ook Céleste. Zij zingt en begeleidt zichzelf. Ze maakt ook deel uit van het jeugdkoor van De Munt, en dat doet ze met hart en ziel."

"Ik ben een fiere moeder, jawel. Isidore en Céleste zijn ook vrij goed tweetalig, iets wat ik helaas niet van mezelf kan zeggen. Isidore gaat al van zijn zesde naar het Nederlandstalig onderwijs hier in Brussel; Céleste, die tot haar twaalfde nooit les in het Nederlands had gehad, is drie jaar lang vrijwillig op internaat geweest in Mechelen. Omdat ze niet achter wilde blijven bij haar broer. We kunnen dat alleen maar toejuichen. Talen kennen opent deuren, het bevordert het sociaal contact. Daarom kan ik er nog steeds niet bij dat in de Brusselse scholen geen les wordt gegeven in beide landstalen."

BDW in gesprek met ...

Brussel Deze Week ontmoet iedere week een interessante Brusselaar voor een boeiend gesprek.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Elsene , Samenleving , BDW in gesprek met ...

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni