Meer inschrijvingen voor Franstalige inburgeringstrajecten

Cocof heeft vorig jaar 2.300 nieuwkomers ingeschreven voor een vrijwillige inburgeringscursus. Dat is meer dan het dubbele dan in 2016. In totaal worden 4.227 personen gevolgd door de twee onthaalbureaus van de Franstalige gemeenschapscommissie. Aan Nederlandstalige zijde blijft het aantal inburgeringscontracten stabiel.

In 2017 bood Agentschap inburgering en integratie 3.112 vrijwillige inburgeringstrajecten aan in Brussel. Dat aantal ligt in dezelfde lijn met de cijfers voor 2014 (3.148) en 2015 (3.374). In 2016 was er een piek met 7.369 nieuwe cursisten. Voor 2018 zijn er nog geen cijfers.

Vreemdelingen die een verblijfsvergunning van meer dan drie maanden krijgen, moeten kiezen tussen een Nederlandstalig (onthaalbureau Bon) of Franstalig inburgeringstraject (onthaalbureaus Bapa Bxl en Via). Zowel de VGC als de Cocof voorzien jaarlijks 4.000 plaatsen, waardoor het aanbod in 2019 vastligt op 8.000 trajecten.

Vanaf 2020 zullen inburgeraars verplicht worden om een traject te volgen. De Cocof zal begin dit jaar nog een oproep lanceren om een derde onthaalbureau te openen, met een capaciteit van 1.000 plaatsen. Volgend jaar zullen er daardoor jaarlijks 5.000 Franstalige inburgeringstrajecten aangeboden kunnen worden.

Capaciteitsprobleem?

Samen met de 4.000 Nederlandstalige komt het aantal cursisten op 9.000. Onvoldoende, vrezen parlementsleden Liesbeth Dhaene (N-VA) en Paul Delva (CD&V). In 2017 waren er 42.000 inwijkelingen. “Zij vallen weliswaar niet allemaal onder de inburgeringsplicht, maar we zouden wel graag over duidelijke cijfers beschikken”, aldus Delva.

“We zeggen wel dat de inburgeringscursus verplicht is, maar als de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschapscommissie samen te weinig trajecten aanbieden, is inburgering de facto niet verplicht”, zegt Delva.

GGC-lid Pascal Smet (SP.A) moest woensdag in de Commissie Sociale Zaken een schatting van het aantal inburgeringsplichtigen schuldig blijven, maar is ervan overtuigd dat het aanbod min of meer volstaat. Zo niet zal het aanbod de vraag volgen. “Als blijkt dat er een tekort is, zullen er gewoon extra plaatsen moeten komen”, verzekert zijn woordvoerder ons.