Meer Roemenen en Fransen, minder Polen en Marokkanen

Uit nieuwe cijfers blijkt dat vooral het aantal Roemeense en Franse Brusselaars in Brussel blijft groeien. Het gewest telt tegelijk steeds minder Polen en Marokkanen.

Vooral de Roemenen zetten hun snelle opmars verder, blijkt uit de cijfers van de FOD Economie. Ze rondden dit jaar de kaap van de 40.000 inwoners en klokken af op 41.858. Geen enkele migrantengemeenschap in Brussel groeit sneller en sinds ze in 2017 de Marokkanen inhaalden, zijn de Roemenen ook de tweede grootste groep in het gewest.

“De crisis in Roemenië duurt langer dan bijvoorbeeld in Polen, waar sinds 2011 ook veel emigranten terugkeren,” legt VUB-demograaf Patrick Deboosere uit. “Heel wat Roemenen zijn trouwens indirect in België beland: ze gingen naar Italië en Spanje toen het daar economisch goed ging en zijn tijdens de crisis rond 2008 dan van daaruit naar België gekomen.”

Niet enkel het aantal Roemenen neemt overigens toe. Steeds meer Roemeense Brusselaars worden Belg. Vorig jaar waren dat er al 800. Dat blijkt dan weer uit BISA-cijfers die we inkeken. Meer over de Roemeense gemeenschap van Brussel leest u in de reportage die deze week verscheen in ons magazine.

De Fransen blijven ondertussen afgetekend de grootste buitenlandse groep in Brussel, met 64.218 leden. Dat zijn er een kleine 1.000 meer dan een jaar eerder. De groei ging de voorbije decennia gestaag en het aantal zuiderburen in het gewest verdubbelde bijna sinds 2000.

“De belangrijkste motor voor die groei lijken me de studenten,” zegt Deboosere. “Vooral in Elsene, Sint-Gillis en Vorst zie je erg veel Franse studenten in onder meer de film- en architectuuropleidingen. Het lijkt wel alsof Brussel na Parijs de meest geliefde Franse studentenstad is. Veel van die mensen blijven hangen na hun studies en gaan hier aan de slag. Die groep levert wellicht een significante bijdrage aan de Brusselse economie.”

Weerstand tegen uithuwelijken

Het aantal Marokkaanse Brusselaars blijft ondertussen dalen. De groep staat nog nipt op de derde plaats, voor de Italianen. Deboosere ziet verschillende factoren. “Mensen van de 3de en 4de generatie duiken niet meer op in de statistieken,” weet de demograaf. “En de weerstand om uitgehuwelijkt te worden aan iemand uit Marokko is ook groter geworden. Veel Marokkaanse meisjes kozen er bijvoorbeeld voor om gewoon niet te huwen.”

De professor wijst er ten slotte op dat de de Marokkaanse economie het de laatste tijd beter doet.

De top 10 van de meest voorkomende nationaliteiten in het gewest toont verder nog een gestage stijging van het aantal Italianen, Spanjaarden en Bulgaren. Die stijging is vooral merkbaar vanaf de crisis van 2008.