“100 Masters” is een mooi initiatief van de Brusselse musea. Ze zetten hiermee hun permanente collecties in het voetlicht, in plaats van de aandacht te trekken met tijdelijke tentoonstellingen waarbij de bezoekers zich voorbij de permanente zalen van de musea spoeden en de échte topwerken links laten liggen.
Museum van Natuurwetenschappen: Waar is de man van Spy?
Lees ook: De plantentuin van Meise onder de loep
Wie van masters en meesterwerken hoort, denkt in de eerste plaats aan kunsten en ambachten, en die zijn in de canon van honderd topwerken ook ruimschoots vertegenwoordigd. Bij de stoomlocomotief type 12004 of de plantenserre van Alphonse Ballat gaan sommigen de wenkbrauwen al fronsen, al heeft de actuele kunst ons wel geleerd dat ook dagelijkse dingen een kunstwerk kunnen zijn, denk maar aan de mosselpot van Marcel Broodthaers.
Maar wie zou denken dat ook dingen uit de natuur tot meesterwerk worden verheven? Het wringt een beetje, maar het brengt ons in herinnering dat onze wetenschappelijke instituten unieke objecten bewaren waarvan we het belang voor de mensheid soms onderschatten. Tot mijn tevredenheid zag ik de iguanodons van Bernissart opgenomen, de vlinders uit het Afrikamuseum of de gigantische aronskelk van Meise. Maar er ontbreekt een topstuk! Of beter gezegd, een aantal stukken...
Onvolledige skeletten
Kent u het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen? Oorspronkelijk was het ondergebracht in het paleis van Karel van Lotharingen op de Kunstberg, toen dat werd afgebroken voor de bouw van de Koninklijke Bibliotheek. Dan werd de collectie ondergebracht in een oud klooster aan de Vautierstraat, tot irritatie van de toenmalige conservator: kloosters en wetenschap, dat ging niet echt samen. Van Leopold II werd dan een nieuw gebouw verkregen dat naast het klooster kwam te staan: de triomfantelijke ‘Janlet’-vleugel (naar de architect).
Hier werden de ‘gewervelden’ in ondergebracht, wat in de Belgische context vooral fossielen betekende: de mammoet van Lier, de doejong van Boom en uiteraard de iguanodons van Bernissart. Op de bovenetage kwamen de ongewervelden, lees vooral insecten. Op oude foto’s is te zien hoe de zalen vol stonden met kasten vol skeletten en opgezette dieren. Velen zullen zich dat nog herinneren. Onder Leopold III werd dan nog een nieuwe vleugel gebouwd: de hoge toren waaronder vandaag de hoofdingang is. Let op de voorgevel, die bestaat van boven tot onder uit honderden L’s en III-tjes.
Achter die gevel staan duizenden kasten met laden met het grootste deel van de collecties die niet worden getoond. Daarachter dan weer laboratoria. Het zou echter tot ver in de jaren 1980 duren vooraleer die vleugel tot in de inkom werd afgewerkt. Wetenschap in grote Nationale instituten was geen prioriteit meer, het zwaartepunt van het onderzoek verhuisde naar de universiteiten.
Ergens in die lokalen is dus een specimen opgeslagen dat cruciaal was voor ons wereldbeeld. Hij wordt in schoolboekjes meestal de ‘man van Spy’ genoemd. Eigenlijk zijn het er minstens twee, maar onvolledige skeletten.
In de Buurt van Düsseldorf had men in 1856 een skelet ontdekt dat de geschiedenis zou ingaan als “de man van Neandertal”. Het leek erop dat het om een fossiel van een andere soort mens ging, een voorloper van de huidige. In het toenmalige tijdsbeeld was zoiets onaanvaardbaar en strijdig met de kerkelijke leer. Het moest om een misvormde man gaan, of om een Russische kozak die zich in de grot was gaan verschuilen. Het werd een lang welles-nietes verhaal.
Tot in Spy dus twee neanderthalers werden ontdekt! Dat gebeurde door de Luikse wetenschappers Max Lohest en Marcel De Puydt, in 1886. De weerklank in de wereldpers was enorm. Iedereen in de Natuurhistorische wereld kroop de grotten in en spoedig doken andere vondsten op: in Gibraltar, in Kroatië... De “holbewoner” werd een nieuw icoon.
Waar ligt de man van Spy vandaag? Hij moet ergens in het KBIN huizen. Vroeger zat hij er veilig in een kluis. Hij was trouwens juridisch eigendom van de vinders Lohest en De Puydt en ook hun erfgenamen waren er erg aan gehecht, zoveel zelfs dat de families het skelet meenamen in een koffer op de vlucht bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Maar ik weet dat hij terug in het gebouw was.
Na de grondige renovatie van het Instituut werd een groot deel van de collectie weggehaald uit de zalen. Musea moesten speelser, ‘interactiever’ (knopjes drukken), kinderachtiger worden, het werd er leeg. Maar in begin jaren 1990 stond ik plots oog in oog met de vondsten van Spy, eindelijk tentoongesteld achter glas in de Janlet-vleugel, wat verder was ook het Ishango-beentje opgedoken. Het had jaren in de bureaulade van vinder Jean de Heinzelin gelegen: de oudste wiskundige vondst op aarde!
Geen kopies
Ondertussen zijn we weer enkele renovaties verder. Ik heb de heren Spy later nog ontmoet in een aparte sectie in de kelders van de kloostervleugel -als ik mij dat goed herinner- waar hij beter werd geduid. Maar ondertussen is er alweer een reorganisatie geweest en de nieuwe “Galerij van de Mens” toont nu alle fossiele mensentypes die men ondertussen kent, maar het originele skelet uit Spy ligt daar niet tussen, enkel plastic afgietsels en oogstrelende 3D-impressies.
Ik vroeg het Instituut waar de mensen van Spy naartoe zijn en kreeg als laconiek antwoord ‘Een replica van het skelet van de mens van Spy wordt tentoongesteld in onze nieuwe galerij van de mens’. Ze hadden evengoed kunnen schrijven: ‘Dat gaat u niks aan’.
Het gaat tenslotte om een topstuk dat ondertussen, zo heb ik begrepen, openbaar eigendom is geworden. Ik wil, als ik in het Louvre ben, de echte Mona Lisa kunnen zien, geen poster; ik wil het echte Horta-huis, niet een schema ervan op computer! Maar de Mona Lisa kent iedereen, Mijnheer Spy daarentegen zou door de meeste leken niet eens herkend worden tussen andere skeletten. U kunt er een foto van kopen in de shop.
Musea moeten de eerlijkheid hebben om echte dingen tentoon te stellen, geen kopies. O, het Ishango-beentje is wel te zien, ergens tussen de geschiedenis van het museum. Als het al het origineel is?
Op vadrouille met Nick Trachet
Lees meer over: Samenleving , Op vadrouille met Nick Trachet
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.