Vaak gaan uitstapjes in het weekend naar verre oorden of grote bestemmingen, maar Nick Trachet blijft dichter bij huis. Hij brengt ons naar enkele pareltjes in de onmiddellijke omgeving van Brussel, waar nog niemand in een reisbureau aan gedacht heeft. Deze week houdt Trachet halt in Zaventem.
Op vadrouille met Nick Trachet: met de boemeltrein naar Zaventem
Lees ook: Nick Trachet: Baked Beans
A ls we Zaventem zeggen, dan denken we aan de Nationale Luchthaven. Dat is het dorp wat weinig eer aandoen. Er wonen daar ook mensen. Taxi’s en helpende familieleden zoeven over een viaduct bijna boven de dorpskom heen, de Ring raast ten zuiden ervan en de vliegtuigen erboven. De website van de gemeente noemt Zaventem een ‘pilootgemeente’. Daar kan ik mij wat bij voorstellen.
Diegemse zandsteen
Er rijdt ook een trein. Nogal veel treinen, trouwens, wegens de luchthaven, weet u wel. Vanuit Brussel stopt de lijn naar de luchthaven er meestal, die naar Leuven ook. Veertien minuten na het vertrek in Brussel-Noord sta ik op het futuristische perron van het dorp. Iemand heeft dat versierd met een soort kippengaas. De tunnel onder de sporen mondt uit in een zielloos trappen- en liftgebouw. Als ik er kom, werkt de lift niet. Maar eenmaal op straatniveau is er wel een warm welkom met terrasjes en restaurantjes. De Stationsstraat heeft een gediversifieerd aanbod van winkels met beleggingskantoren, traiteurzaken en de betere patisserie. Er moeten hier nogal welstellende klanten komen. Maar aan de andere kant is er op de hoek van de straat met het parkje van de bibliotheek nog een écht Volkshuis, een zeldzaamheid in deze eeuw.
De gebouwen in de dorpskom zijn een feest van Diegemse zandsteen. Twintig jaar geleden was bouwen met deze verdwenen steen een rage aan deze kant van Vlaams-Brabant. Recyclage als stijlmodel. We laten de kruisende Hoogstraat voor wat ze is en nemen pas de volgende afslag links. Zo komen we op het ruime kerkplein. Op maandagochtend is er hier markt. Zaventem is een shoppingplek, zowaar! De rest van de week is het een parking voor de plaatselijke handelszaken.
Zeven Tommen
Op het plein staat een kerk, die ook nog eens open is. Het interieur is netjes opgefrist, de stijl voornamelijk gotisch. Boven een altaar in de zijbeuk hangt een meesterwerk van de schilderkunst: de Liefdadigheid van Sint-Martinus door Antoon Van Dyck. De meesten onder ons zullen het kennen van Het rijmende paard, een Suske en Wiske uit 1963. Ik denk niet dat in het stripverhaal zelfs maar vermeld staat dat het vliegende paard uit het verhaal in Zaventem hangt.
Terug buiten zie ik over het plein een restaurant in zandsteen. Het pand dateert uit 1624 en Van Dyck zou er gewoond hebben. Hij vroeg de hand van de dochter van de plaatselijke drossaard, maar liep een blauwtje. Hij is dan maar naar Engeland uitgeweken. Hoger op het plein neem ik de Hoogstraat langs het Atheneum en steek de spoorweg over. De weg naar rechts heet ‘Zeven Tommen’. Zaventem dateert zeker uit de tijd van de Romeinen. Die tommen waren tumuli, grafheuvels die hier ooit moeten hebben gestaan. De weg wordt even landelijk, maar het gebulder maakt duidelijk dat gerst en maïs hier niet voor het inkomen zorgen. We staan aan het einde van de runway van de luchthaven. Als de wind uit de juiste richting komt, staat het hier vol auto’s met plane spotters, mensen die een dagje naar de landende en opstijgende luchtreuzen komen kijken.
Als ik genoeg kerosinelucht heb ingeademd, neem ik de Zeven Tommen naar rechts (de weg splitst hier blijkbaar zonder van naam te veranderen) en ik ga het tunneltje onder het spoorwegkluwen door, naar een wat rustiger wijk langs de Imbroekstraat. Die gaat verder over in de Hector Henneaulaan en al spoedig bereik ik de vijvers van Zaventem. Ik word aangezogen door een oud gebouw dat een luxueuze brasserie blijkt te herbergen: Mariadal.
De vijvers, op het diepste punt van het dorp, bieden een woonomgeving aan heel wat watervogels, maar ze zijn vooral beroemd in de media wegens de waterschildpadden. De gemeente probeert ze weg te jagen, maar eigenlijk zijn ze een bezienswaardigheid. Gedumpt door de eigenaars wanneer ze te groot werden, hebben de beestjes het hier best naar hun zin, men kan ze zien zonnen langs de kant. Als u er een ziet, pas dan op, ze kunnen heel gemeen bijten!
Op het einde van het park is er een zwembad. Wanneer u hier op een zomerse zondag komt, kunt u misschien de vermaarde zeven Zaventemse zotten aan het werk zien?
Vreemde architecten
Terug op de Henneaulaan wandel ik westwaarts langs eenvoudige huisjes. Het geraas van de Brusselse Ring wordt luider. Maar voor het verkeer staat een scherm van groen. Aan het rondpuntje kan de wandelaar links een park in, het heeft schijnbaar geen naam, maar wordt netjes onderhouden. Over een heuveltje komt er zicht op een heel grote wachtvijver, met zwaan. Er was geen mens te zien toen ik er kwam, een goed bewaard geheim, denk ik. Rechts van het rondpuntje kronkelt de Henneaulaan voorbij een oude watermolen, de Stockmansmolen (nu restaurant). Even daar voorbij wordt Zaventem industrieel. Rechts (Woluwestraat) leidt de weg naar de Hoogstraat die ons terug naar de Stationsstraat brengt.
Van hieruit gezien is het station van Zaventem toch wel erg vreemd ontworpen. Het gelijkvloers bestaat uitsluitend uit trappen en hellende vlakken die naar een verdieping leiden met fietsenstalling. Mochten die fietsrekken op het gelijkvloers zijn ingericht, was dat allemaal niet nodig geweest. Vreemde architecten hebben ze bij de NMBS. Maar het is tijd om terug te gaan.
Op vadrouille met Nick Trachet
Lees meer over: Cultuurnieuws , Op vadrouille met Nick Trachet
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.