De discotheken zijn sinds het begin van de coronacrisis 600 dagen gesloten geweest. Ook bioscopen en theaters zijn zwaar getroffen door de crisis: meer dan de helft van de periode waren ze gesloten. Dat blijkt uit een analyse van Le Soir over de nationale impact van de coronacrisis op de verschillende sectoren.
Nachtleven en theaters zijn grootste verliezers van coronacrisis
Le Soir ging bij tien bedrijfssectoren na of ze al dan niet open waren tussen 10 maart 2020 en 31 december 2021. In totaal gaat het om 662 dagen.
De discotheken zijn de grootste verliezers met 600 sluitingsdagen. Daarna volgen de theaters en cinema’s met beide 336 sluitingsdagen. Fitnesszalen waren 310 dagen gesloten en pretparken 306.
Ook de horeca kreeg het flink te verduren met 287 sluitingsdagen. In het voorjaar mochten cafés, bars en restaurants een maand lang enkel hun terrassen openen. Later konden de activiteiten min of meer normaal worden hervat door het Covid Safe Ticket en tafelbeperkingen.
Op de zevende plaats komen de kappers. Zij moesten in totaal 188 dagen sluiten.
Dierentuinen en musea bleven relatief gespaard
De dierentuinen bleven iets meer gespaard van de coronacrisis. In totaal sloten ze 103 dagen. Die vielen deels samen met hun jaarlijkse sluitingsperiode. Ook de musea kregen ietwat een voorkeursbehandeling, omdat het goed zou zijn voor het mentaal welzijn. Ze sloten 98 dagen.
Op de tiende plaats staan de scholen. Op 14 maart 2020 werden ze officieel gesloten en sindsdien hebben ze niet meer normaal gefunctioneerd. Hybride lesformules, vervroegde vakanties werden het nieuwe normaal.
Lees meer over: Samenleving , coronacrisis , cultuursector , nachtleven , coronamaatregelen