Nick Defour is de zanger van Shetahr, dat Brusselse trashpop brengt. We strikken hem vlak voordat hij voor enkele maanden naar Griekenland vertrekt, in het volkse café Santana aan het Rouppeplein. Zoals Defour in ‘Dive in the pool’ zingt: “Let’s take a dive in the pool/ Hope the water is deep enough for two.”
Nick Defour, zanger van Shetahr: ‘Ik haal inspiratie uit wat bizar is’
Via zijn studies aan Sint-Lukas belandde Nick Defour zeven jaar geleden in Brussel. “Ik zag me na het middelbaar niet meteen Handelsingenieur of Geneeskunde studeren. Vanaf mijn vijftiende wou ik dingen maken en ‘anders’ zijn, met daarbij Kurt Cobain als leidend model. Ik weet nog dat ik eens bij mijn vriendin Lotte thuis zat met lang ros geverfd haar – mislukt blond, eigenlijk – en een kleedje aan. De zus van Lotte vroeg zich af wie dat lelijke meisje was (lacht). Bon, ik wou kunstenaar worden, maar ik wist nog niet wat dat juist inhield.”
“Ik koos voor schilderkunst omdat ik daar nogal een romantisch idee over had, maar na een jaar had ik door dat het niet was wat ik zocht. Ik ging eigenlijk naar Sint-Lukas met een vrij beperkt beeld van beeldende kunst. Op een jaar tijd leer je de kunstgeschiedenis kennen en merk je dat er heel wat meer mogelijk is. Daarna ging ik naar het experimenteel atelier waar alles mocht. Ik begon meer en meer met performance te werken.”
De studies aan Sint-Lukas waren redelijk confronterend voor de jonge Defour. “Als ik iets maakte, vroeg ik me vaak af: ‘Wat wil ik hiermee bereiken?’ Zo heb ik ooit negen maanden met een stuk stoel op mijn schouder rondgelopen, dag in dag uit. Alleen slapen deed ik zonder. Ik wilde mezelf testen: hoe ver wil je gaan voor een werk? Hoe hard meen je dit?”
“Toen ik was afgestudeerd in 2010 deed ik een paar residenties en tentoonstellingen, maar ik haalde er geen vreugde uit. Ik vond het leuk om ergens naartoe te leven en iets te maken, maar uiteindelijk is er te weinig interactie in de kunstwereld. Dat was ik beu.”
Melkmeisje
Na zijn studies sloot Defour zich aan bij De Sprekende Ezels, een experimenteel vrij podium voor woord en muziek, eerst in café Lava, daarna in De Monk. “Dat was de eerste keer dat ik voor een publiek iets deed, buiten een galerij. Plots moest ik met het publiek bezig zijn. Ik zeg niet per se dat je het publiek moet behagen, maar je moet het wel bekijken.”
“Mijn eerste performance op De Sprekende Ezels, in de Lava, bestond uit één zin: ‘Ein Man, Ein Word / Limburg, waar dromen ontwaken’. Ford Genk was toen net failliet. Het ging mij niet om de politieke betekenis, ik wou iets korts doen, wat tegelijkertijd veelzeggend was. Voor de rest vertelde ik vaak verhalen waarbij iemand iets heel normaals doet, zoals een blikje leegdrinken en op straat gooien. Dat was het begin en het einde van het verhaal. Daartussen kon er vanalles gebeuren. Het blikje veranderde achtereenvolgens in een druif, druivelaar, melk, melkmeisje, lama, mijn dubbelganger,... En uiteindelijk terug in een blikje.”
Met zijn performances kreeg Defour vaak de lachers op zijn hand. “Het is niet echt humor, het zijn eerder absurde of gestoorde verhalen. De Sprekende Ezels vinden plaats op café, voor mensen die een pint drinken. Iedereen is er om plezier te maken. Het publiek doen lachen, houdt de aandacht erbij. Je kan hele andere dingen vertellen, maar toch de aandacht blijven behouden via humor. In de kunstwereld maak je iets, je zet het in een galerij en vanaf dan moeten mensen ernaar kijken. Dat vind ik veel te gemakkelijk, zo werkt het niet. Als ik met iemand praat, kijk ik altijd hoe een persoon reageert op wat ik zeg. Mensen gaan ook naar muziekoptredens voor de chemie die tussen de band en het publiek ontstaat. Anders werkt het niet. Voor poëzie geldt hetzelfde.”
Cassette
“Alles wat ik ooit wilde doen, komt nu samen in Shetahr. Het gaat om meer dan muziek: op het podium staan, op de juiste manier bewegen, goede visuals ook. Ik geraak er mijn teksten in kwijt. Shetahr werkt ook maar omdat we elkaar zo goed kennen en aanvoelen. De gitariste, mijn vriendin Lotte Beckwé, ken ik al van mijn twaalfde, drummer Maarten Raskin ken ik al acht jaar. We hebben geen schrik van elkaar. We werken samen en we komen tot een ding waarvan je nooit had kunnen bedenken dat het zou kunnen bestaan.”
“Vroeger had ik een groepje met mijn vriendin Lotte, Frottage, akoestische gitaar en zang, kampvuurpunk. Op een bepaald moment stapten we naar Maarten om te kijken of Frottage ook werkte met drums, maar dat bleek geen succes. Tot we zomaar begonnen te jammen. We maakten een opname van een uur, waarin ook de naam Shetahr is ontstaan, en gaven die aan Tommy Denys van concertzaal en kunstenhuis Les Ateliers Claus. Dankzij hem kregen we een optreden in december, waar we twee maanden volop voor repeteerden. Van het optreden dat welgeteld dertien minuten duurde, maakten we een opname en een cd, die we aan concertzaal Magasin 4 gaven met de boodschap ‘Hi. We would like to play at Magazin 4, please contact us’. Drie weken later kregen we toestemming. Op het grote podium van Magasin 4 hebben we een heel strakke set gespeeld. We leerden er Antonin en Jessica kennen, die elk een microlabel hebben: Attila Tralala en Sonophagia. Samen met hen hebben we een cassette uitgebracht op vijftig exemplaren, Live at Magasin 4.”
Rolletjes
Defour haalt zijn inspiratie uit het dagelijks leven en uit de omgang met mensen. “We maken normale liedjes die soms een beetje psychotisch of fucked up worden, net zoals de realiteit. Ik haal veel inspiratie uit wat bizar is. Een tijd geleden stond ik op en zag door mijn raam een dikke, lelijke oude vrouw met een bloemenjurk. Dan gaat het vanzelf.” Alsof hij op het podium staat: “Ik wou dat ik op een trein zat of een stoomboot aan het begin van de twintigste eeuw, toen jonge knappe vrouwen nog bloemenjurken droegen.” Roept: “Maar nu, nu zie ik een oud wijf, ze is net de hoek om, wow maar dat is nog erger, nu zit ze in mijn hoofd!”
“We repeteren veel, maar werken ook snel. Bijna iedere repetitie komt er een nieuw nummer. We hebben nu pas opgenomen bij Les Ateliers Claus. Het was een leuke samenwerking, we waren vrij, kregen veel tijd en plaats. Tommy van Les Ateliers Claus, die soms bas speelt, deed de mix van de 7inch die binnenkort uitkomt onder Les Albums Claus.”
“Ieder optreden is anders. Voor ons eerste optreden waren we nerveus, het was een vrij statisch gebeuren. Ik ben daarop steeds dichter bij het publiek gaan staan, letterlijk, van het podium af. Weg van die barrière. Op Fête de la Musique had Les Ateliers Claus een podium in de buitenlucht dat wij mochten afsluiten vanop een oude brandweerwagen. Het publiek was crazy, enkele toeschouwers gingen compleet mee in de muziek. Dat geeft veel energie. Hoe ik beweeg op het podium, ligt niet op voorhand vast. Ik zit meestal diep in de tekst. De meeste teksten heb ik zelf geschreven en er zit een bepaald gevoel in. Ik kan me de personages en de situatie wel inbeelden. Het zijn bijna rolletjes die je speelt, die je kiest.”
Wat de toekomst brengt voor Nick Defour? “We moeten zoveel mogelijk kunnen spelen. Ik ben benieuwd hoe het is om dagelijks bezig te zijn met Shetahr.”
In december stelt Defour tentoon in de vitrine van de bibliotheek van Sint-Lukas. Vitrine nummer 50: prentbriefkaart aan Brussel
BDW in gesprek met ...
Lees meer over: Samenleving , BDW in gesprek met ...
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.