De begrafenis van een koning of koningin heeft in het verleden voor een groot samenhorigheidsgevoel gezorgd onder het Belgische volk. De doctoraatsstudie "De omgang met de dood van koninklijke en politieke elites in België tussen 1830 en 1940" van VUB-onderzoeker Christoph De Spiegeleer bevestigt die stelling, maar toont dat er wel een uitzondering is op de regel: de begrafenis van de omstreden Leopold II.
Onderzoek VUB: Leopold II zorgde ook bij begrafenis voor verdeeldheid
In zijn doctoraatsstudie aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB) doet De Spiegeleer historisch onderzoek naar de omgang met het sterven, begraven en herdenken van een afgebakende groep elitefiguren tussen 1830 en 1940. In totaal gaat het om 170 personen, onder wie ook elf leden van het koningshuis.
Bij de koninklijke overlijdens en begrafenissen werd vooral de verhouding tussen de monarchie en de Belgische samenleving onder de loep genomen. "De dynamiek tussen politiek, kerk, media en koningshuis komt bijzonder sterk naar voren bij een overlijden. De publieke opbaring van 'koning-soldaat' Albert in 1934 duurde reeds tot 3 uur 's nachts. De dagbladen schreven over een eerbetoon dat alle klassen en groepen in de samenleving oversteeg", vertelt De Spiegeleer.
In de studie gaat er speciale aandacht uit naar de herinnering rond de koning Leopold II. En daar blijkt het samenhorigheidsgevoel minder groot. De controverse was door de schandalen binnen zijn privéleven al groot en dat veranderde niet bij zijn dood of bij die van zijn echtgenote, koningin Marie-Henriette. "De uitvaartplechtigheden in het begin van de 20ste eeuw werden in de pers beschreven als banale spektakels die vooral door nieuwsgierigheid gedreven toeschouwers op de been brachten", stelt De Spiegeleer.
Lees meer over: Brussel , Samenleving , Leopold II
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.