Op zoek naar nat Brussel: Moerassen op de kaart

An Devroe
© Brussel Deze Week
03/08/2011
Brussel, kind van het moeras, koestert zijn laatste vochtige gebieden. Een zomerse wandeling in vier etappes naar de ziel van onze stad. Vandaag in aflevering 1: plaats- en straatnamen met broek erin.

De Broekbeek in Anderlecht is allang van de kaart geveegd, maar een spoor van moerasplanten als de gele lis markeert nog altijd haar vallei. Waar geen natuur meer is om aan de aloude moeras­gebieden te herinneren, zijn toponiemen soms de laatste strohalm.

Brussel heeft zijn naam niet gestolen, dat is bekend. Brussel of Broekzele, een 'secundaire nederzetting afgestemd op veeteelt (sele) aan/in een moerasgebied (broek)', wijst op een doornat verleden. En waarom zou de grotendeels ingekapselde Broekbeek haar naam trouwens niet gegeven hebben aan Broekzele, oppert Roel Jacobs in Een geschiedenis van Brussel.

De middeleeuwse broek-toponiemen in Brussel werden nader onderzocht door de KUL-historicus Bram Vannieuwenhuyze voor zijn doctoraatsthesis over de stedenbouwkundige ontwikkeling van middeleeuws Brussel. Broek zou afgeleid zijn van het oude Germaanse woord brok, dat 'moeras' (eventueel 'gebroken land'?) betekende, en in tweede instantie 'hooiland'. Samenstellingen met broek wezen op een alluviale (aangeslibde) vallei met zowel hooilanden en bos als water en natte heidegronden.

Verschuivingen in de namen noemt Vannieuwenhuyze 'verklikkers' die ons heel wat kunnen leren. Zo kwam eerst gewoon Broek (of ook Palus) voor, en later, toen door ontginning en stadsontwikkeling ruimere zones werden opgesplitst, kreeg je samenstellingen, zoals Ruisbroek, Warmoesbroek, Wijbroek. Rond de vijftiende, zestiende eeuw vernauwde dit dan weer verder tot straatnamen. Vannieuwenhuyze zag Broek naar Warmoesbroek naar Warmoesbroekstraat, en Ruisbroek naar Ruisbroekstraat (rue de Ruysbroeck) evolueren.

Wijbroek
Wat de Zennevallei betreft, had je in het noorden van de stad op de rechteroever Warmoesbroek (oudste vermelding: 1274), en in het zuiden de Blekerij, het vroegere Broek ter Kapellen (oudste vermelding: 1252). Daaruit is nog af te leiden dat er in het noorden groenten werden geteeld, en dat men in het zuiden aan lakennijverheid deed.

Vannieuwenhuyze vond ook een Schaadbroek tussen de Zenne en de Ransvoordzenne, waarvan de naam misschien alludeert op het weiden van schapen. En toponiemen als Elsbroek en Wijbroek wezen dan weer op de aanwezigheid van typische moerasbomen. Elzen en wilgen - wijbomen genoemd naar het gebruik om wilgentakken te wijden op palmzondag - houden van vochtige grond. Daarom spelen ze ook een cruciale rol in het huidige waterbeheer.
In het volksgeloof is de els dikwijls de onheilsboom, misschien omdat elzenhout de mens zeer weinig tot nut is, of een boom bij 'dode wateren' is. Van het oorspronkelijke moerasgebied van Elsene, dat ooit evolueerde naar Elzenbroek, blijft nog slechts de els in het wapenschild de getuige.

Natuurlijk verwijzen ook allerlei andere toponiemen in het Brusselse naar natte gronden. In Bosvoorde, Vilvoorde, en ook in Kalevoet, zit voorde, een doorwaadbare plaats in een waterloop, belangrijk in moerassig gebied. Of Laken, dat met zijn naam zelf al verwijst naar een waterrijk gebied, zoals je kunt nalezen in Historische toponymie van Laken van Pierre Van Nieuwenhuysen, of er nu een Keltische (lough) of Latijnse (lacus) bewijsvoering mee gemoeid is. Ook namen als Ter Plast en Nekkersdal, een dal bewoond door watergeesten, de nekkers, zijn oude getuigen van het feit dat Laken vaak overstroomde door de langzaam vloeiende Zenne en Molenbeek.

Massart
Anno 2011 kom je in Brussel nog altijd broek-toponiemen tegen. In Anderlecht heb je zowel de Biestebroekkaai (quai de Biestebroeck) als de Biestebroekstraat (rue de Biestebroeck). De naam bieste verwijst naar Hof ter Biest, gebouwd langs de vroegere Bergensesteenweg, de huidige Biestebroekstraat. In de vijftiende eeuw nog een imposant versterkt slot, toebehorend aan de familie van Aa, in de loop der eeuwen tot hoeve omgebouwd, en in 1955 afgebroken. De wijk Biestebroek is minder bekend dan Neerpede of Scheut omdat ze al heel lang volledig opgeslorpt is in de stadsstructuur van de naburige wijken.

De Broekstraat (rue du Marais) in de Vijfhoek is een van de oudste straten buiten de eerste omwalling. In de veertiende eeuw werden daar vooral groenten gekweekt. Aan de Zavel komen de Ruisbroekstraat (rue de Ruysbroeck) en de Bodenbroekstraat (rue Bodenbroek) samen.

In Sint-Agatha-Berchem kruist de Broekstraat (rue du Broek) de Broekweg (sentier du Broek). Aan de Broekstraat 51 ligt de beschermde hoeve van Pie Konijn van rond 1900. Aan de vrijwilligers die hier de kippen, eenden en cavia's komen verzorgen, vragen we naar het moeras. "Er is wel een beek waarvan wij ons altijd afvroegen hoe het komt dat die zo laag staat, zelfs als het hevig geregend heeft. Tot men ons vertelde dat onze wilg honderden liter water per dag kan opzuigen." De schietwilg (Salix alba), waartoe de kippen 's nachts hun toevlucht nemen, is als opmerkelijke boom beschermd, en dat is de Kattebroeksite, een halfnatuurlijk landschap wat verderop, ook.

Als deze namen verdwijnen, of verkeerd vertaald worden, dan dreigt het laatste spoor naar het verleden te verdwijnen. Nico Koedam van het VUB-lab voor Algemene Plantkunde en Natuurbeheer (APNA) haalt in een studie over het resterende groen in ons gewest graag Jean Massart aan. Deze plantkundige (aan de toen uitsluitend Franstalige universiteit van Brussel) stelde al in 1912 dat nieuwe en verfranste namen de traditionele plaatsnamen niet kunnen vervangen. In laag-Etterbeek betreurde hij de verdwijning van het Weide­ken (nu Maalbeekstraat of rue du Maelbeek) en van Elsenedam (nu Graystraat of rue Gray), ooit de dijk die Elsene met Etterbeek verbond.

Massart pleitte ervoor dat het Ukkelse valleitje van Engeland (waarin eng verwijst naar het gemeenschappelijke gebruik van een stuk land) een reservaat moest worden, omdat het een beeld gaf van de kenmerkende vegetatie van vochtige gebieden in het Brussel van weleer. Dat de door hem vermelde plantensoort Parnassia palustris (hier duikt weer palus 'broek' op) intussen zeer zeldzaam is, en verdwenen uit Brussel, was toen nog niet te voorzien. In 1945 moest een groot deel van de vallei eraan geloven voor het voor zijn tijd moderne kerkhofontwerp van Verrewinkel zonder, aldus Koedam, enige meerwaarde voor de vegetatie.

Op zoek naar nat Brussel

Brussel, kind van het moeras, koestert zijn laatste vochtige gebieden. Een zomerse wandeling in vier etappes naar de ziel van onze stad.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving , Op zoek naar nat Brussel

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni