Philippe Boesmans, pianist/componist: 'Gerard Mortier wees de weg'
M orgen begint het nieuwe seizoen van de Muntschouwburg met Orlando paladino, Haydns meest succesrijke opera in een interpretatie van de Belgische musicus René Jacobs. Philippe Boesmans heeft er alle vertrouwen in dat De Munt haar naam en faam de komende maanden alle eer zal aandoen.
"Net als de voorgaande jaren zal directeur Peter de Caluwe ongetwijfeld weer uitstekend werk leveren. Hij heeft goed opgepikt waar De Munt voor staat; de lijn van zijn voorgangers Gerard Mortier en Bernard Foccroulle trekt hij op een mooie manier door: werken met mensen die er niet voor terugdeinzen vooruitstrevend te zijn."
"Zelf maak ik niet langer deel uit van het huis. Ik ben nu 75, de pensioengerechtigde leeftijd al lang voorbij - laat mij mijn ding maar doen. Toch ben ik De Munt nooit uit het oog verloren, en vice versa. Zo ben ik net begonnen aan het componeren van een nieuwe opera in opdracht van De Munt en L'Opéra Comique in Parijs. Een coproductie: die constructie zie je steeds vaker in het wereldje. Win-win, voor alle betrokkenen: de kosten worden gedeeld tussen de operahuizen, en als componist heb je de zekerheid dat de opvoering niet beperkt blijft tot één huis."
"Voor de libretto's heb ik in het verleden meermaals met de Zwitserse theater-, film- en operaregisseur Luc Bondy gewerkt, maar dit keer is het de beurt aan de Franse regisseur en theaterauteur Joël Pommerat. Samen zetten we onze tanden in zijn stuk Au monde, een fascinerend huis clos over een disfunctioneel gezin met allusies op incest. De première is gepland voor 2014. Pas 2014, inderdaad. Het is dan ook tijdrovend werk. Je hebt de muziek, maar ook het herschrijven van het theaterstuk voor muziek. Dat herwerken impliceert vooral knippen: een tekst zingen neemt nu eenmaal veel meer tijd in beslag dan een tekst declameren. Zoeken naar de essentie, dus. De gezongen tekst mag ook niet te literair zijn, omdat een goede literaire tekst geen muziek behoeft, omdat hij sterk genoeg is op zich."
Hoorspelen
Boesmans heeft vijf opera's in opdracht gecomponeerd, en meer dan twintig composities in de hedendaagse klassieke muziek, dikwijls met internationale erkenning. Het cv van de autodidact Philippe Boesmans oogt indrukwekkend, maar een netjes uitgestippelde carrièreplanning hoeft er niet achter gezocht te worden. Het is gekomen zoals het gekomen is. Door de liefde voor de muziek, door kansen, aangereikt door anderen.
"Na mijn studie piano aan het Conservatorium van Luik ben ik gaan werken voor de RTB-radio. Dat was een mooie tijd. RTB en BRT zaten samen in het Flageygebouw, we hadden een gemeenschappelijke kantine, wat het contact tussen de collega's aan beide zijden van de taalgrens sterk bevorderde. Zo ben ik goed bevriend geraakt met Nederlandstalige collega's die mee aan de wieg stonden van het toenmalige Radio 3 (nu Klara, red.)."
"Ik ben in die periode ook in Brussel komen wonen en al snel beginnen optrekken met andere musici die net als ik in de ban waren van de hedendaagse klassieke muziek, van het serialisme. Célestin Deliège, Henri Pousseur... Samen hebben we het Ensemble Musiques Nouvelles opgericht, waarmee we tot over landsgrenzen optraden."
"Dankzij de RTB ben ik gaan componeren: muziek voor hoorspelen. Toen kon dat nog, de nationale radiozenders beschikten over een aanzienlijk budget, elke week wel vroegen ze een componist om begeleidende muziek te schrijven. Het was een goede leerschool, maar niet simpel. De maandag kreeg je de opdracht; de dinsdagochtend moest de muziek er liggen. Dat werd dus keer op keer nachtwerk."
Telefoontje
Dan, ergens in 1980, kwam er een telefoontje van Gerard Mortier. Of Boesmans een opera wou componeren voor De Munt. "Natuurlijk wou ik dat! Ik zou met mijn muziek een veel groter publiek kunnen bereiken dan voorheen. Concerten, festivals van hedendaagse klassieke muziek zijn door de bank genomen maar voor een klein publiek van diehards. Toch ben ik tussendoor altijd hedendaagse klassieke muziek blijven componeren. Een beetje als rustpunt, een terugkeer naar de eerste liefde, tussen twee opera's door."
"Na mijn eerste opera, La passion de Gilles, vroeg Mortier me of ik mijn radiowerk vaarwel wou zeggen om als artistiek raadgever voor De Munt te komen werken. De repetities bijwonen, opvoeringen. Bijsturen waar nodig. Dat was min of meer een tweede geschenk uit de hemel. Die grote, dikwijls logge, gecompliceerde machine van binnenuit mogen ontdekken, was een voorrecht. Ik had contact met het orkest, contact met de zangers. Het heeft me veel geleerd, terwijl ik ondertussen wel mijn ding mocht doen. Ik leerde hoe een operahuis juist werkt, en ik leerde rekening te houden met de obstakels die zich onderweg kunnen aandienen."
Brusseleir
Net zoals Boesmans een beetje door een speling van het lot componist is geworden, zo ook is hij Brusselaar geworden, vertelt hij me in zijn appartement in de Onze-Lieve-Vrouw ter Sneeuwwijk.
"Ik heb een eerste keer in Brussel gewoond van 1961 tot '70. Voor mijn werk. Daarna naar Luik verhuisd, omdat ik van de RTB de vraag had gekregen een Luikse poot op te zetten van de radio-uitzendingen. In 1985 ben ik teruggekomen. De lokroep van De Munt en Gerard Mortier, hé. En ik ben teruggekomen om niet meer weg te gaan."
"Ik voel me een echte Brusseleir. Weliswaar niet van geboorte, wel van mentaliteit. Brussel is een schitterende stad om te leven. Niet te groot, niet te klein, heel internationaal. Gemoedelijk, een ontspannen sfeertje. Parijzenaars die hier komen werken, hebben het me al dikwijls gezegd: deze stad straalt zoveel meer cool uit dan hun Parijs."
"Wat ik ook zo mooi vind, is dat Franstaligen en Nederlandstaligen elkaar op de een of andere manier toch best goed verstaan hier in Brussel. Beter dan Vlamingen en Walen. De Vlaamse Brusselaars bevallen mij dan ook. Ze zijn heel open van geest en sympathiek. Dat heeft te maken met de culturele rijkdom van Brussel, denk ik. Mensen die cultuur in het bloed hebben, houden zich niet bezig met de achterhoedegevechten van de taalkwestie."
"Toegegeven, de Vlamingen hebben in het verleden onrechtvaardigheid moeten ervaren - mijn ouders hebben in het Frans moeten studeren; in het Nederlands kon het niet -, maar om nu daarvoor de boel op de spits te drijven zoals nu... Neen, dat hebben we niet nodig. Belgen hebben we nodig. Belgen met de mentaliteit van wereldburgers. Vergeten mag niet, maar in de loopgraven kruipen uit wraakgevoel mag ook niet. Dat zal ons niet vooruithelpen."
"Ik mag nu wel francofoon zijn, maar dat is gekomen omdat het zo gelopen is. Ik ben opgegroeid in Tongeren, mijn studie heeft me naar Wallonië geleid, naar Luik. Waarom Luik? Omdat het Conservatorium een goede naam had, en omdat het niet ver van huis was: maar achttien kilometer, en er was een goede tramverbinding. Ik kreeg er een flinke injectie Frans, en door mijn werk voor de RTBf is dat Frans nog dominanter geworden. Maar mijn Vlaamse afkomst heb ik nooit verloochend. Met mijn broer en zus spreek ik overigens nog altijd Nederlands, een Nederlands waarin het Tongerse dialect nooit ver weg is."
--------------------------------
Begin oktober komt de nieuwe cd uit op het label Cypres met muziek van Philippe Boesmans: een registratie van een concert in september vorig jaar in De Munt door Musiques Nouvelles
BDW in gesprek met ...
Lees meer over: Samenleving , BDW in gesprek met ...
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.