De tijd waarin kerken op zondag steevast afgeladen vol zaten, is al even gepasseerd. En wanneer een jongere zegt ‘ik ben een gelovige christen’, zullen er rare ogen getrokken worden. Wij spraken met Kurt Suenens (29), die zich sinds dit jaar ontfermt over de Brusselse Sint-Katelijnekerk. Hij vertelt over zichzelf en over hoe het gesteld is met de katholieke kerk in Brussel.
Prediken in een bruisende stad
Kurt Suenens, zoals gewoonlijk gekleed in soutane: “Ik ben geboren in een heel christelijke familie waar het geloof centraal stond. Elke zondag gingen we naar de mis. Ik ging ook naar de Europascouts, waar ik veel christelijke vrienden heb gemaakt. Zo werd ik in mijn jeugd overtuigd van het belang van de Kerk en van Christus.”
“Rond mijn vijftiende merkte ik dat veel van mijn vrienden niet gelovig waren, en toch dacht ik dat het geloof wel een atout kon zijn, een troef. En weet je, ik hield van Christus. Ik geloof niet dat hij dood is. Ik geloof dat hij leeft en dat het de moeite waard is om mijn leven te geven aan de missie van de Kerk. Daarom ben ik priester geworden.”
“Een priester doet twee dingen. Hij leert de mensen dat het leven niet eindigt met de dood, maar dat het verder gaat in een eeuwig leven zonder einde. Daarnaast moet hij het gelaat van God vertegenwoordigen op aarde. God is liefde. Een priester moet mensen leren om te beminnen.”
De keuze om priester te worden was niet evident. “In het begin was dat moeilijk, ja. Ik heb er, vooral in mijn adolescentie, veel mee geworsteld. Ik was bang voor de reactie van mijn vrienden. Maar ik had ook andere vrienden, hé. Bijvoorbeeld een priester die mij begeleidde, die mij hard heeft gesteund. En uiteindelijk heeft mijn geloof het gewonnen van mijn angst.”
Mensenhart
Suenens kon al vrij snel aan de slag als priester in Brussel-Centrum. Hij ziet dat als een cadeau. “Ik heb heel veel contact met jongeren. Ik heb niet alleen maar contact met de mensen die ‘in’ de Kerk leven, maar ook met de mensen daarbuiten. Dat strookt met mijn levensdoel. Priester zijn is niet alleen christenen bereiken maar ook niet-christenen, zij die nog naar God zoeken. Daarom is het ook zo interessant in Brussel: de stad bruist en een priester is op zijn plaats in een bruisende stad.”
“Brussel betekent ook een enorme diversiteit: veel moslims, jongeren, ouderen, armere klassen, rijkere klassen… Dat zien we ook in onze kerk. (Denkt even na) Onze kerk werkt goed: op een zondagmorgen hebben we 250 à 300 bezoekers en we hebben mensen van alle culturen. Naast Belgen zien we Fransen en veel Afrikanen: Congolezen, Kameroeners, enzovoort. Oosterse christenen zijn er ook veel: Syriërs, Libanezen bijvoorbeeld. We hebben dus een heel rijk publiek en dat vind ik heel aangenaam.”
“Ik stel me open voor die diversiteit. Vanaf februari ga ik Arabisch leren. Ik zal het nooit perfect kunnen, maar het is handig om het ijs te breken met mensen van Marokko, Algerije, Irak…”
Suenens weet dat de toekomst van de Brusselse katholieke kerk onvoorspelbaar is. Maar zorgen maakt hij zich niet. “De opkomst in de Brusselse kerken is al een tijdje aan het dalen en misschien zal dat nog enkele jaren zo blijven. Maar ik wanhoop nooit. Ik probeer alles te zien vanuit bovennatuurlijk oogpunt. Dat is het oogpunt van het evangelie. Christus zegt: ‘Ik ben bij u tot het einde der tijden.’ Hij beloofde dat hij er altijd zal zijn, dus ik geloof niet dat de kerk zal verdwijnen.”
Moslims
“Ik denk zelfs dat de kerk weer zal opbloeien. Ondanks de vele problemen waar de kerk voor staat, heeft ze haar fundament niet verloren: de liefde. Het menselijke hart van vandaag is hetzelfde als dat van gisteren. Een mensenhart zoekt naar liefde, onvoorwaardelijke liefde. Dat kan je volgens mij alleen maar bij Christus vinden.”
“Er zijn ook heel goede jonge priesters die echt gemotiveerd zijn. Ze staan sterk in hun geloof, met twee voeten in de wereld. Gemotiveerd, opengebloeid. Die priesters zijn de steunpilaar voor de kerk van morgen. In die zin maak ik me zeker geen zorgen.”
“Ikzelf heb vrij voor het celibaat gekozen zodat mijn hart beschikbaar is voor iedereen. Ik kan voor iedereen een luisterend oor zijn, precies omdat ik een vrij man ben. De beschikbaarheid van het hart, ik vind dat een kracht. Het is een steen waarop ik bouw. Ik hou daar aan vast want ik heb mijn woord gegeven, punt.”
“Ik geef me aan iedereen. Ik heb geen vrouw of kinderen om voor te zorgen, dus kan ik van ’s morgens tot ’s avonds opgebeld worden. Gisteren belde ik met een dame die zelfmoord wou plegen. We hebben een goed gesprek gehad. Ik heb haar gezegd dat ik haar kom bezoeken. Voor zo’n dingen ben ik altijd beschikbaar en dat wil ik altijd zijn voor mensen in nood.”
“Weet je, het huwelijk is zodanig groot, zodanig belangrijk, dat het ook honderd procent inspanning vraagt en tijd. En ik wil nu honderd procent leven voor mijn missie.”
Dat er veel culturen samenleven in Brussel, betekent ook dat er veel verschillende godsdiensten bij elkaar leven. “Als ik moslims zie, knik ik vriendelijk en lach ik. Vaak knikken en lachen ze meteen terug. Tachtig procent van de moslims is heel vriendelijk. Soms zijn ze een beetje gesloten, maar iedereen heeft wel eens een slechte dag.”
“Hier aan de Sint-Katelijnekerk op het pleintje zitten veel jongeren, constant, ook ’s avonds. Daar zitten vaak moslims bij en ik heb daar een goed contact mee. Ze zeggen mij: ‘ik ben moslim, ik respecteer alle religies, ik respecteer ook u als priester.’”
Goedheid
“Of ik er soms last mee heb? Ja en nee. Op puur menselijk vlak zie ik wel dat het storend kan zijn, want ze versperren de ingang en maken die vuil. We moeten permanent schoonmaken, ’s morgens en ’s avonds. We kunnen dat zien als een storende factor en hen proberen bij te brengen dat ze dat moeten opkuisen, dat ze plaats maken. Maar je kunt het ook als een kans, als iets positiefs zien. Christus zei: ‘Laat iedereen tot mij komen’. Dat die jongeren daar zitten, is voor mij gewoon de realiteit die ik moet aanvaarden. Ik wil ook een priester zijn voor hen, dus heb ik heel veel contact met de jongeren. Ik ken de meeste van hun namen: Suleiman, Aïsha, Jolena, Sam… Dus zij kennen mij ook. Ik praat er gewoon mee, probeer ze niet af te schrikken, probeer geen obstakel te zijn in hun toegang tot de kerk. Als ik constant boos ben en zeg dat ze moeten schoonmaken, gaan zij nooit de kerk binnentreden.”
“Het probleem vandaag is: je kunt de mensen niet meer overtuigen met ideeën. Dat merk ik vaak op straat. Als mensen met mij praten komt het vaak snel tot de idee ‘God bestaat wel’ of ‘God bestaat niet’. Dus ik probeer zo weinig mogelijk in discussie te gaan. Het is niet dat ik niet geloof in een redelijke basis van het geloof, want het christendom heeft de meest redelijke en tevens de enige redelijke basis van alle religies. Maar het is niet meer met de rede dat we de mensen overtuigen. Alleen maar door goedheid, door kracht kunnen we mensen doen nadenken over ‘Tiens, is er niet iets anders in het leven, bestaat God echt wel?’.”
Civiel leven
“Ik probeer die jongeren iets bij te brengen op de manier waarop Don Bosco dat deed. De Heilige Don Bosco was een opvoeder die eind negentiende, begin twintigste eeuw in Italië heel veel jongeren heeft opgevoed die geen werk hadden, die op straat leefden. Hij zei: ‘L’affection fait la confiance, la confiance fait l’éducation’. Ik wil die jongeren leren om civiel te leven, om niet te roken en hun afval niet op de grond te gooien.”
“We kunnen mensen nooit opvoeden door hard te zijn, door te repressief op te treden. Dat botst. We kunnen alleen maar iets bijbrengen, door vertrouwen te winnen. Dat win je door de jongeren te tonen dat ze belangrijk zijn in onze ogen, dat ze niet gewoon ‘een versperring zijn voor onze kerk’. We tonen dat we hen beminnen. Beetje bij beetje vertrouwen zij ons en doen zij wat wij verlangen.”
“Twee weken geleden vroegen vier jongeren om mij te spreken, we zijn in De Markten iets komen drinken en hebben gepraat. Zij zeiden: ‘kijk, nous vous rejoignons ’. Jullie vragen ons om de kerk proper te houden en wij willen daar echt aan meewerken. We zeggen ook tegen onze vrienden dat ze plaats moeten laten. En dat kwam van henzelf. Ze wilden met ons spreken. Dat is positief!’
WIE IS KURT SUENENS?
• 29 jaar
• Komt uit Sint-Pieters-Leeuw
• Verre familie van kardinaal
Suenens
• Volgde op zijn achttiende drie jaar seminarie in Ars, bij Lyon
• Reisde voor zijn stage twee jaar door Brazilië
• Studeerde in Frankrijk twee jaar filosofie
• Studeerde in Leuven en Namen voor zijn theologische studies
• Deed zijn pastorale stages in de dekenaten van Zoutleeuw en Vilvoorde
• Werd op 28 juni 2015 gewijd in de kathedraal in Brussel
• Vanaf begin september 2015 kreeg hij zijn opdracht in de parochie
BDW in gesprek met ...
Lees meer over: Samenleving , BDW in gesprek met ...
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.