Brussel is een bodemloos vat, met politici die zich eerder als kruideniers gedragen. Journalist Rik Van Cauwelaert kan ongemeen hard zijn als het over Brussel gaat. Maar achter het ‘geschamper’ schuilt iemand die erg veel geeft om de stad. “Als N-VA zo scoort als in de peilingen zitten we hier met een echt probleem.”
| Rik Van Cauwelaert voelt zich verbonden met "zijn" hoofdstad.
Als we Café Greenwich binnenstappen, is Rik Van Cauwelaert al op post. Verdiept in een boek dat hij net heeft gevonden bij tweedehandszaak Pêle-Mêle, een van zijn vaste adressen in de hoofdstad. De voormalige hoofdredacteur van Knack blijkt het café van onze keuze maar al te goed te kennen. “Vroeger kwam de enige schaakgrootmeester van België hier vaak: Alberic o’Kelly. De man was nog wereldkampioen correspondentieschaken geweest. ’s Nachts kon hij vaak niet slapen. Dan ging hij op het Rogierplein zitten om in zijn hoofd te schaken met behulp het stenenpatroon van het plein.”
Het is maar een van de vele verhalen die vanzelf bovenkomen bij Van Cauwelaert, die een zestal jaar in Brussel woonde en er al een leven lang werkt. “Ik kom uit het Pajottenland, maar wij leefden voor een groot stuk in Brussel. Dat fenomeen wordt nu wat minder lijkt me. Veel mensen uit de Rand komen niet meer naar Brussel en nog minder naar het centrum, want ‘de tunnel is dicht en dit is dicht …’
Is Brussel mismeesterd in de periode die u hebt kunnen observeren?
Rik Van Cauwelaert: Dat is wat sterk uitgedrukt. Maar de stad is te snel uit haar voegen getreden. Brussel was eerder een provinciale stad en toen kwamen er plots de grote Europese administraties bij. Dat heeft men misschien verkeerd opgevangen. Er was een plan om ze verder buiten het centrum te huisvesten, in de richting van de NAVO. Dat was beter geweest, dan was er alvast minder afgebroken.
U schrijft geregeld over Brussel, vaak op schampere toon. Wat hebt u eigenlijk met de stad?
Van Cauwelaert: Ik voel me ermee verbonden. Je hebt hier prachtige plekken. Ik kom net van bij de beste boekhandel van Brussel: Pêle-Mêle. Je hebt er een aan de Anspachlaan en een aan de Waterlosesteenweg in Ukkel. Mijn kinderen noemen die in het centrum ‘de vuile’ en in Ukkel ‘de propere’. Voor 3 euro vind je in die laatste de mooiste boeken, die diplomaten uit de buurt wegdoen als ze verhuizen. Pêle-Mêle heeft echt fantastische collecties. Ik heb er net The Akharova Journals gekocht (werpt waarderende blik op zijn aanwinst).
Maar het klopt dat ik me erg kwaad kan maken over het bestuur, net omdat ik geef om deze stad. Hoe is het in godsnaam mogelijk? Je krijgt zo’n cadeau als deze stad in de schoot geworpen, de hoofdstad van Europa. En dan doe je er dàt maar mee. Dan zit je wat als kruideniers tegen elkaar op te zwanzen. Kijk naar de voetgangerszone waar ik net nog doorwandelde. Dat moet je toch anders aanpakken? Zoiets moet je toch langzaam uitbreiden vanuit het stadhuis? Maar neen, plots staan daar betonnen blokken over zo’n lengte.
Vervolgens gebeurt er ruim twee jaar niets, want er was nog geen bouwvergunning.
Van Cauwelaert: Erg eigenaardig ja. Maar wat er in Brussel gebeurt, is ergens ook de schuld van de Vlamingen. Ze hebben de stad lang veronachtzaamd en de afdragers van hun partijen hier naartoe gestuurd. Vervolgens kwam het Brussels Gewest en heeft Vlaanderen er zich niet meer mee beziggehouden. Financieel is dat gewest volgens mij trouwens niet leefbaar als aparte entiteit. Wist u trouwens dat nogal wat Vlaamse Brusselaars na de Tweede Wereldoorlog hun kinderen naar Franse scholen stuurden om te vermijden dat ze met de collaboratie zouden worden geassocieerd? Veel Brusselaars zijn toen pas verfranst.
"Ik ben ervan overtuigd dat deze regering er zonder aanslagen niet meer was geweest"
Waar komt u nog graag behalve bij Pêle-Mêle?
Van Cauwelaert: Ik wandel graag in de steegjes aan de Vlaamsesteenweg. Of langs het kanaal. Op Thurn & Taxis heb je magnifieke oude gebouwen, waar De Tijd gevestigd is. Ook de buurt rond de Vijvers van Elsene waar jullie redactie zit, is prachtig en levendig, met cafés als de Belga. Vroeger was daar geen hond en kon je in je blote flikker over het Flageyplein lopen zonder dat iemand je zag.
U bokste ooit nog. Hoe zit dat?
Van Cauwelaert: We gingen met een paar collega-journalisten boksen om wat in vorm te blijven. Meestal trokken we naar een club aan de Leopold II-laan in een oude cinema. Albert Sieben uit de Oostkantons was daar uitbater. De voorzitter van de boksbond was toen Albert Faccenda. Die had een groentezaak in de Hoogstraat. Als je daar binnenstapte, was dat een beetje alsof je in een restaurant van de film The Godfather kwam. Allerlei types stapten op Faccenda af om hem iets in zijn oor te fluisteren. Hij knikte dan gewoon en daarna waren ze weer weg. Achter de winkel werd er dan gebokst. Met mijn postuur (Van Cauwelaert is niet van de kleinste, red.) - was ik een gewild slachtoffer voor zwaargewichten die een sparringpartner zochten (lacht).
Er zitten gemeenteraadsverkiezingen aan te komen. In Brussel-Stad is niets nog wat het was. De burgemeester veranderde, christendemocraten en groenen hebben nieuwe lijsttrekkers, SP.A stapte uit het socialistische kartel. Wie wordt burgemeester?
Van Cauwelaert: Philippe Close maakt grote kans om zijn sjerp te houden, hij is alleszins een geloofwaardigere figuur dan zijn voorganger. Ik hoor dat MR en PS opnieuw willen samengaan. Ook in Wallonië is er een toenadering tussen beide partijen. De PS met haar apparaat kan zich niet veroorloven om nog eens een legislatuur in de oppositie te blijven. Dan is ze dood en gaat ze de weg op van SP.A in Vlaanderen.
Hoe zwaar weegt het Samusocialschandaal nog, een jaar na dato?
Van Cauwelaert: Nauwelijks. Je zag dat in de peilingen nadien, waar de socialisten alweer terrein terugnamen. Dat is slecht nieuws voor onder meer de PTB/PVDA.
Laurette Onkelinx kondigde aan dat ze vertrekt als Brusselse PS-baas. U ziet haar nog steeds de lakens uitdelen. Andere waarnemers hebben het over een machtsvacuüm binnen de Brusselse PS. Wat is het nu?
Van Cauwelaert: In Brussel lijkt Close me de baas, toch zolang het over het gemeenteniveau gaat. Maar Onkelinx wil absoluut nog een vinger in de pap voor de vorming van een gewestregering in 2019. Tegelijk kijkt ze naar het federale niveau en de gemeenschappen. Ze is niet weg.
Het leek even alsof Rudi Vervoort die rol van sterke man kon overnemen.
Van Cauwelaert: Vervoort is een rustige, brave man. Maar die gaat niet over lijken. Als partijbaas moet je op een zeker moment bereid zijn om zelfs je vrienden uit te schakelen. Zijn stijl is meer ‘als we elkaar maar goed verstaan’. Het verbaast me niets dat Guy Vanhengel (Open VLD) en hij goed overeenkomen.
N-VA doet het opmerkelijk goed in de opiniepeilingen in Brussel. Wat levert hen dat op bij de gemeenteraadsverkiezingen?
Van Cauwelaert: Ik weet niet of ze sterk genoeg zullen zijn om door te breken. Het zal er ook wat van afhangen of de ster van Theo Francken blijft schitteren. Momenteel staat die wat onder druk. De man zelf kent Brussel zeer goed, een groot deel van zijn familie is van Anderlecht. Ik hoorde vertellen over de wijding van een Syrische priester, van wie de familie door Franckens tussenkomst naar hier was gehaald. Het was een vrij groot en volledig Franstalig evenement met vertegenwoordigers van verschillende partijen. Plots wandelt Francken daar binnen en krijgt hij een staande ovatie. De aanwezige Franstalige politici werden daar erg nerveus van. Francken en Jambon raken ook in Franstalig België een gevoelige snaar.
Het is ook uitkijken naar de gewestverkiezingen in Brussel. Als de peilingen bewaarheid worden, is er een serieus probleem. Zes procent voor een Vlaamse partij, dat is ongezien. De partijen die zeggen dat ze niet met N-VA willen regeren, zullen dan wel moeten.
"De Vlamingen hebben Brussel lang veronachtzaamd en de afdragers van hun partijen hierheen gestuurd"
N-VA domineert al jaren het politieke landschap in Vlaanderen. Ook geestesgenoten in andere landen doen het goed. Hoe is dat succes te verklaren?
Van Cauwelaert: De opgang was puur communautair en de 541 dagen regeringsvorming voor de regering-Di Rupo hebben daarbij geholpen. Daarnaast zie je dat de drie traditionele grote partijen wat vast zitten omdat ze minder armslag hebben dan vroeger. Een land als België is politiek eigenlijk uitgekleed richting Europa en de regio’s. N-VA begint dat nu ook te merken.
Dan zou de partij terrein moeten prijsgeven, maar dat is niet echt het geval in peilingen.
Van Cauwelaert: Ik ben erg benieuwd naar wat de verkiezingen zullen brengen. Vergeet niet dat we de aanslagen hebben gehad. Ik ben ervan overtuigd dat deze regering er zonder de aanslagen niet meer was geweest. Die hebben de ruziënde federale ploeg weer samengebracht. Maar als N-VA minder dan dertig procent scoort, zullen de andere partijen proberen de N-VA buiten te houden. Ik denk dat Bart De Wever dat ook beseft.
Wat dat succes betreft: de partij heeft in haar communicatie ook ontzettend snel ingespeeld op de toestroom van vluchtelingen en asielzoekers de voorbije jaren.
Speelt N-VA communicatief gewoon niet in een hogere afdeling?
Van Cauwelaert: Ja, het volstaat om naar De Wever te kijken om dat te beseffen. Het verrast mij telkens opnieuw hoe hij onder druk reageert en daarmee scoort. Hij zegt dan bijvoorbeeld iets op VTM dat niets met de zaak te maken heeft en de discussie schiet meteen een heel andere richting uit.
Een politica die lokaal nogal op de voorgrond treedt is de liberale schepen Els Ampe.
Van Cauwelaert: Ik merk dat ook. Ik denk dan dat er binnenkort een opvolger moet komen voor Guy Vanhengel. Zij wil zich profileren.
U schreef onlangs over Brussel als bodemloos vat voor federaal en Vlaams geld. Maakt u dat eens concreet.
Van Cauwelaert: Kijk naar de tunnels. Brussel heeft daar geld voor gekregen, in het kader van zijn hoofdstadfunctie. Maar dat geld is voor andere dingen gebruikt, onder meer voor het onderhoud van zwembaden. Onder minister-president Charles Picqué (PS) was er een pikorde voor de verdeling van het geld: eerst de Molenbeekse burgemeester en Brusselse PS-baas Philippe Moureaux, dan de rest.
Je kan het ook omdraaien: honderdduizenden mensen komen in Brussel werken en betalen belasting in Vlaanderen. Miljoenen die verdwijnen in het bodemloze vat van verkavelingsgemeenten diehet pendelgedrag niet moeten financieren.
Van Cauwelaert: Ja en neen. De infrastructuur om naar Brussel te komen is grotendeels buiten Brussel betaald. Als je de belastingprincipes omgooit, moet Brussel ook bereid zijn om die infrastructuur om pendelaars naar hier te brengen te betalen. Je kan je ook afvragen hoe lang de VRT en administraties in Brussel zullen blijven als de belasting hier wordt betaald.
In het algemeen valt het me op dat de Brusselse politici niet beseffen dat de samenwerking met de Rand ook van hen moet komen. Bij DHL in Diegem, vlak bij Schaarbeek, werkte niemand uit Schaarbeek, vertelde men me. De gewestgrens blijkt een echt obstakel. Daar kan de Brusselse politiek stappen zetten.
"Onder minister-president Charles Picqué (PS) was er een pikorde voor de verdeling van het geld: eerst de Molenbeekse burgemeester en Brusselse PS-baas Philippe Moureaux, dan de rest"
U verweet de meeste Brusselse politici onlangs dat ze visieloos zijn. Wat is uw visie op de toekomst van de stad?
Van Cauwelaert: Je moet die negentien gemeenten sowieso tot één stad omvormen, met een soort districten voor lokale problemen. Hetzelfde voor de politie, daar moet je eenheid van commando hebben. Verder moet Brussel zijn rol van hoofdstad veel serieuzer nemen. Dan kan je je centrum niet laten verloederen zoals dat nu het geval is. Ik wandelde net van Anneessens naar hier (schudt het hoofd). Deze winter ging ik naar boekhandel Waterstones en daar lag een heel gezin met kinderen op het trottoir, recht tegenover het Plaza Hotel. Dat kan je als stad niet maken. Ook nationaal moet men zich meer bewust worden van de ernst van de situatie in Brussel, dat er hier problemen zijn die andere steden niet hebben.
Problemen die zich ook naar de Rand verplaatsen?
Van Cauwelaert: Niet echt. Brusselaars die naar de Rand trekken doen het daar vaak opvallend goed, hebben bijna altijd werk en integreren zich makkelijk, wat ook hun origine is. Dat is toch mijn ervaring uit Dilbeek en Roosdaal.
De Rand is een sociale lift voor stadsbewoners van alle origines.
Van Cauwelaert: Ja. Als ik mensen vraag waarom ze vertrekken, hoor ik vaak dat ze hun kinderen uit de stad willen weghalen.
U bent nu 68. Wat is de ambitie voor de toekomst?
Van Cauwelaert: Ik denk na over een boek over Fons Verplaetse, de vroegere gouverneur van de Nationale Bank, die de hele transformatie van België heeft meegemaakt en mee gestuurd. Maar dat wordt een werk van lange adem.
U staat bekend als een scherpe commentator, een conservatieve stem ook die dicht bij de katholieke arbeidersbeweging staat. Kan u zich vinden in die omschrijving?
Van Cauwelaert: Ja. Ik voel me nog steeds verbonden met de katholieke arbeidersbeweging waar mijn familie ook dichtbij stond. Mijn vader en oom waren hoofdredacteur van Het Volk, mijn grootoom was burgemeester van Antwerpen. Dat ik op een N-VA-lijst zou gaan staan zoals her en der werd gesuggereerd, is onzin. Puur vormelijk ben ik wel een confederalist. Laten we oplijsten wat we als Belgen wél nog willen samen doen en de rest aan de deelstaten laten. Dan kunnen we stoppen met elkaar de schuld te geven.
Rik Van Cauwelaert
- 68 jaar, vader van twee
- Woont in Roosdaal
- Persfotograaf op 16 jaar ‘nadat ik zeven keer van school ben gevlogen’
- Journalist bij Sportmagazine in de jaren 1980
- Politiek redacteur voor Knack vanaf 1986
- Directeur-hoofd-redacteur Knack vanaf 2002
- Directeur Knack vanaf 2006
- Columnist bij De Tijd sinds 2012
- Zoon van Het Volk-hoofdredacteur Emiel Van Cauwelaert
Lees meer over: Brussel , Samenleving , Rik Van Cauwelaert , journalistiek
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.