Het Missiehuis in Anderlecht is een ander gezicht van internationaal Brussel, veel ouder dan de Europese Unie of de Navo en een begrip in de geschiedenis van de Belgische missionarissen. "Als ge naar de missies wilt, moet ge naar Scheut," luidde het advies van familie en kennissen lange tijd, zo getuigde ook scheutist Marcel Mathys, toen ik hem in 2010 interviewde voor toen nog Brussel Deze Week. Hij ging in de jaren 1950 naar Congo en bleef er 45 jaar.
| Frans Van Humbeeck, rector van het Missiehuis van Scheut in Anderlecht: Anno 2020 zijn er achthonderd scheutisten actief wereldwijd, in Azië, Afrika en Amerika.
De kerk in Brussel
Wie het over de Kerk in Brussel heeft, kan niet om het Missiehuis van de paters van Scheut heen. Jonge scheutisten trokken vanuit Anderlecht voor het leven naar ‘de missies’, in het begin vooral naar China, later ook naar Congo. Vandaag verblijven nog zeventien paters permanent in het Missiehuis in Anderlecht. Rector Frans Van Humbeeck (75) is een van hen.
Het verhaal van Scheut begint met Theophiel Verbist die in 1862 ‘Scheut’ sticht. Drie jaar later trekt hij met drie confraters, alle drie Vlamingen die in Brussel actief waren, naar China, ooit de belangrijkste bestemming van de jonge scheutisten.
Verbist overlijdt een kleine drie jaar later al, vermoedelijk aan de gevolgen van tyfus, maar niemand weet dat met zekerheid: er waren geen dokters of verplegers bij toen hij ver van huis stierf. De missies naar China krijgen zelfs een vervolgje in Anderlecht: omdat de paters veel voorwerpen meebrachten uit China, kwam er zelfs een Chinamuseum in Anderlecht.
Vandaag zijn de schatten uit dat museum ingepakt. Tot er een nieuw museum opengaat, of dat is toch de bedoeling. “Later vroeg Leopold II ons om naar Congo te gaan, wat we gedaan hebben,” zegt Frans Van Humbeeck, de rector van het missiehuis aan de Ninoofsesteenweg vandaag.
Anno 2020 zijn er achthonderd scheutisten actief wereldwijd, in Azië, Afrika en Amerika. “De Congolezen zijn de grootste groep, gevolgd door confraters uit Indonesië en de Filippijnen. De generaal-overste in Rome is een Congolees, een zeer geëngageerde man, het is overigens al de tweede keer dat de generaal-overste een Afrikaan is.”
In de loop der jaren heeft Scheut ook ‘gebieden afgestaan’, in Zuid-Afrika is Scheut een vijftiental jaar aanwezig geweest, maar dat is verleden tijd, en in Nigeria is nog één scheutist actief. “Maar we beginnen ook nog nieuwe stichtingen, zoals in Malawi.”
Missiecongregaties zijn instellingen met een enorm geheugen, missionarissen lieten over de meest onderscheiden gebieden en bevolkingsgroepen geschriften na, persoonlijke en wetenschappelijke.
"We hebben hier nog een klein archief, maar de meeste documenten bevinden zich bij KADOC, het documentatiecentrum voor religie in Leuven,” zegt Van Humbeeck. Zelf is Van Humbeeck decennialang actief geweest in Congo - in Kasaï en Kinshasa - en in Kameroen, waar hij instond voor de opleiding van scheutisten. Op de vraag naar zijn leeftijd antwoordt hij: “Over een kwarteeuw word ik er honderd.”
Aan de Kasaï heeft de Britse antropologe Mary Douglas schitterende bladzijden gewijd met haar verhalen over rituelen en de pangolin, ook wel de geschubde miereneter genoemd, het dier, dat er op het eerste gezicht uitziet als een dennenappel, kan tot 30 kilo wegen. Van Humbeeck heeft er ooit een gezien.
"Ik herinner me dat een van onze koks op een dag meende een slang te zien onder een kast, waar inderdaad een staart bewoog. Hij trok het dier - echt indrukwekkend - van onder de kast en stelde vast dat het een pangolin was die hij met zijn familie heeft verorberd. Hij vertelde me dat het ontzettend lekker, zeer vet vlees was.”
“In de zomer komen alle confraters die ooit in de Kasaï waren hier samen”
Scheut is altijd de grootste Vlaamse missiecongregatie geweest, er zijn ook Franstalige scheutisten, maar die zijn in de minderheid. Gedurende meer dan een eeuw gebeurde alles vanuit Anderlecht waar toen ook de generaal-overste zat.
Onder de Vlaamse scheutisten zijn de West-Vlamingen en de Kempenaars het talrijkst. In de fotogalerij van Scheut luisteren er ook twee paters naar de naam Vileyn, vertelt Van Humbeeck me, maar de Oost-Vlamingen blijken na navraag bij mijn vader geen familie. “West-Vlaamse bezoekers zijn altijd heel erg onder de indruk van de fotogalerij,” zegt Van Humbeeck.
In het Missiehuis van Scheut aan de Ninoofsesteenweg heerst het moeilijk te definiëren soort rust waar religieuze congregaties misschien een monopolie op hebben.
“Nu is dit een doorgangshuis,” zegt Van Humbeeck. “We wonen hier permanent met zeventien scheutisten, de gemiddelde leeftijd is 81 jaar. De verbouwingen moeten ook aan de leeftijd van de bewoners tegemoetkomen, ik moet vijf deuren door om naar het toilet te gaan.”
Maar soms zijn er ook dertig scheutisten of meer: er vinden wekelijks vergaderingen plaats en scheutisten van over heel de wereld springen er binnen als ze met vakantie zijn of onderweg voor -een visum of andere hulp. “En in de zomer komen alle confraters die ooit in de Kasaï waren hier samen.”
Maar de tijd dat Scheut een alternatieve bank was in Congo - “omdat het ten voordele van het land was” - en de financiën beheerde van een rist zustercongregaties is voorbij, zegt Van Humbeeck. “De financiën worden nog altijd hier gedaan, maar de tijden zijn veranderd.
We hebben er ook de mensen niet meer voor om dat op grote schaal te doen. Weet je dat we ook dertig jaar lang vliegtuigen gecharterd hebben - air Mullie, naar de scheutist die alles verzorgde - om geneesmiddelen naar Congo over te vliegen?”
En de contacten met de buurt? “Met de sluiting van de nabijgelegen Sint-Vincentiuskerk trekt de kapel van Scheut op zaterdag twintig tot dertig Vlaamse Brusselaars uit de buurt voor een mis in het Nederlands, in de week zijn dat er maar een paar.”
Vileyne gedachten
Lees meer over: Anderlecht , Samenleving , Vileyne gedachten , missiehuis van Scheut , Frans Van Humbeeck , Chinamuseum , China , Congo , koloniaal verleden
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.