Sebastien de Fooz stapte van Gent naar Jeruzalem: 'Wat ons bindt is machtiger dan wat ons verdeelt'
Met een oude rugzak, een bezemsteel in de hand en amper 50 euro op zak. Zijn tocht van 184 dagen door de verscheidenheid van culturen en religies heeft van hem een ander mens gemaakt. De Fooz studeerde Pers- en Communicatiewetenschappen en reisde al naar een veertigtal landen, onder meer als verslaggever. Hij is specifiek geboeid door intermenselijke relaties in een context van dialoog tussen culturen en religies. "Als tiener was ik een rebel," vertelt hij me op het zonovergoten terras van De Walvis.
"In zoverre zelfs dat mijn ouders me ten einde raad op internaat bij de paters stuurden. Daar zijn de eerste zaadjes ontkiemd van mijn fascinatie voor het andere toen ik door een atlas begon te bladeren. Zo groeide langzamerhand de idee om met de fiets van het uiterste zuiden naar het uiterste noorden te trekken. Van Ushuaia naar Alaska. Van dat fietsen is echter niets in huis gekomen. Het was mijn leraar filosofie die me ervan overtuigde dat stappen een veel intensere belevenis is. Omdat je dan meer voeling hebt met de ruimte en de mensen om je heen."
"Nadat ik al naar Santiago de Compostella en Rome had gewandeld, besloot ik uiteindelijk naar Jeruzalem te stappen. Omdat die stad de islam, het christendom en het jodendom verenigt. Mijn bedoeling was door het lappendeken van identiteiten in Europa trekken. Ik wou ook zien hoever ik kon geraken met 50 euro op zak en die zijn toch wel meegegaan tot net voorbij Bulgarije. Uit ervaring wist ik ook dat een stok best wel handig kan zijn. Voor je stapritme, om je evenwicht te houden in de bergen. Maar ook om je te beschermen tegen honden. De nacht voor mijn vertrek was ik bij mijn ouders blijven slapen, plots daagde het bij mij dat ik nog geen stok had. Ik heb er dan maar een ontleend uit de bezemkast van mijn moeder. Uiteindelijk is die bezemsteel, mijn pelgrimsstok geworden. En voor mijn moeder een relikwie. Zij het 30 of 40 centimeter korter door de sleet."
Het is een fantastische ervaring geworden, de momenten van lijden inbegrepen. Dat stappen, dag na dag, is altijd weer op tocht gaan door je innerlijke landschap, je eigen angsten. Het maakt dat je neiging naar de andere toe te gaan toeneemt, de schroom wegvalt. Fascinerend is het een soort innerlijke vrijheidsruimte te beleven, waarbij je die andere, hoe anders hij ook mag zijn, kan uitnodigen in zijn verscheidenheid. Zonder die te bestempelen. Je overleving hangt er ook van af, zeker als je op je dooie eentje op stap bent. Je hangt af van de goedheid van de andere, voor onderdak, voor een maaltijd."
"Mensen kwamen ook altijd naar mij toe met de vraag: 'Vanwaar kom je, waar ga naartoe?' Omdat ze me niet konden plaatsen. Dan moet je op korte momenten een band scheppen, vertrouwen. Omdat, zoals ik het daarnet heb gezegd, je overleven afhangt van de contacten onderweg. Twee keer slechts heb ik in Europa buiten moeten slapen, voor de rest heb ik steeds onderdak gekregen. In heel verschillende milieus, bij een boer, in een moskee... Ik heb zelfs eens geslapen in het bed van een bisschop. Hoe meer ik naar het Oosten ging, hoe makkelijker het ging. Aanvankelijk had ik het wat moeilijk met dat vragen, ja, steeds weer. Omdat ik het altijd was die begunstigd werd. Maar na een tijdje daagde het me dat mijn gastheer of gastvrouw zeker even dankbaar was als ik. Omdat ze de kans hadden gekregen om aan een volledig onbekende onderdak te verschaffen, een daad van diepmenselijkheid hadden verricht. Wat deugd doet. En af toen kreeg ik ook wel geld."
Brussel in dialoog
"Het begon als een persoonlijke queeste, maar door al die ontmoetingen is het uiteindelijk toch een soort collectieve tocht geworden. Waarbij veel mensen me ook vroegen om voor hen te stappen. Zoals die jongen in Servië, die me vertelde dat hij gedwongen had deelgenomen aan de etnische zuivering in Srebrenica. En die zich vervolgens van zijn T-shirt ontdeed, hem aan mij gaf met de vraag: 'Stap en bid voor mij, dan weet ik dat ik in jouw ogen zal bestaan.' In Duitsland heb ik dan weer van het concentratiekamp in Dachau een steentje meegenomen. Om het symbolisch naar de klaagmuur in Jeruzalem te dragen." De Fooz' boek Te voet naar Jeruzalem, een solotocht van 184 dagen is uitgeven door Lannoo en werd ondertussen al drie keer vertaald. "Ik heb nooit reclame gemaakt, maar na mijn tocht heb ik ook ontzettend veel aanvragen gekregen om te komen getuigen. Heb ik mogen spreken op de meest uiteenlopende plaatsen. Van het Koninklijk Paleis tot de gevangenis. Over alle gezindten heen. Boeiend is het om die verscheidenheid hier terug te vinden. In de gevangenis dacht ik even: Hoe gaan ze reageren? Ik ga een beetje over vrijheid beginnen en die gasten zitten hier vast. Maar muisstil bleef het, zelfs bij de zware jongens. Die gasten herkenden zich in die tocht naar het ongekende, dat volledig buiten het kader van het conventionele gaan. Dat was trouwens mijn doelstelling: van het ongekende mijn trouwste bondgenoot maken."
Zijn voettocht heeft nadien ook de Fooz' leven een nieuwe wending gegeven. "Wat heeft die tocht me bijgebracht? Meer vertrouwen in de mensen hebben, het belang inzien van banden te blijven creëren, zelfs met mensen met wie je normaal gezien niet in contact wil komen. Zo ben ik ook beetje bij beetje in de vzw Foyer getuimeld, waar ik nu werk. Foyer dat Molenbeek als uitvalbasis heeft. Molenbeek, helaas in de ogen van veel buitenstaanders een getto, een gevaarlijke bedoening, terwijl het een uiterst boeiende gemeente is. Binnenkort organiseren we met Foyer 'Brussel in Dialoog'. Nog altijd met dezelfde doelstelling: mensen bij elkaar brengen, aan een dialoogtafel. Dat heeft plaats van 14 tot 20 oktober: in heel Brussel gesprekstafels op bijzondere locaties. Waarbij we een heel verscheiden publiek gedurende twee uur bij elkaar brengen met een dialoogbegeleider. De bedoeling is niet een debat te voeren, maar wel een dialoog. Waarbij mensen hun verhaal kunnen aanbrengen en zo mogelijk interesse kunnen opwekken bij mensen, met wie je normaal gezien nooit in contact zou komen. We hebben ook heel toffe ambassadeurs van de dialoog", zoals bijvoorbeeld Daan, Elvis Pompillo, de Marokkaanse acteur Ben Hamidou en anderen."
Naar Istanboel
Ook heeft de Fooz het project Jorsala op poten gezet. "Binnen Jorsala hebben we vorig jaar een tocht georganiseerd van Brussel naar Aken. Te voet, met 60 mensen die deel uitmaakten van de socio-culturele verscheidenheid van het land. Op 12 dagen zijn we naar Aken gestapt, waarbij we langs punten zijn getrokken die tevens kenmerkend zijn voor een bepaalde trek van een identiteit. Interessant om zien was hoezeer de mensen zich aanvankelijk terug plooiden op hun eigen groep. De Vlamingen onder elkaar, Franstaligen onder elkaar, Duitstaligen onder elkaar, Brusselaars onder elkaar, die van betere komaf onder elkaar. Maar door de gemeenschappelijke emoties van de ervaringen onderweg bleef er van die barrières ten lange leste weinig tot niets meer over. Banden werden gesmeed over de culturele eigenheid heen."
"Volgend jaar lanceren we met Jorsala zelfs een tocht van Brussel naar Istanboel. Precies honderd jaar na de Eerste Wereldoorlog. Een tocht van de hoofdstad van Europa tot de poorten van Azië, waarvoor kandidaten nog steeds welkom zijn. Bedoeling is dat een harde kern het ganse traject aflegt en mensen die aan beide kanten van culturele, religieuze, politieke, etnische breuklijnen leven, uit te nodigen een deel van de tocht mee te maken. Niet aan elke halte zal er iets georganiseerd worden. Het wordt improviseren en vooral ontdekken. Jezelf, elkaar, de anderen. Samen ervoor zorgen onderdak te vinden, slaapgelegenheid, aan eten te geraken. Door die ontmoetingservaring kennis te scheppen, maar ook nieuwsgierigheid. Om de weerspannigheden naar de andere toe, die er zijn, te verlagen".
Meer info op www.brusselindialoog.eu en op www.jorsala.org
BDW in gesprek met ...
Lees meer over: Etterbeek , Samenleving , BDW in gesprek met ...
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.