Sekswerkers klagen geweld en onrecht aan tijdens mars in Brussel

Enkele tientallen sekswerkers en sympathisanten hebben dinsdag, op de Internationale dag tegen geweld tegen sekswerkers, een mars doorheen Brussel gehouden om het aantal geweldplegingen aan te kaarten. De sekswerkers willen niet langer genegeerd worden en eisen even dezelfde rechten als elke andere werknemer.

De protestmars begon in de Linnéstraat die doorheen de gemeenten Schaarbeek en Sint-Joost-ten-Node loopt. Op 5 juni 2018 werd ter hoogte van huisnummer 132 sekswerker Eunice neergestoken. Tijdens een toespraak werd duidelijk gemaakt dat de sekswerkers de dagelijkse beledigingen en het toenemende geweld van klanten, verkrachters, dieven en stadsbendes meer dan beu zijn. Ook het institutioneel geweld wordt aangeklaagd.

"Er moet een einde komen aan de stigmatisering, de vooroordelen, de oordelen, de afwijzing als persoon in de maatschappij en het feit dat we worden stilgezwegen", stelt Sigrid Schellen, sekswerker en lid van het collectief Utsopi.

De vele maatregelen die tegen de job van sekswerker genomen worden, zou het aantal klanten doen dalen. Met als gevolg dat ze steeds goedkoper gaan werken en in gevaarlijke praktijken belanden, waar geweld vaak om de hoek loert. "We zijn hier om de levens van de sekswerkers te herdenken, want sekswerkers zijn geen schande, het is een baan en we verdienen rechten zoals elke werknemer", eist Schellen.

Na afloop van de toespraak en voor het vertrek van de mars werden nog de namen voorgelezen van alle 212 sekswerkers die in 2019 stierven door geweld. De mars eindigde aan het Brusselse Rainbow House.