Susanne Malzacher, Zweedse architecte en kunstenares
'I k heb al in verschillende gemeenten gewoond, steeds was er dat dorpsgevoel, die wijk waar ik me ingekapseld voelde. Gemoedelijk. Met om de hoek de kruidenier, de biowinkel... Het contact met de buren. Een warm sociaal leven over de klassen heen. Hier kan je nog de arbeider naast de notaris zien tafelen. Als het ware de tegenpool van Stockholm waar ik vandaan kom, waar elke sociale klasse zijn buurt heeft. Hier loopt alles door elkaar, in Stockholm niet. Die ongedwongenheid van Brussel heeft volgens mij ook met de architectuur te maken. Een bont allegaartje, met dikwijls pareltjes op de meest onverwachte plekken."
De eerste keer dat Susanna kennis heeft gemaakt met Brussel was als studente architectuur aan het Institut supérieur d'Architecture intercommunal Victor Horta. "Mijn ouders werkten in het buitenland, mijn broer studeerde in het buitenland. Ik zat daar eigenlijk maar wat alleen in Zweden, besloot op mijn beurt andere lucht op te snuiven. Een beetje het avontuur opzoeken, iets wat mijn ouders ook steeds hebben gedaan. Dat het Brussel werd, was een beetje toeval. Ik wilde eigenlijk in Frankrijk gaan studeren, in Rouen, maar ik was te laat met mijn inschrijving. Waarna ik in Brussel ben terechtgekomen. Mede omdat hier kennissen woonden. In de loop der jaren heb ik een aantal keren heen en weer gereisd, maar je kan gerust stellen dat ik hier nu een langere tijd wil blijven."
Flaneren
"Natuurlijk zijn er dingen die ik hier mis. Ik ben geboren in een voorstadje van Stockholm, opgegroeid in het groen. Zalige zomers heb ik in mijn jeugd beleefd. Op zijn Zweeds, zeg maar: trektochten, kanoën. En in de winter kon naar hartenlust skiën. Daar kan ik in Brussel alleen maar van dromen. Wat ik eveneens mis, dat is het water, onlosmakelijk met Stockholm verbonden. Het is dan ook steeds weer een genot om terug te keren. Naar mijn familie, naar mijn vrienden."
"Dat alles wil echter allerminst zeggen dat ik me hier niet thuis voel. Integendeel. Ik ben niet echt niemand voor grote steden, Brussel is als het ware op mijn maat gesneden. Alleen al het vele groen is een zaligheid. Flaneren in het Tenboschpark of het Dudenpark in Vorst. Heerlijk. Nog een van mijn favoriete plekken is de esplanade voor het Justitiepaleis. Waar Brussel letterlijk aan je voeten ligt, je een uitzicht hebt op de verborgenheid. Verborgenheid die tegelijkertijd een handicap en fascinerend is. Brussel is geen stad zoals Parijs, waar je aankomt met een lijstje van dingen die je gezien moet hebben. Neen, op een paar uitzonderingen na moet je het hier vinden. Verdienen om te zien, wat verdient gezien te worden. Loop verloren in de straten, houd je ogen open en ontdek."
"Er zijn ook al zoveel zaken in Brussel verbeterd sedert ik hier voor het eerst was. Toch kan er nog op heel wat vlakken vooruitgang geboekt worden. Er zijn weliswaar interessante initiatieven, maar het weerspiegelt zich niet steeds in het stadsbeeld. Interessante initiatieven die meer komen uit de privé dan van overheidswege - ik heb de indruk dat de politiek op dat vlak een beetje slapende is. En wordt het verleden meer dan eens mooi ingepast in het heden, zoals gebeurd is met de oude brouwerij van Wiels in Vorst, toch zou ik graag ook eens een nieuw en modern gebouw zien, waarvan ik kan zeggen: dit is top! Dat én een volwaardig museum voor hedendaagse kunst."
"Maar ja, de politiek moet wel mee willen. Al te dikwijls bestaat de agenda erin om elkaar stokken in de wielen te steken, in de plaats van eendrachtig vooruit te kijken. Het maakt dat er zaken zijn die te lang aanslepen. Bijvoorbeeld de heraanleg van de Steenweg op Elsene hier om de hoek, waarmee ik dagelijks word geconfronteerd. U zegt? In Brussel heb je maar één iemand nodig om iets te blokkeren en dertig om iets te deblokkeren? Dat somt het wel op, ja."
"Ik fiets ook veel en graag en voel me toch dikwijls in de kou gelaten. Qua infrastructuur, qua veiligheid. Een klein voorbeeld. De Franklin Rooseveltlaan. Het moet toch kunnen daar op middenberm een prachtig fietspad aan te leggen. Zonder dat het te veel kost. Maar nogmaals, klagen wil ik allerminst."
Geen tierlantijntjes
Architecte mag Susanna zich noemen. Kunstenares evenzeer. "Mijn interesse voor architectuur heb ik voor een deel van mijn vader meegekregen die in de bouw zat. Al ben ik eerst met kunststudies begonnen. Kunst, een eenzame bezigheid. Ik ben een sociaal ingesteld persoon, hou van interactie, dus heb ik mijn steven op de architectuur gericht. Wat ik eveneens nodig had, was een welbepaald kader om binnen te werken, een opdracht te krijgen. Het kon niet allemaal bij mezelf beginnen en eindigen. Ik heb steeds zowel van de theorie en praktijk gehouden en architectuur past perfect in dat plaatje."
In dat plaatje architectuur leeft mijn charmante gastvrouw zich het liefst uit met natuurlijke materialen. "Hout, steen, kalk, isoleren met hennep. Het maakt me niet uit. Zolang het maar natuurlijk is, zolang het materiaal niet nodeloos bewerkt is. Tonen en niet verbergen. Materialen gebruiken ook die je door de tand des tijds kan zien veranderen, die een verhaal vertellen. Hout dat met de jaren van kleur verandert, leer dat zijn eigen leven leidt. En wat de esthetiek betreft, moeten voor mij de wetten van de constructie en de 'aankleding' in harmonie zijn. Simpel, zonder tierlantijntjes. Ik ben ook nooit in een groot bureau aan de slag geweest, heb steeds graag samengewerkt met anderen binnen kleine projecten."
Houdt Susanna van haar werk als architecte, toch is ze de jongste tijd weer haar artistieke ik beginnen opzoeken. "Mede omdat ik zwaar ziek ben geweest en ik het wat kalmer aan wil doen. Een beetje meer vrijheid inbouwen in mijn dagelijks leven, me niet gebonden voelen door de wensen van anderen. De machine even stopzetten, een pas achteruit zetten en me bezinnen. Ook heb ik het een beetje gehad met de vastgeroeste ideeën in het wereldje, de beperkingen die het met zich brengt. Een dossier rond krijgen. Steeds weer is er het gevecht met de bureaucratie, de administratieve rompslomp."
Susanna toont me etsen. Klein. Strak, zwart-wit, met architecturale accenten. De pure lijn die dicteert. "Mijn gezondheid staat me op dit ogenblik niet toe intensief te werken. Kleine etsen maken is nu een goede uitlaatklep. En blijkbaar is het allemaal nog niet zo slecht. Zo is mijn werk geselecteerd door het Musée de la Gravure in La Louvière en in september ga ik deelnemen aan een kunstexpo in München. Maar dat alles wil niet zeggen dat ik de architectuur ga laten vallen. Verre van. Wanneer ik opnieuw ga beginnen wil ik echter wel werken met een beetje meer vrijheid dan voorheen, ook de mogelijkheid hebben meer met groen te werken. En verder wil ik mijn passie voor qigong exploren. Qigong, een Chinese versie van yoga, zeg maar. Ik heb die bewegingsleer, die gericht is op de energiekanalen in je lichaam, je omgeving en je lichamelijke en geestelijke toestand verbetert, ontdekt toen ik zwaar ziek was. Het heeft me werkelijk geholpen er weer bovenop te komen. Het mooie is daarbij dat je niet fysiek top moet zijn om te genieten van het weldoende effect. Ontdekt heb ik het door een vriendin die aan shiatsu deed en ook lessen gaf in qigong. Het maakt dat ik nu druk aan het studeren ben om een diploma te behalen in qigong, om het aan anderen door te geven."
BDW in gesprek met ...
Lees meer over: Elsene , Samenleving , BDW in gesprek met ...
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.