Midden december besliste de Brusselse kortgedingrechter dat tien kinderen van Syriëstrijders bijstand moeten krijgen zodat ze terug naar België kunnen reizen. De Belgische staat besloot niet in beroep te gaan tegen die beschikking. De ouders van de kinderen, die het kortgeding hadden ingesteld, doen dat nu wel. De rechter besliste dat de ouders geen bijstand moeten krijgen en daar verzetten ze zich tegen.
Terugkeer van tien kinderen van IS-strijders: ouders zelf in beroep
Dat melden hun advocaten Abderrahim Lahlali en Mohamed Özdemir aan het persagentschap Belga.
Het gaat om de tien kinderen van een aantal Syriëstrijdsters en één Syriëstrijder. De vrouwen en kinderen verblijven in vluchtelingenkamp Al-Hol, de man zit in een Koerdische gevangenis. Volgens de kortgedingrechter moet de Belgische regering consulaire bijstand verlenen aan de tien kinderen. Dat betekent bijstand om hen identiteits-, administratieve of reisdocumenten te bezorgen zodat ze onder begeleiding vanuit Syrië naar België kunnen komen.
Die uitspraak dateert van 11 december. "Voor alle duidelijkheid, we gaan niet in beroep tegen de elementen over de kinderen", zegt meester Lahlali. "Ons beroep verandert niets aan het feit dat de regering de beschikking met betrekking tot de kinderen moet uitvoeren, op straffe van een dwangsom." Afgelopen woensdag meldde minister van Buitenlandse Zaken Philippe Goffin (MR) in de Kamercommissie Buitenlandse Zaken dat de regering niet in beroep zou gaan.
Dubbelzinnige communicatie
Volgens de advocaten is er sprake van dubbelzinnige communicatie, en daarom hebben de ouders hoger beroep aangetekend. "De regering maakt absoluut niet duidelijk welke stappen ze wil zetten om de beschikking uit te voeren," zegt meester Lahlali. "Zo zijn wij deze week gecontacteerd om recente foto's van de kinderen te bezorgen, maar voor de rest communiceert de Belgische staat niet. Het is ook niet duidelijk of er ngo's zijn die bereid zijn om de kinderen naar België te begeleiden."
Volgens de kortgedingrechter konden de ouders immers geen beroep doen op consulaire bijstand omdat ze zich uit eigen beweging in een conflictzone hadden begeven. "Maar die wet is pas in werking sinds eind 2018, terwijl onze cliënten voordien vertrokken zijn", gaat de advocaat verder. "Kan die dan wel op hen toegepast worden? Daarnaast zou de beslissing van de kortgedingrechter ertoe leiden dat ouders en kinderen gescheiden zouden worden, wat ingaat tegen het Kinderrechtenverdrag."
'Duidelijk beleid nodig'
Volgens de kortgedingrechter was er sprake van verwaarlozing. "Negen van die tien kinderen zijn in Syrië geboren, ze zijn dus niet meegesleept naar het conflictgebied, en bovendien, er bestaat niet zoiets als 'verwaarlozing in meer of mindere mate'. Er is verwaarlozing of er is er geen. Ten slotte, zelfs als de kinderen gescheiden zouden worden van hun ouders, moet de staat regelmatig contact tussen beiden waarborgen. Hoe gaat ze dat doen als die ouders nog in Syrië zitten?"
Tot slot vinden de advocaten dat de overheid een duidelijk beleid moet beginnen voeren in verband met de kinderen van Syriëstrijders: "Nu wordt casus per casus gewerkt, naargelang de rechterlijke uitspraken vallen. Zo dreigt een permanente procedureslag want er zijn nog tientallen kinderen. De situatie op het terrein wordt ook steeds nijpender. Dit moet op de federale onderhandelingstafel komen."
Het beroep wordt maandag ingediend maar wanneer de zaak behandeld wordt, is nog niet duidelijk.
Lees meer over: Brussel , Samenleving , Justitie , is-strijders , kinderen IS-strijders , kortgeding
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.