De naam van dat anderhalfmansbedrijfje is 180° éditions. “Het tekent een beetje mijn persoonlijkheid. Ik ben lang niet zeker geweest van mezelf. Ik ging vooruit, achteruit, vooruit, achteruit. Beginnen, herbeginnen, wijken. Iets wat mooi gesymboliseerd wordt door 180 graden, een knipoog, zeg maar. Terwijl het eveneens een open blik suggereert. Ik besef wel degelijk dat de wegen die ik gekozen heb niet de meest evidente zijn, maar het zijn altijd keuzes van het hart geweest. En als mijn bankier eens met me lacht, om het met een boutade te zeggen, dan is het maar zo. Ik verdien er amper geld mee, maar ik doe wat ik doe en ik doe het met liefde.”
Stadsgewoel
Het bureau – én winkel – van Nahums 180° éditions, is nu sedert iets meer dan een maand gevestigd in het nummer 23 van de Vlaamsesteenweg. Het moet zowat het kleinste handelspand zijn van het kloppend hart van Brussel. Aan veel meer dan tien vierkante meter kom je niet.
“Het heeft lang leeggestaan omdat de eigenaar het moeilijk had om een huurder te vinden. Vanwege te klein. We zijn nu ongeveer een maand open. De tijd om de ruimte helemaal in te richten heb ik nog niet gehad. Omdat ik een week in Angoulême heb gezeten voor het Stripfestival, omdat ik heb deelgenomen aan de Boekenbeurs van Brussel. En ik sta er ook alleen voor, hé. Alhoewel, dat laatste is een beetje de waarheid geweld aandoen. Ik werk halftijds samen met een graficus, Yacine. Getalenteerd, een fantastische kompaan. Zonder hem zou ik het niet kunnen rooien.”
“De uitgaven van 180° éditions vind je in zowat alle boekhandels van Brussel. Hier heb ik mijn bureautje, verkoop ik mijn boeken en die van bevriende uitgeverijen die Brussel eveneens in het hart dragen. Boeken in het Frans, Nederlands, Engels... Het is een plek die we trachten te doen leven, met kleine, gezellige evenementen. Een mooie gedachte met de nakende lente in het achterhoofd.”
“Een bureau midden het stadsgewoel, ik had het echt wel nodig. Voorheen werkte ik thuis, in Sint-Lambrechts-Woluwe. Daar is op zich niks verkeerd mee, maar veel gebeurt er niet. Ik voelde me een beetje gevangen tussen vier muren. Mijn keuze voor het centrum heeft ook met zichtbaarheid te maken. Hier is veel passage, met al die horeca in de buurt. De energie van de stad voelen, de dynamiek, de ontmoetingen met anderen: het geeft me jus. Openingsuren zijn er niet echt. Altijd open, soms gesloten, bij wijze van spreken. Het geeft me een gevoel van vrijheid.”
Uitgever Robert Nahum: 'Dansen op het slappe koord'
De minibar die Nahum in zijn bureautje wil inrichten, is nog toekomstmuziek. Dus besluiten we enkele deuren verder een vervolg te breien aan ons gesprek. En waar beter dan bij Martine, Au Daringman? Daar, bij pot en pint, blijkt dat mijn gastheer het uitgeven altijd in zijn bloed heeft gehad. En ook het onconventionele. Dus moet een tussenstap in de horeca eveneens kunnen.
“Ik ging naar de lagere en middelbare school in het Decrolyonderwijs. Dat werd in het leven geroepen door dokter Ovide Decroly. Geen school in de klassieke betekenis van het woord. Wel één waar een kind leert door te observeren, dingen te assimileren. Waar elk kind als gelijk wordt beschouwd en tegelijkertijd als uniek. Het paste perfect bij mijn persoonlijkheid, omdat ik niet echt een studiehoofd had. Ik kon er mezelf zijn.”
“Vervolgens ben ik begonnen met Rechten te studeren. Eigenlijk was ik meer geïnteresseerd in biologie, maar dat zagen mijn ouders niet echt zitten. Daar aan de ULB besefte ik echter algauw dat cursussen vanbuiten leren niets voor mij was, in de tweede kandidatuur heb ik het al voor bekeken gehouden. En ben ik begonnen met het uitgeven van professionele magazines. Business to business.”
“Zakenreizen, congressen, seminaries bijwonen over de hele wereld: het is meer dan tien jaar lang mijn leven geweest. Guatemala, Barbados, Mexico... Links en rechts kunnen rondreizen én er mijn kost mee verdienen. Dat ligt nu al een hele tijd achter de rug. Maar ik ben er fier op dat ik die magazines uit de grond heb kunnen stampen en dat ze nog steeds bestaan na de verkoop ervan.”
Caipirinha
“Samen met een vriend heb ik met de opbrengst van de verkoop van mijn magazines een Braziliaans cultureel centrum geopend, annex café-restaurant. We stelden hedendaagse Braziliaanse schilderkunst tentoon, er werden cursussen Portugees gegeven, capoeiralessen, conferenties georganiseerd... Een droom die ik al lang koesterde. ‘Caso do Brasil’, omdat we toentertijd beiden gehuwd waren met een Braziliaanse. Het was plezant, maar we zijn ook ferm op onze bek gegaan: het is nu eenmaal niet verstandig om meer van de caipirinha te proeven dan de klanten, om dag en nacht te verwisselen. Dat leven in de horeca heeft me veel geleerd in de positieve zin. Leren georganiseerd te zijn. Hoe je kan werken terwijl de andere mensen zich aan het amuseren zijn, hoe je kan leven terwijl de andere mensen aan het werk zijn. Leren verder te kijken dan het ogenschijnlijke. Een mooie levensles. De horeca is een beroep dat meer verdient dan de huidige roep in de media én in de politiek. Het is geen zwartgeldmachine. Het is leven, mensen laten leven én overleven, knokken. Een gevecht van elke dag voor het sociaal weefsel. Een gevecht dat respect verdient. Geen seconde heb ik er spijt van gehad.”
Haat-liefdeverhouding
Na deze tussenstap, met de nodige levenslessen achter de rug, volgde zowat tien jaar geleden de terugkeer naar het uitgeven. Deze keer met een hart. “In de plaats van bladen uit te geven, die enkel kunnen overleven op het aantal publiciteitspagina’s, ben ik de heel andere weg ingeslagen: boeken die inzage verdienen naar de mensen brengen. Elke dag dat ik iemand de kans kan aanreiken zijn of haar stem te laten horen, een boek aan de man of vrouw kan brengen, is een mooie dag. Een boek is iets voor het leven. Iets waar men kan op terugvallen, wanneer de tijd daar is. Bizar toch dat we in een tijd leven waarin het geschreven woord steeds meer miskend wordt, dat de mensen er zélfs angst voor hebben. Ik ben fier op het voorecht om op de barricade te mogen staan.”
Het is uitgeven met een niche. Brussel. “Met Brussel heb ik een haat-liefdeverhouding. Zoveel prachtige dingen zijn er door de jaren verwoest, alleen al de gedachte eraan brengt mijn bloed aan het koken. Iets dat ik toon met het van boek van Marc Meganck, Bruxelles disparu. Zestig sites in woord en beeld, die er ofwel niet meer zijn, ofwel verminkt werden door politieke kortzichtigheid, door winstbejag. Alsof we al die jaren de oorlog hebben verklaard aan onze eigen stad. Zestig sites die van Brussel een geweldig mooie stad zouden maken. En een ongelooflijk toeristische trekpleister, met een geweldige levenskwaliteit. Gelukkig maar dat men een beetje begint te leren uit de lessen van het verleden. Maar er is zoveel verlies dat het nooit meer echt kan goedgemaakt worden.”
Nahum is eveneens fier op het driemaandelijks magazine “64 page”, dat verkrijgbaar is in de meeste Brusselse stripwinkels. “Het wil een platform wil zijn voor jonge striptekenaars en illustrators. Talent dat anders aan zichzelf zou overgeleverd zijn in de ‘jungle’. Ik heb het op poten gezet, in samenwerking met enkele gelijkgezinden.
Niemand van ons wordt ervoor betaald. Het concept is simpel: vier, vijf jonge tekenaars krijgen carte blanche om de helft van het magazine te vullen, de andere helft biedt plaats aan artikels over wat ‘De negende kunst’ wordt genoemd. ’64 page’ wordt kosteloos opgestuurd naar de meeste Belgische en Franse uitgevers, in de hoop dat een van hen links of rechts een talent oppikt en het een kans geeft.”
BDW in gesprek met ...
Lees meer over: Samenleving , BDW in gesprek met ...
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.