Het oude Jules Bordet-ziekenhuis aan de Waterloolaan, dat omgebouwd is tot aanmeldcentrum, ontvangt elke dag meer Oekraïense vluchtelingen. De meeste zoeken opvang en allemaal willen ze een tijdelijke verblijfsvergunning aanvragen. Hoewel iedereen in de rij zijn leven in Oekraïne achterliet, zijn de verhalen erg verschillend.
Verslag uit de eindeloze wachtrij voor Oekraïners: 'Aan ons lot overgelaten'
Al van ver duikt er aan het oude Jules Bordet-ziekenhuis een lange rij op met honderden tot duizend mensen erin. Aan de ingang van het gebouw vormt zich nog een tweede, kortere rij, bestaande uit zwangere vrouwen, vrouwen met buggy’s en jonge gezinnen.
Heel wat helpende handen staan klaar om zoveel mogelijk wachtenden hulp te bieden. Verschillende vrijwilligers staan klaar om iedereen van eten te voorzien. Er worden volop boterhammen gesmeerd, er wordt pastasaus verdeeld en soep uitgeschonken. Langs de rij staan families die hun huis aanbieden om vluchtelingen op te vangen. Iedereen praat met iedereen, onbekenden delen hun ervaringen en vinden steun bij elkaar . Het constante geroezemoes wordt overstemd door helpers die luidkeels thee, koffie en water aanbieden.
De bewegende massa van helpers staat in contrast met de wachtende menigte die geen centimeter opschuift. Voor velen is het niet de eerste dag dat ze hier aanschuiven.
Geduldige grote gezinnen
Kinderen tikken zenuwachtig tegen de hekken, houden zich bezig met een voetbal of dragen mee eten en drinken rond. Volledige gezinnen staan al uren geduldig te wachten. Onder hen ook Elena Skorkina. Haar twee jongste kinderen spelen met de andere kinderen.
“Ons dorp vlak bij Kiev was één van de eerste dat volledig gebombardeerd is. Maar ik ben hier niet om te klagen, ik heb zoveel geluk. Ik heb al mijn kinderen en mijn twee honden bij me. Mijn man werkt al vier jaar in Mons, dus wij wisten direct waar we naartoe moesten.” Elena knuffelt haar dochter en wijst met haar hand op haar hart naar de mensen rondom haar. Veel mensen komen niet enkel een vergunning aanvragen, velen onder hen hebben ook nog geen slaapplaats.
'Aan ons lot overgelaten'
Charbel Bassil (42) merkt op dat de ontvangst elke dag wat beter geregeld is. Door extra begeleiding en het plaatsen van hekken is er wat meer orde in de chaos gebracht. Toch begrijpt hij niet waarom er geen wachtrij via de website kan worden opgesteld. Dan kan je in een eerlijkere volgorde elke zaak behandelen.
“Ik begrijp zeker dat zwangere vrouwen en kinderen voorrang krijgen. Zij kunnen hier niet zo lang staan. Maar het is gewoon onmenselijk hoe hard de rest van ons aan z'n lot overgelaten wordt,” zegt Charbel terwijl hij met zijn hoofd schudt.
Niet alleen de vluchtelingen voelen zich in de steek gelaten, ook sommige helpers. Rudy en zijn vrouw Mia werden door hun gemeente Merchtem aangemoedigd om hun huis open te stellen. “We stelden ons kandidaat en namen vrijwel meteen een gezin in huis. Maar sindsdien kregen we geen enkele begeleiding meer.” Eerder wezen ook organisaties uit het middenveld op de nood aan goede ondersteuning door de overheid.
Het Oekraïense gezin moet zich eerst aanmelden in Brussel vooraleer ze in Merchtem op zoek kunnen gaan naar een woning of werk. Mia vertelt gefrustreerd dat er dringend iets moet veranderen. “We hebben zeker geen spijt dat we dit doen en willen ook niet terugkrabbelen. Maar ik weet gewoon niet hoe lang het een houdbare situatie blijft. Ons huis is niet gemaakt voor twee gezinnen, we zitten op elkaars lip. Er moet echt iets veranderen vanuit de regering, want zo houdt niemand het vol.”
Discriminatie
Becky Meta (24) staat hier al voor de tweede dag op rij. Of ze vandaag wel een tijdelijke verblijfsvergunning zal kunnen bemachtigen, is nog zeer onduidelijk. Ze legt boos en ontgoocheld haar situatie uit.
Becky is geboren in Congo maar woont ondertussen al meer dan vijf jaar in Oekraïne om haar medische studies af te maken. Aan de grens bij Polen werd ze voor de eerste keer gediscrimineerd. “De Oekraïense politie duwde mij en Arabische mensen hardhandig opzij. Wij waren geen 'echte Oekraïners', wij mochten de grens niet over.” Becky bonkt op haar borst terwijl ze uitlegt hoe ze door de agenten op de grond werd gegooid.
Nu ze eindelijk in België is, krijgt ze opnieuw te horen dat “ze geen echte Oekraïense is,” zegt ze. “Hoe kan je mensen zo discrimineren. Iedereen hier in de rij heeft zijn leven in Oekraïne achter gelaten. Iedereen heeft de oorlog met lede ogen aanzien toen ze een laatste blik op hun appartement wierpen.”
Charbel Bassil is tandarts in Oekraïne maar is oorspronkelijk van Libanese afkomst. Zijn neef vangt hem momenteel op. Na zijn studies in Oekraïne bleef hij daar werken en wonen.
Ook hij zou er niet van verschieten dat hij geen kans maakt op de vergunning. Hij verwacht geen financiële ondersteuning van België. Hij wil vooral zo snel mogelijk terug als tandarts aan de slag. “Dat kan alleen met zo’n tijdelijke aanvraag. Ik moet hier elke dag in de rij staan omdat ik echt wil beginnen werken.”
Ondertussen neemt een vrouw met een megafoon het woord. Charbel wrijft vermoeid met zijn handen in zijn gezicht. Vandaag zal het centrum niemand meer kunnen helpen, het is sluitingstijd. De vrouw vraagt aan iedereen om te vertrekken. “Ik denk niet dat ik morgen terugkom. Hopelijk bedaart het hier en word ik binnen een paar dagen wel geholpen.”
Lees meer over: Brussel-Stad , Samenleving , conflict oekraïne rusland , vluchtelingen , jules bordet instituut , oorlog oekraïne , aanmeldcentrum , opvang Oekraïners , solidariteit Oekraïne
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.