Visser, klusser, patiënt: de man in het hutje aan het kanaal

Thijs Roelen
15/12/2019

| De man toont ons zijn hut. In zijn eigen belang brengen we hem niet herkenbaar in beeld.

Fietspendelaars die vanuit het zuiden via het Kanaal Brussel-Charleroi het Brussels gewest binnenkomen, is het misschien al opgevallen. Net voor je onder de Ring doorfietst via het jaagpad, is een paar maanden geleden een hutje verrezen, gebouwd van hekken, zeilen en ander materiaal dat op het naastgelegen stort te vinden was. Wat doet dat provisorische hutje - dat duidelijk bewoond is - daar? En wie verblijft er? We maken de tocht naar de grens van het gewest om te zien of we wat wijzer kunnen worden.

Wat fietsen, drie lijnen van vishengels die uitliggen in het kanaal en een schoorsteentje dat rook uitblaast richting de grijze, regenachtige hemel. Wanneer we onze fiets parkeren naast het hutje, zien we dat iemand zijn best doet om een slechte situatie iets draaglijker te maken. We vragen of er iemand thuis is, waarop een man in werkkledij en met pet op in de ingang van het hutje verschijnt. Zijn gezicht is getekend, maar ziet er gezond uit. Zijn baard heeft stoppels en hij kijkt nieuwsgierig. Aan zijn handen kapotte handschoenen, op zijn trui staat 2000 Construct.

Nederlands? Engels? Frans? Frans. Ja, Frans kent hij wel. Een beetje, gebaart hij door tussen duim en wijsvinger heel weinig plaats te laten. Zinnen blijken echter moeilijk en verder dan wat steekwoorden komt hij niet. Het is niet duidelijk of het komt omdat hij de taal niet kent, of dat hij een spraakprobleem heeft. Zijn naam komen we niet te weten. Waar hij vandaan komt ook niet, al klinkt zijn accent Slavisch.

Wij kunnen niemand verplichten om naar ons te komen

Marie-Anne Robberecht

We bieden hem twee broodjes aan en vragen wat hij hier doet. “Problèmes, femme”, antwoordt hij moeizaam. Daarna wijst hij naar zijn benen en voeten en lijkt hij aan te geven dat hij last heeft van kwetsuren. Als hij zijn handschoen uittrekt, is een ontsteking aan zijn hand te zien.

Niet erkende opvangstructuren

Deze man is niet alleen in zijn situatie. La Strada doet een keer in de twee jaar een telling van het aantal dak- en thuislozen in het Brussels gewest. Die telling gebeurt door met verschillende ploegen de straat op te gaan. In november 2018 werden in totaal 4.187 mensen zonder vaste, toereikende verblijfplaats geteld. Het hoogste aantal sinds het begin van de tellingen in 2008. Het merendeel daarvan zou de nacht uiteindelijk doorbrengen in de crisisopvang, bijvoorbeeld bij Samusocial of via het Burgerplatform voor Steun aan de Vluchtelingen. Maar 759 personen bleken de nacht van 5 op 6 november 2018 effectief op straat door te brengen.

Hutje kanaal

| Het hutje is gebouwd tussen het stort en het kanaal. Op de achtergrond de Ring.

5 procent van de 4.187 getelde personen verbleef in wat de onderzoekers niet erkende opvangstructuren noemen. Dit hutje valt in die categorie, net als bijvoorbeeld tentjes, zoals er verderop in het Vijverspark in Anderlecht, onder de Ring, een staat.

Wat kan er worden gedaan om mensen in die situatie te helpen? “Wij kunnen niemand verplichten om naar ons te komen”, vertelt Marie-Anne Robberecht van daklozenopvang Samusocial. “Onze mobiele ploegen gaan wel de straat op, op zoek naar mensen in precaire situaties. We proberen hen te overtuigen met ons mee te komen en als ze dat niet willen, proberen we in ieder geval in contact met hen te blijven.”

Eerstelijns hulp

In het hutje aan het kanaal is nog niemand langsgekomen. “We zijn niet op de hoogte van iemand die daar zou verblijven”, aldus Robberecht. Dat het hutje bijna op de gewestgrens staat, speelt daarbij mogelijk een rol.

Hutje kanaal

| Binnen is alles droog en er is zelfs een kacheltje.

Wanneer we de man zelf vragen of we hem kunnen helpen, kijkt hij niet begrijpend. Over acht dagen heeft hij een afspraak bij het ziekenhuis, lijkt hij proberen uit te leggen.

“Onze mobiele ploegen bieden medische hulp, maar alleen eerstelijns”, vertelt Robberecht later. “Voor meer gecompliceerde ingrepen, is het wel beter dat mensen in onze opvangcentra verblijven.”

Grote vangst

De medische problemen van de bewoner van het hutje lijken ons groter dan via de eerstelijnshulp op te lossen zijn. Maar ondanks die problemen heeft hij wel eigenhandig een droog en verwarmd onderkomen gebouwd. Hij toont ons het kacheltje dat de boel warmhoudt. Binnen is, ondanks de regenachtige week, geen druppel gevallen. Hij wijst naar het stort om aan te geven waar alle materialen vandaan komen.

Wanneer we vragen naar de vishengels, toont hij het karkas van een vissenkop. Met zijn handen geeft de man aan dat de vis zeker 40 centimeter lang geweest moet zijn. En hij had lekker gesmaakt, leiden we af uit zijn verdere gebaren.

Vis kanaal

| Dit was een vis.

Voor we vertrekken, vragen we nogmaals of hij onze hulp kan gebruiken, afgezien van de broodjes. Opnieuw worden we niet begrepen. We stellen de vraag later dan maar aan Robberecht van Samusocial: “We zorgen dat er dit weekend of maandag iemand gaat kijken”, verzekert ze.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Anderlecht , Brussel , Vorst , Samenleving , Samusocial , daklozen , La Strada

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni