Inwoner van Anderlecht en BRUZZ-nieuwsmanager Mathias Declercq roept aan de vooravond van 11 juli op om meer rekening te houden met de bewoners van de hoofdstad in al hun vormen. "De Brusselaar staat bewust anders in het leven dan de gemiddelde Vlaming. Het is aan de politiek om de verschillende nuances te onderscheiden en te respecteren."
Tussen twee vuren. Het roept niet alleen herinneringen op aan die onbezorgde tijden op de speelplaats, maar ook aan mijn verhuizing, nu ruim een jaar geleden. Na acht jaar en drie appartementen in het stadscentrum, had de zoektocht naar een koopwoning uiteindelijk naar de betaalbaarste der Brusselse gemeenten geleid: Anderlecht. Dicht bij de Ring, de fysieke barrière met Vlaanderen, afgezien van het stukje Bon Air en het prachtige Neerpede dat nog net bij Brussel hoort.
Onbegrip
De eerste reacties: onbegrip. Van mijn Brusselse vrienden en collega’s enerzijds, die de Anderlechtse wijk waar ik nu woon zowat als het einde van de beschaafde wereld beschouwen. Maar anderzijds vooral bij mijn vrienden en andere kennissen uit de Rand, waar ik opgroeide. “Waarom in Brussel blijven wonen als je enkele meter verderop in Vlaanderen kan zitten?”
Misschien is het omdat in Brussel wonen intussen eenvoudigweg een erezaak is geworden. Eentje die regelmatig dient verdedigd in niet-hoofdstedelijke kringen. Bij inwoners uit de hoofdstad merk ik dan weer dat het concept ‘Vlaams’ aangebrande connotaties oproept waarmee de Brusselaar zich niet identificeert. Geen wonder dat Rudi Janssens (VUB) in zijn laatste Taalbarometer het volgende concludeerde: “Brusselaars zien zichzelf vooral als Brusselaar, Belg of Europeaan en veel minder als Vlaming. Ongeveer een derde van de bevraagde Brusselaars staat zelfs negatief ten opzichte van de notie Vlaming of Nederlands.”
"Het is niet aan de politiek om te eenvoudige uitspraken te doen over de identiteit van de burger"
Scepsis
Op zich is de eerder sceptische houding van Brusselaars tegenover Vlaams niet nieuw. Enkele jaren geleden al gingen daarom stemmen op bij onder meer Open VLD, SP.A en Groen om de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) officieel om te dopen naar de Nederlandstalige Gemeenschapscommissie (NGC). Het is niet zozeer een Vlaamse achtergrond die ons bindt in Brussel, maar wel het gebruik van het Nederlands, was de redenering. De naamsverandering kwam er uiteindelijk niet, maar het officiële logo van de VGC is vandaag wel gewoon de ‘N’, de Vlaamse leeuw of de ‘V’ is in geen velden te bespeuren.
En dan zijn er nog de recente verkiezingsuitslagen, die wijzen op een groeiende kloof tussen de Vlaming en de (Nederlandstalige) Brusselaar. Vlaanderen koos uitgesproken rechts en hielp N-VA en Vlaams Belang bijna aan een meerderheid samen. In Brussel gingen die Vlaamsgezinde partijen licht vooruit, maar de Nederlandstalige Brusselaar verkoos wel Groen tot de grootste. Het moet natuurlijk gezegd dat het verschil in stemgedrag tussen Brussel en Vlaanderen er ook een is tussen de stedeling en de dorpeling, waarbij de stedelijke kiezer een pak progressiever en linkser stemt dan die laatste.
De visies en tradities - en de verkiezingsuitslagen - van de Brusselaar sluiten bijvoorbeeld wel beter aan bij Vlaamse steden zoals Gent, Leuven en Mechelen. Toch voeren in Vlaanderen N-VA en Vlaams Belang vandaag het hoge woord, terwijl in Brussel een links-liberale meerderheid in de maak is. “De uitslag in Brussel loopt nooit gelijk met die in Vlaanderen, dat is al dertig jaar zo,” wisten politieke analisten Daniël Buyle en Gui Polspoel al, toen de eerste verkiezingsresultaten binnenliepen op onze redactie. “Maar toch zie je dat Brussel een eigen identiteit aan het vormen is,” klonk het.
De Brusselse identiteit
Daarmee zijn we bij de essentie van de zaak gekomen: bestaat er zoiets als een specifiek Brusselse identiteit die meer is dan het samensmelten van Waalse, Vlaamse en al die internationale facetten? En zo ja, welke conclusies moeten we daar als maatschappij en op politiek niveau aan verbinden? Over de eerste vraag is men het onder Brusselaars intussen wel eens. De Brusselaar staat bewust anders in het leven dan de gemiddelde Vlaming. De Brusselaar beleeft elke dag de hyperdiverse realiteit in een stad die na Dubai de meeste nationaliteiten ter wereld herbergt.
De Brusselaar kiest ook voor het ritme van een Europese hoofdstad, met alle voor- en nadelen die daarbij horen. De Brusselaar staat te springen bij zijn Mobiscore en vertrouwt op het openbaar vervoer bij zijn dagelijkse verplaatsingen. De Brusselaar staat bijna als één blok achter het idee van meertalig onderwijs. In Anderlecht is een lagere school met 98 (!) procent anderstaligen er rotsvast van overtuigd dat ze het Nederlandstalige karakter van het onderwijs kan bewaken.
Als we dezelfde thema’s toespitsen op Vlaanderen, zien we dat zelfs het opstellen van de Mobiscore, zonder enig bindend kader, al aanleiding genoeg is om die meteen met de grond gelijk te maken. In Vlaanderen draait de discussie rond buslijnen schrappen die niet vol zitten en wordt de instroom van anderstaligen in het onderwijs eerder als een bedreiging voor de kwaliteit van het onderwijs gezien dan een verrijking. Het is een karikatuur, ja, en te veralgemenend, maar wel een die Vlaamse politici vaak zelf sloganesk in de hand werken.
Confederalisme
Dat er fundamentele verschillen bestaan tussen de ingesteldheid van de gemiddelde Brusselaar en Vlaming, staat onder hoofdstedelingen niet ter discussie. Aan Franstalige kant is dat overigens al langer geen taboe meer. Een Franstalige Brusselaar een Waal noemen: dat is ook not done. Maar de identitaire kwestie ligt wel even anders in politieke kringen. Toen Brussels burgemeester Philippe Close zich een jaar geleden liet ontvallen dat hij Nederlandstalige Brusselaars niet als Vlamingen ziet, was dat voor N-VA meer dan een brug te ver.
Vandaag liggen de kaarten toch al anders, tenminste als je het afscheidsinterview van voormalig Kamervoorzitter Siegfried Bracke (N-VA) erop naslaat. In zijn pleidooi voor confederalisme heeft Bracke het over een bestuursvorm “op maat van de noden van drie verschillende werkelijkheden”. Wanneer de interviewer hem erop wijst dat in het confederalisme van zijn partij de hoofdstad blijft bestuurd worden door twee gemeenschappen – Vlamingen en Franstaligen – zegt Bracke letterlijk dat dat standpunt aan bijschaving toe is. “De Brusselse identiteit is een feit. [...] Welke taal ze ook spreken, de mensen die in Brussel wonen zijn vandaag bovenal Brusselaars. Geen Walen, geen Vlamingen.”
"Vlaanderen, omarm uw Brusselaar"
Meertalig en veranderend
Toch maakte Philippe Close, en eigenlijk ook Siegfried Bracke, wel degelijk een belangrijke denkfout. Heel wat Nederlandstaligen in de hoofdstad mogen zich dan wel identificeren als Brusselaars, dat sluit niet uit dat men zich tegelijkertijd ook Vlaming kan voelen. Of Waal. En Belg. En wereldburger van deze hele aardkloot. Of bewoner-van-hoog-Sint-Gillis-die-zijn-neus-ophaalt-voor-het-stadscentrum, for that matter.
Om maar te zeggen: een identiteit is meerlagig en voortdurend in verandering. Daar zijn zowat elke psycholoog en socioloog het intussen wel over eens. Dan is het vooral niet aan de politiek om veralgemenende en te eenvoudige uitspraken te doen over de identiteit van de burger. Het is wél aan de politiek om de verschillende nuances te onderscheiden en te respecteren. Vertegenwoordigers van het volk die dat niet doen, riskeren de - toegegeven, complexe - realiteit te negeren en artificiële constructies in stand te houden.
Divers Brussel
Al het bovenstaande wil overigens allerminst zeggen dat Brussel Vlaanderen de rug moet toekeren, of omgekeerd. Vlaanderen zal in Brussel altijd een belangrijke rol moeten vervullen, niet het minst op het vlak van onderwijs, cultuur en zorg. En om de openbare dienstverlening in het Nederlands te garanderen. Het feit dat je anno 2019 als Nederlandstalige Brusselaar nog altijd - of zelfs steeds meer – op essentiële plekken als gemeentehuizen en ziekenhuizen niet in je eigen taal kan worden geholpen, blijft een fundamenteel probleem. Een dat de Brusselaar wel degelijk bezighoudt.
Wat dit dan wel is? Een oproep om, bij alle cruciale politieke en niet-politieke veranderingen waar dit land voor staat, rekening te houden met de Brusselaar in al zijn diverse vormen. Met andere woorden: Vlaanderen, omarm uw Brusselaar. Pas dan zal ook de Brusselaar al de connotaties die hij vandaag – vaak verkeerdelijk – linkt aan alles wat Vlaams is, opzij kunnen schuiven. En zal de viering van de Vlaamse feestdag in de hoofdstad alleen maar meer Brusselaars aanspreken.
11 juli in Brussel - 2019
Lees meer over: Brussel , Samenleving , 11 juli in Brussel - 2019 , 11 juli , Vlaamse feestdag , identiteit
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.