Zwembadpersoneel bezorgd over procedure na besmettingen

In de zwembaden van Brussel Stad, Laken en Neder-Over-Heembeek zijn drie personeelsleden besmet met het coronavirus. Een aantal van hun collega’s uiten hun bezorgdheid over de manier waarop schepen van Sport Benoit Hellings (Ecolo) zou omgaan met de procedure. Hij zou koste wat kost de zwembaden willen openhouden en quarantaine van personeelsleden weigeren, iets wat hij zelf ten stelligste ontkent en laster noemt.

Na de drie coronabesmettingen onder de personeelsleden van de zwembaden in Brussel Stad, Laken en Neder-Over-Heembeek klagen een aantal collega’s in La Capitale over de aanpak om verdere verspreiding van het virus in de zwembaden tegen te gaan.

Ze verklaren dat eerste schepen van Stad Brussel belast met Klimaat en Sport, Benoit Hellings (Ecolo), “elke quarantaine weigert om de continuïteit van de openbare dienst te waarborgen.” Volgens hen zou hij "de zwembaden koste wat het kost open willen houden, alleen maar omdat hij er zeer regelmatig gaat zwemmen.”

'Pure nonsens'

Hellings zelf ontkent: "Dit is pure laster, pure nonsens”. Hij verzekert dat de correcte procedures worden gevolgd als personeelsleden positief testen op corona. “Er zijn drie bevestigde gevallen - twee kassières en de badmeester van het zwembad van Laken - en er zijn twee contactgevallen in quarantaine geplaatst. In alle drie gevallen vond de besmetting duidelijk plaats in de familiekring en niet op de werkplek”, aldus Hellings.

De schepen van Sport zegt zelfs verder te gaan dan de opgelegde maatregelen: “Hoewel dat niet verplicht is, gaan we over tot het testen van het gehele personeel met behoud van hetzelfde niveau van openbare dienstverlening. Dat is mogelijk en tegelijk zeer belangrijk omdat het bijna de enige sport is die wij nog op individuele wijze kunnen beoefenen in een veilig kader.”

Dat Hellings er zelf ook gaat zwemmen heeft niks met de procedure te maken, zegt hij: “Ik ga twee keer per week zwemmen in een van deze drie zwembaden, maar ik doe het zoals iedereen. Ik betaal voor mijn plaats en ik sta in de rij.”