In Bozar wordt de vergeten surrealiste Jane Graverol in ere hersteld, later dit jaar stellen ook het CIVA en het Design Museum scherp op te lang verzwegen vrouwen in de kunsten. Er beweegt dus wat in Brussel, al is de strijd om gendergelijkheid nog niet gestreden, maakt de nieuwe Biennale of Women in Art duidelijk.
| Nina Vandeweghe, Jemima Kulumba en Ilke Cop.
Op dit moment loopt in Bozar de tentoonstelling Histoire de ne pas rire. Het surrealisme in België, waarin de vergeten vedette Jane Graverol haar plaats krijgt naast collega's als Paul Delvaux, Salvador Dalí en René Magritte. Het CIVA presenteert eind april dan weer de eerste solotentoonstelling van de modernistische architecte Simone Guillissen-Hoa. En in het Design Museum Brussels opent midden oktober de reizende expo Here we are! Women in design 1900-today.
Er is duidelijk, en zeker in Brussel, een inhaalbeweging bezig om het werk van vrouwelijke kunstenaars te tonen. Toch liegen de cijfers niet. Uit een grootschalig onderzoek van Kunstenpunt uit 2019 blijkt dat vrouwelijke beeldende kunstenaars na hun 35e veel minder verdienen dan hun mannelijke collega's. De genderkloof is het grootst tussen 45 en 54 jaar, mannen verdienen dan het dubbele van vrouwen. Daarnaast is minder dan twaalf procent van de werken in collecties moderne kunst gemaakt door een vrouw.
Een voetnoot in de geschiedenis
Hoe komt het eigenlijk dat vrouwelijke kunstenaars zo lang onzichtbaar zijn gebleven in de kunstgeschiedenis? “Dat heeft natuurlijk met geschiedschrijving te maken”, zegt de Brusselse kunsthistorica en -gids Véronique Danneels. “Veel vrouwen werden vergeten en vaak werd hun werk toegeschreven aan mannen. Figuren als Mayken Verhulst, een kunstschilder die haar kleinzonen Pieter Brueghel de Jonge en Jan Brueghel de Oude opleidde, bleven lang een voetnoot. Dat patriarchale systeem weegt ook vandaag nog door in de kunstwereld."
Al ziet ze stilaan een verschuiving: “Kunstenaressen uit de klassieke en moderne periode krijgen eindelijk hun plaats in musea.” Ook bij studenten en professoren merkt ze een hernieuwde interesse voor vrouwelijke kunstenaars, die nu op een piëdestal mogen staan. “Het is een belangrijk moment in de kunstgeschiedenis. Binnen dertig jaar zal die voor een stuk herschreven zijn, daar ben ik van overtuigd.”
Daarnaast merkt Danneels dat vrouwen steeds meer doorgroeien naar hoge functies in Brusselse kunstinstellingen: van de Centrale for Contemporary Art en de Beursschouwburg tot het Museum van Elsene en de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten. “Een mooi voorbeeld is Zoë Gray,” zegt Danneels. “Zij verhuisde als curator van Wiels naar Bozar en stelt zich met veel kennis en bescheidenheid ten dienste van de kunst en het publiek.” Al maakt Véronique Danneels wel een kanttekening: “Het is natuurlijk niet omdat een vrouw curator of directeur is, dat er ook verandering komt. De maatschappij als geheel moet een nieuwe manier van denken aanleren.”
Editie nul
Het is een strijd waar Jemima Kulumba zich graag bij aansluit. Ze is oprichter en mededirecteur van Women in Art, een organisatie die streeft naar meer gendergelijkheid in de kunsten. Op maandag 18 maart opent de 'nulde editie' van hun Biennale of Women in Art in het Vanderborghtgebouw in Brussel. Dat tweejaarlijkse kunstevenement zal werk van hedendaagse vrouwelijke kunstenaars tentoonstellen en workshops en debatten organiseren over de rol van vrouwen in de kunstwereld. In onze hoofdstad vond Jemima Kulumba de ideale voedingsbodem. “Er is hier nog veel werk, maar Brussel is een stad in beweging. Het voordeel is dat we hier kunstenaars en liefhebbers uit Brussel, Wallonië en Vlaanderen kunnen samenbrengen en op termijn een internationaal netwerk kunnen uitbouwen.”
De kiem voor het evenement werd gelegd in Senegal, waar Jemima Kulumba werkte voor de Biënnale van Dakar. “De kwaliteit was heel hoog, maar er werd ook een ongelijkheid zichtbaar,” vertelt ze. “Toen ik door de straten van Dakar liep, struikelde ik bijna over de kraampjes waar vrouwelijke kunstenaars hun werk verkochten. Terwijl er op de biënnale zelf veel meer mannelijke kunstenaars stonden.” Toen ze naar Brussel terugkeerde, zag ze dat de representatie van vrouwen op kunstbeurzen hier nog kleiner was. Haar research in het archief van de Université des Femmes bevestigde haar gevoel. “Ik was in shock: hoe komt het dat vrouwen al zo lang uit de kunstgeschiedenis worden gebannen en dat er niets beweegt? Ik vond dat zo'n structurele uitsluiting een structureel antwoord verdiende. Vandaar dat dit evenement om de twee jaar terugkeert.”
“Ik ben ervan overtuigd dat we de kunstgeschiedenis aan het herschrijven zijn”
Kunsthistorica en kunstgids
Voor de Biennale of Women in Art stelden meer dan 200 artiesten zich kandidaat, een getal dat ver boven de verwachtingen lag. Voor Kulumba bevestigde het opnieuw de nood. De selectie gebeurde door een jury van experts en burgers. “Publieke instellingen hebben het vaak moeilijk om burgers uit minderheidsgroepen te betrekken, omdat die zich uitgesloten voelen. Ons experiment toonde dat een burgerpanel niet meer middelen vraagt én een meerwaarde is voor het debat.” Het resultaat is een selectie van 25 vrouwelijke artiesten uit de beeldende en performancekunst.
Ongelijkheid als muze
Ook buiten de Biennale of Women in Art wordt er in de hoofdstad door vrouwelijke kunstenaars aan de weg getimmerd. Zoals door Ilke Cop. De Brusselse kreeg de liefde voor kunst met de paplepel binnen. Toch begon ze niet meteen met creëren. Maar toen ze na een studie kunstgeschiedenis en cultuurmanagement, en een carrière in duurzame mode begon te schilderen, viel alles in de plooi. Op korte tijd creëerde ze een unieke figuratieve stijl die een brug slaat tussen het verleden en het heden, met zowel mythologische en geschiedkundige referenties als hedendaagse thema's, zoals ecopessimisme en (de)kolonisatie. Met haar sculpturen en schilderijen lijkt ze de kunstgeschiedenis te herschrijven door zichzelf en andere vrouwen prominent in het canvas te plaatsen.
Dat is nochtans niet bewust, zegt ze. “Ik heb geen agenda, ik vertrek gewoon vanuit mijn leefwereld. Die feministische thema's komen voort uit de ongelijkheid in de maatschappij. Ik ben opgegroeid met stereotiepe beelden over gender, maar als kunstenaar wil ik me vandaag niet meer conformeren aan de regels die gelden voor vrouwen.”
Het is iets wat de eveneens Brusselse kunstenaar Nina Vandeweghe herkent. Zij exposeert haar werk momenteel in de kleurrijke groepstentoonstelling Popcorn in het MIMA. De schilderijen van Nina Vandeweghe verbeelden de mens op een treffende en groteske manier. Op het eerste gezicht zijn haar doeken speels en humoristisch, maar ze verraden ook een harde ondertoon en een persoonlijke invalshoek. “Autotheoretische kunst,” zo omschrijft ze haar werk zelf. Het is een term die vaak een negatieve bijklank heeft. “Autobiografisch werk door vrouwen wordt weggezet als narratief, therapeutisch en emotioneel, terwijl het bij mannen als universeel wordt gezien,” zegt Nina Vandeweghe. “Er is een fetisjisme rond theorie, alles moet theoretisch onderlegd zijn. Ik voeg daar graag iets aan toe door de grens op te zoeken van het intieme binnen het publieke domein: wat kan je zeggen en wat niet?” Zo raakte haar doek Let's freeze them bitches, over het invriezen van eicellen, een gevoelige snaar bij het grote publiek. “Ik vertrek vanuit een persoonlijke ervaring om op een subversieve manier institutionele problemen bloot te leggen. Door moeilijke thema's als seksisme en mentale gezondheid bespreekbaar te maken, wil ik conventies doorbreken en bevragen.”
Ambitie of arrogantie?
Die zelfzekerheid moest groeien, bij beide kunstenaars. Ilke Cop zag haar schildersdroom lang als een onbereikbaar ideaal. Een kunstenaar was toch immers een man die zich als een genie opsloot in zijn atelier? “Nu ik zelf kunst maak, is dat beeld gelukkig helemaal veranderd,” lacht Cop. “Kunstenaars zijn geen mannen met een geniale ingeving, maar mensen die elke dag met vallen en opstaan hun visie proberen te verbeelden en naar buiten te brengen.” Als vrouw ligt de drempel hoger. “Zeker als je extravert en ambitieus bent. Ambitie wordt gezien als arrogantie. Als een vrouw een bepaald niveau verwacht van de mensen met wie ze samenwerkt, krijgt ze de reactie: wat denk je wel? Als een man dat doet, wordt hij bewonderd, omdat hij weet wat hij wil. Dat heeft niets te maken met wie ik ben als kunstenaar, maar met hoe de maatschappij naar mij kijkt.”
Ook Nina Vandeweghe krijgt te maken met dat seksisme. “Wanneer ik aan een tentoonstelling deelneem, praten mannen meer over mijn uiterlijk dan over mijn werk.” Vrouwen moeten in een patriarchaal systeem vooral mooi, subtiel en dienstbaar zijn, zegt ze. “Als kunstenaar willen wij ons niet meer aanpassen aan die typische genderrollen. Natuurlijk hoeft niet alles politiek hypercorrect te worden, mensen zijn nu eenmaal messy, en er mag een beetje marge zijn. Maar alleen maar als we vertrekken vanuit gelijkheid. En daar zijn we vandaag nog niet.”
Hoop als motor
Bij elkaar vinden ze zusterschap, al is dat niet overal zo. “Het is sowieso niet makkelijk om als kunstenaar van je werk te leven, laat staan als vrouw,” zegt Nina Vandeweghe. “Daardoor ontstaat er een gevoel van competitie. Zelf heb ik er geen moeite mee om op hetzelfde veld te spelen, maar ik merk helaas dat vriendschappen onder druk staan.” Bij Hyster-x, het makerscollectief voor vrouwen en non-binaire personen, opgericht door haar zus Uschi, zag Ilke Cop het omgekeerde. “Door elkaar te ondersteunen, veranderde de theorie van schaarste naar een theorie van overvloed. We hoeven niet boven elkaar te staan, we kunnen ook naast elkaar staan.” En het werkt, want ondertussen worden de leden gevraagd voor belangrijke jury's en grote evenementen.
Ook Jemima Kulumba hoopt met haar Biennale of Women in Art ooit de grote kunstinstellingen te veranderen. “Je moet wel een beetje zot en utopisch zijn,” zegt ze. “In het begin werd mijn idee voor een biënnale weggezet als onhaalbaar. Een directeur van een kunstbeurs zag feminisme zelfs als een modeverschijnsel. Terwijl het om een serieuze problematiek gaat! De laatste cijfers van Women in Art bevestigen dat: vandaag is 64% van de studenten aan kunstscholen een vrouw, terwijl vrouwen maar 10% van de kunstmarkt uitmaken. Door de zichtbaarheid van vrouwelijke kunstenaars hebben we een gevoel van gendergelijkheid, maar dat is niet het geval.”
Kunstenaars Nina Vandeweghe en Ilke Cop vinden een biënnale voor vrouwelijke kunstenaars op dit moment noodzakelijk. “Al is het dubbel. Want je wilt natuurlijk dat het ook over je werk gaat. De hoop is dat we geen apart circuit creëren voor vrouwelijke kunstenaars, maar van binnenuit de kunstwereld veranderen.” De weg is nog lang, zegt Jemima Kulumba. “Ik moet als vrouwelijke organisator veel deuren intrappen en dat is moeilijk. Maar die woede geeft me ook kracht. Het is een reden om 's morgens op te staan en ervoor te gaan.”
De Biennale of Women in Art (18 > 31/3) vindt plaats in het Vanderborghtgebouw; Nina Vandeweghe neemt deel aan de groepsexpo Popcorn (> 26/5) in het MIMA.
Lees meer over: Brussel , Expo , Events & Festivals , Biennale of Women in Art , Jemima Kulumba , Nina Vandeweghe , Ilke Cop , vrouwelijke kunstenaars
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.