Samen met Bozar nodigt de organisatie Klimaatdichters vier 'dichters van het antropoceen' uit om met pen en verbeelding de klimaatopwarming te helpen temperen. Niemand is beter uitgerust voor die taak dan de 'coolste dichter van ons taalgebied': Dominique De Groen.
Kunnen klimaatdichters de wereld redden?
Klimaatdichters is een organisatie van Belgische en Nederlandse dichters, die via poëzie bewustzijn en verandering willen teweegbrengen rond de klimaatkwestie. Tijdens Dichters van het antropoceen in Bozar verzamelt Klimaatdichters vier 'woordvoerders' op het podium: de Canadese dichter en romanschrijver Lisa Robertson, de Nederlandse auteur en kunstenaar Miek Zwamborn, schrijver, essayist en docent Geert Buelens, die met zijn boek Wat we toen al wisten, over de vergeten milieubeweging van de jaren 1970, de Boon-literatuurprijs won, én Dominique De Groen, de jongste van de hoop en sinds Shop girl (2017) de 'coolste dichter van ons taalgebied'. Haar recentste bundel, Slangen (2022), werd bekroond met de Jan Campert-prijs.
De Groen schreef toen ze klein was al verhaaltjes en gedichtjes “over dieren en zo”, ging literatuur studeren in Glasgow en volgde mediakunst aan het KASK in Gent. In haar bonte, tijdgeestige poëzie peilt ze het leven on- en offline, hoge en lage cultuur, onrecht, ongelijkheid en de pijnen en pijntjes van onze planeet.
Tijdens Dichters van het antropoceen sta je op de scène met heuse Klimaatdichters. Pas jij in dat rijtje?
Dominique De Groen: Ik maak geen deel uit van de officiële groep Klimaatdichters, en ik zou mezelf ook niet echt als een klimaatdichter omschrijven, omdat ik de interpretatie van mijn werk graag openhoud. Maar ecologie keert als thema wel vaak terug in mijn werk, dat ook dikwijls politiek of maatschappijkritisch wordt genoemd. Ook al is het geen bewust opzet van mij om over politieke thema's te schrijven. Ik schrijf over wat mij bezighoudt. Over dingen die in de wereld gebeuren en die een impact hebben op het leven en de toekomst. Ik kijk er wel naar uit om andere dichters zoals Lisa Robertson te ontmoeten.
Ik zou mezelf niet echt als een klimaatdichter omschrijven, omdat ik de interpretatie van mijn werk graag openhoud. Maar ecologie keert als thema wel vaak terug in mijn werk, dat ook dikwijls politiek wordt genoemd. Ook al is het geen bewust opzet van mij om over politieke thema's te schrijven. Ik schrijf over wat mij bezighoudt.
dichter
In het verlengde van de vraag of kunst de wereld kan redden, ligt de vraag wat dichters vermogen tegen de klimaatopwarming?
De Groen: Juist omdat veel van mijn werk politiek is, denk ik daar veel over na. Het is al vaak gebeurd dat er na een optreden interessante gesprekken ontstaan die echt ergens over gaan, maar toch ben ik eerder bescheiden. Zo weet ik bijvoorbeeld niet in hoeverre mijn werk terechtkomt bij mensen die het niet met mij eens zijn. Tegelijkertijd wil ik geloven in het potentieel van kunst om andere mogelijkheden en werkelijkheden te helpen verbeelden. Het is soms moeilijk om je een andere wereld in te denken dan die waarin we nu leven, maar je kan natuurlijk pas handelen of iets veranderen wanneer je het je eerst ook kan inbeelden.
In het eerste van de vier gedichten die je zal voorlezen, heb je het eerst over de lagune waarin we ooit konden zwemmen, om te eindigen bij een “apocalyptische hellscape” en het “graf van de Golfstroom”. Je stelt de zaken alvast niet mooier voor dan ze zijn.
De Groen: Dat dystopische zit wel vaker in mijn gedichten, ook al omdat ik graag sciencefiction lees. Al probeer ik wel niet in de doom en gloom te blijven hangen. Ik vind het belangrijk om naast dat duistere ook humor en lichtpuntjes in mijn teksten te stoppen.
“Je wilde iets waarvoor je kon staan en blijven staan / zelfs nadat de zon alles rond ons zou hebben weggesmolten,” klinkt het in je tweede gedicht.
De Groen: Ik denk oprecht dat de meeste mensen van goede wil zijn. Alleen is het soms moeilijk om te weten waarvoor je nog kan staan, omdat de problemen systemisch zijn. Zo leven we in een aandachtseconomie waarin onze aandacht continu wordt bestookt met heel veel ‒ en ook foute ‒ informatie, waardoor het op de duur moeilijk is om nog het bos door de bomen te zien, en te weten wat je kan of moet doen.
Het is wat makkelijk om als individu te zeggen dat je er toch niks aan kan doen. Het kan sowieso geen kwaad om ook zelf te proberen een steentje bij te dragen.
dichter
Heb jij antwoorden? Vegetarisch eten en weinig vliegen, of leggen we alles in het mandje van de bedrijven en regeringen?
De Groen: Volgens mij is het probleem in de eerste plaats het kapitalisme. Een leefbare planeet valt niet te rijmen met een systeem dat winst boven alles stelt. Binnen zo'n systeem worden natuur en mens gereduceerd tot grondstof om nog meer winst uit te knijpen. Dat is een systemisch probleem dat niet valt op te lossen op het individuele niveau.
Tegelijk is het wat makkelijk om als individu te zeggen dat je er toch niks aan kan doen. Het kan sowieso geen kwaad om ook zelf te proberen een steentje bij te dragen. En de voornaamste macht van het individu ligt bij pogingen om die grotere, systemische veranderingen teweeg te brengen, door bijvoorbeeld te stemmen op de juiste partijen, actie te voeren ...
Het laatste woord van je derde gedicht is “verzet”, maar in het vierde schrijf je: “je wilde rust achter schuttingen die geen data doorlieten, waar geen e-mail of gesponsorde content je kon vinden.” Verzet vraagt engagement om tegen weerstand in te gaan, maar soms is er de behoefte om ons even af te sluiten.
De Groen: Het laatste gedicht is inderdaad een kritiek op wie zich afsluit in een paradijselijke tuin en daardoor andere mensen de kans ontzegt om erin te komen. Maar je kan ook begrip opbrengen voor mensen die er even niets meer bij kunnen nemen. Ik heb zelf ook al weleens een paar dagen niet naar het nieuws gekeken. Al besef ik dat het een groot privilege is dat ik dat kan.
Lees meer over: Literatuur , Dominique De Groen , klimaatdichter , klimaatopwarming