Met Ludwig, een boek over grensoverschrijdingen en medeplichtigheid, verschijnt op 1 april het romandebuut van de Brussels-Berlijnse journaliste en columniste Jana Antonissen. “In een wereld zonder grote verhalen is grenzen overschrijden ook een manier om de leegte te vullen, iets te voelen.”
©
Rebecca Fertinel
Jana Antonissen
- Journalist, columnist en schrijver, geboren in 1992
- Studeerde theater-, film- en literatuurwetenschappen en Engels in Antwerpen, en Theaterwissenschaft in Berlijn, waar ze nu, afwisselend met Brussel, woont
- Haar werk wordt gepubliceerd in De Morgen, waar haar columns meermaals per week verschijnen, maar ook in Humo, Vrij Nederland en De Groene Amsterdammer
- Met Ludwig debuteert ze als romanschrijver
Jana Antonissen kan je kennen als journaliste en soms messcherpe columniste voor onder meer De Morgen. Vanaf 1 april is ze ook schrijver, want dan verschijnt bij uitgeverij De Bezige Bij haar debuutroman Ludwig.
Daarin blikt het hoofdpersonage Mira Maselis terug op een periode waarin ze in Berlijn deelnam aan een experimenteel kunstproject van het wat vage Neue Gesellschaft, onder leiding van de enigmatische Ludwig von Sachsenheim. Dat project ging gepaard met grensoverschrijdingen, niet alleen op artistiek vlak, maar ook op professioneel, persoonlijk en seksueel vlak. Terwijl ze ook nog af te rekenen heeft met een zwaar trauma uit haar jeugd en een stroeve relatie met haar vader, vraagt Mira zich af welke rol ze in die historie heeft gespeeld. Hoe medeplichtig was ze? Hoe schuldig moet ze zich voelen? En welke plaats hebben nuance en morele twijfel nog in een tijdperk en een mediaomgeving met strenge morele grensbewaking?
Dat de roman zich afspeelt in Berlijn, is geen verrassing. Sinds 2011 woon je afwisselend in de Belgische en in de Duitse hoofdstad, waar je eerder al was blijven hangen na je studies. Met beide steden heb je een haat-liefdeverhouding, maar de liefde voor Berlijn is toch wat groter. Waarom?
Jana Antonissen: Berlijn is een stad die mensen aantrekt van over de hele wereld. Vaak zijn die mensen zoekend, naar zichzelf, of ze willen het maken in de kunstwereld of elders. Maar je hebt er ook die er zichzelf verliezen, want het is een heftige stad.
Het type mensen dat naar Berlijn komt, heeft ook een andere mentaliteit als het gaat om de klassieke, af te vinken ‘mijlpalen’, zoals een huis kopen of een gezin stichten. Zo’n community bestaat ook wel in Brussel – zeker sinds covid is er veel veranderd en zijn er interessante grassrootsinitiatieven –, maar de schaal is toch kleiner. In Berlijn wonen drie miljoen mensen en kan je meer spreken van een way of life. Brussel is in die zin meer een metropool tegen wil en dank.
In Brussel blijven de schietpartijen het nieuws beheersen. Voel je ook in Berlijn verharding?
Antonissen: Toch wel, ja. Berlijn is bijvoorbeeld niet per se een properdere stad dan Brussel. Hier zijn ook veel armoedeproblemen, daklozen, een crackepidemie … Maar seksueel lastiggevallen worden, of achtervolgd, nagefloten en uitgescholden worden, dat heb ik hier nog nooit meegemaakt.
“Zeker in de kunstwereld zijn velen op zoek naar een gemeenschap, een project om zichzelf mee te overstijgen”

Wat je dan weer wel voelt, is de Duitse houding tegenover Palestina. De politie treedt vaak heel gewelddadig en totaal onrechtvaardig op tegen mensen die met Palestijnse vlaggen zwaaien. Er is veel frustratie tegenover de politie en het systeem, en die kan volgens mij ook nog heftiger worden.
Als het over progressieve standpunten en levensvisies gaat, is Berlijn bovendien eigenlijk niet meer dan een uitzonderlijke enclave in Duitsland.
Antonissen: Ja, mensen zeggen altijd dat Berlijn eigenlijk niet Duitsland is. Dat Duitsers naar Berlijn verhuizen om uit Duitsland weg te gaan. Zo kijken veel mensen bij ons ook naar Brussel. Ik kom uit de groene rand tussen Leuven en Brussel, en heb in Antwerpen gestudeerd, maar ik vond Brussel altijd interessanter. Toen ik tien, elf jaar geleden voor De Morgen begon te werken, wilde ik daarnaartoe.
Je vader Jan is journalist. Je hebt zelf al mode- en cultuurstukken geschreven, maar je schrijft ook veel over maatschappelijke thema’s. Daarbij deins je er niet voor terug om te reizen naar verre steden, of zelf in de wereld van de drugsdealers, sugardaddy’s of sekswerkers te duiken. Leven en schrijven lijken bij jou voor een stuk verweven te zijn.
Antonissen: Voor mijn columns lopen leven en schrijven inderdaad nogal door elkaar en zoek ik ook bepaalde situaties op om erover te schrijven. Ik heb er in die columns nooit een geheim van gemaakt dat ik zelf ook met veel dingen heb geëxperimenteerd. Pure journalistiek is natuurlijk meer aan regels van waarheid en objectiviteit gebonden, maar ook daar staan de onderwerpen waar ik over schrijf redelijk dicht bij mij. De rode draad door mijn stukken is de zoektocht naar menselijke drijfveren. Naar antwoorden op persoonlijke, menselijke en existentiële vragen. Naar de keuzes die mensen maken in hun leven en hoe die hen hebben veranderd. Daarbij ben ik ook geïnteresseerd in de rafelranden van de samenleving en in mensen die op de een of andere manier radicaal zijn of iets anders doen dan wat verwacht wordt of de norm is.
Je roman Ludwig brengt ons naar een artistiek milieu waarin niet alleen op artistiek vlak wordt geëxperimenteerd, maar ook op het vlak van menselijke relaties. Grenzen worden opgezocht en wellicht ook overschreden. Liggen daar ook eigen ervaringen aan ten grondslag?
Antonissen: Ik heb in Berlijn een tijd gewerkt voor een regisseur van een multimediaal immersief project. Een heel heftig, intens project, met ellenlange werkdagen, onmogelijke verwachtingen en de creatie van een soort familiegevoel, waar ik mezelf ook door liet opslokken. Om achteraf te beseffen dat veel dingen eigenlijk niet oké waren. Ludwig is een fictieve verwerking van een persoonlijke ervaring.
Het titelpersonage is een ambigue regisseur, die een klimaat creëert waarin charisma, macht, hiërarchie, trauma’s, een verlangen naar aandacht en experimenteerdrang tot moreel dubieuze situaties leiden. Maar het label ‘toxisch leiderschap in de kunstwereld’ is wat te simplistisch voor de roman. Het verhaal is geen gemakkelijke afrekening met duidelijk misbruik.
Antonissen: Voorbij de definities van de ‘toxische leider’ en het ‘slachtoffer’ onderzoekt de roman eerder medeplichtigheid. Het overbenutte woord ‘toxisch’ gaat aan veel nuances voorbij. Zeker in de kunstwereld zijn velen op zoek naar een gemeenschap, een project om zichzelf mee te overstijgen.

©
Rebecca Fertinel
| Jana Antonissen
In een wereld zonder grote verhalen, is kunst nog een nobel doel, waardoor types als Ludwig er ook kunnen floreren. Mensen die zich in de omgeving van zo iemand ophouden willen ook soms hun grenzen overschrijden. Dat betekent natuurlijk niet dat alles gerechtvaardigd is, maar het stelt wel de vraag naar medeplichtigheid. Soms is het helemaal niet zo duidelijk wie dader is en wie slachtoffer, wat veilig is en wat onveilig.
Ludwig is het soort kunstgoeroe dat ook dingen zegt die steek houden. Na de feiten wordt hij in het hoofd van Mira een soort morele sparringpartner wanneer ze nadenkt over vrije wil, zelfbeschikking, verantwoordelijkheid en het stellen van grenzen.
Antonissen: Ik denk dat er in mij evenveel Mira als Ludwig zit, ook al is Ludwig in de roman de beklaagde in een aanstaande rechtszaak. Hij assembleert citaten uit de antieke filosofie met ideeën uit zelfhulpboeken, zoals je vandaag ook corporate managers of politieke influencers ziet doen. Soms slaat het ergens op, soms is het manipulatie.
Het kan voor de leden van het Neue Geselschaft ook een legitieme ambitie zijn om grenzen te verleggen en nieuwe vormen van samenleven te verkennen.
Antonissen: Ik denk dat veel mensen daar nood aan hebben. Alleen zijn de culturele elites die zeggen voor sociale rechtvaardigheid te strijden soms ook heel erg bezig met wie al dan niet de schaarse posities binnen die gemeenschap mag innemen. Maar een nieuwe samenleving zoals de Trumps en Musks van deze wereld die zien, willen we ook niet.
Ik denk dat we daarom onze pijlen op de juiste mensen moeten richten en niet te veel onderling mogen bekvechten, de verkeerde mensen uitsluiten of mensen aan hun eigen beoordelingsvermogen doen twijfelen door hypercorrect te zijn en hen te snel te veroordelen.
Over schaamte en schuld zegt Mira ook interessante dingen. Je ervaart iets anders wanneer je de norm van de groep overschrijdt, dan wanneer je echt voor jezelf een norm overschrijdt.
Antonissen: Iemand zei me onlangs nog dat schaamte en schuld echt vrouwelijke thema’s zijn. Dat klopt misschien wel. Er wordt nu verwacht dat vrouwen heel duidelijk kunnen aangeven wat ze willen, wat hun normen zijn, en wat geëmancipeerd is en wat niet. Mira heeft veel tijd nodig gehad om voorbij haar schaamte te kunnen zoeken naar wat ze echt denkt.
“Ik denk dat veel mensen een verlies ervaren, omdat ze niet meer het gevoel hebben in een gemeenschap te leven, met een gezamenlijk doel of verhaal”

De normen van wat normaal is of hoe een vrouw zich hoort te gedragen, zijn lang bepaald door mannen en worden in veel gevallen nog steeds bepaald door mannen. De seksualiteit van de vrouw is ook lang beknot geweest door mannelijke normen. Je kunt dat niet zomaar ongedaan maken. Dat zit nog in onze lichamen en wordt doorgegeven van generatie op generatie. Figuren die weer schaamte en schuld bij vrouwen willen leggen zijn zelfs in opmars.
Hoe gek word jij als zo’n Andrew Tate weer wordt losgelaten op aansturen van Trump?
Antonissen: Ik word al een tijd niet goed van het wereldnieuws. Ik probeer bewust vooral longreads te lezen in plaats van alles te volgen wat Trump weer heeft gedaan. Ik maak me geen illusies: ik vrees dat het eerst nog een tikje erger zal worden voor de slinger weer de andere kant op slaat. Maar ik heb wel het gevoel dat er een grote tegenbeweging is. We moeten een alternatief aandragen, al is dat makkelijker gezegd vanuit mijn geprivilegieerde positie dan wanneer ik een zwarte, alleenstaande moeder in Amerika zou zijn.
Hoe iemand met grote verschuivingen om kan gaan en grenzen kan bewaken, hangt ook af van hoe die er zelf aan toe is. Privilege, kwetsbaarheid en trauma spelen een rol. Mira verloor als kind haar moeder bij een auto-ongeluk, net als jij.
Antonissen: Ik denk dat verlies daardoor altijd wel een van mijn thema’s zal blijven. Dat het een motor is achter alles wat ik doe of niet doe. Daarom heb ik het ook in dit boek verwerkt. Zoiets heeft natuurlijk een impact op hoe je relaties aangaat en hoe je je in de wereld begeeft. Maar je kan het ook opentrekken naar onze gefragmenteerde samenleving. Ik denk dat veel mensen een verlies ervaren, omdat ze niet meer het gevoel hebben in een gemeenschap te leven, met een gezamenlijk doel of verhaal. Door mijn persoonlijke ervaring ben ik daar misschien gevoeliger voor. Ik zie elke dag opnieuw hoe mensen helemaal in hun gezin verdwijnen of geobsedeerd raken door zelfoptimalisering – door sport, therapie, wellness of schoonheidsoperaties. Dat is geen oordeel, want ik heb zelf ook van alles uitgeprobeerd. Maar er speelt duidelijk een leegte, versterkt door de onzekerheid van het huidige politieke klimaat en de klimaatcrisis. Mensen zijn op zoek, en dus vraag ik me af of we die nieuwe samenleving ook op een goede manier kunnen vormgeven. Want er staan genoeg dubieuze types zoals Ludwig klaar om ons de zogenaamde weg te wijzen.
Boekvoorstelling ‘Ludwig’ 1/4, De Markten, Facebook: standaarduitgeverij
Lees meer over: Brussel , Literatuur , Jana Antonissen
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.