De Brusselse rapper LeBlanc laat zich niet klein krijgen. Met Nog steeds op een zoektocht brengt hij een compromisloos debuut uit dat even rauw en energiek is als de weg die hij aflegde.
LeBlanc debuteert met kwetsbare hiphop op speed: 'Ik voelde me belachelijk onbegrepen'
“Ik ben een overlever,” rapt Brusselaar Daan De Witte, alias LeBlanc, op 'Stop met slapen'. Met trots, omdat hij ondanks tegenslagen nog steeds doet wat hij het liefst doet: muziek maken. Door de mix van kwetsbare raplijnen en snelle elektronische beats met veel autotune-effecten komt die muziek nog harder binnen dan voorheen. “Mijn carrière leek na een finaleplaats in De Nieuwe Lichting definitief vertrokken, maar op persoonlijk vlak kreeg ik het zwaar te verduren,” vertelt hij in café Chicago.
“Door omstandigheden kon ik ineens niet meer thuis blijven wonen, en bevond ik me alleen in een leeg appartement. Het was heel dubbel: ik kon me volop op mijn muziek focussen, maar tegelijk voelde ik me eenzaam en belachelijk onbegrepen.” Die interne struggle is te horen op zijn debuutalbum Nog steeds op een zoektocht.
“De klassieke rapfans zullen denken: 'What the fuck is dit?' Maar ik vond het heel spannend. We hebben een ziek experimentele plaat gemaakt. Ofwel vind je die een voltreffer, ofwel helemaal niets. Er is geen tussenweg.”
LeBlanc fileert daarop zijn compensatiedrang – die ontstond nadat men hem op school 'kleine' begon te noemen – en relaties die stukliepen – omdat hij niet kon geven wat er verwacht werd ('Leer mij hoe het voelt'). Niet alles wat daaruit groeide is slecht. “Toen mijn hart een eerste keer werd gebroken, hier vlakbij, op het Sint-Katelijneplein, ben ik erover beginnen te rappen.” Zijn bikkelharde geluid is het resultaat van uren experimenteren in de studio met Ruben Vanden Abeele, alias Woebn, een jonge producer uit Knokke-Heist, die hij leerde kennen via een uitwisseling tussen Brusselaars en Vlamingen op Theater Aan Zee.
“Terwijl we aan een oldskool raptrack bezig waren, moest hij eens naar het toilet. Ik was toen zo chaud dat ik de drums zelf begon te programmeren. Maar omdat ik daar geen crack in ben, had ik per ongeluk de snaredrum dubbel zo snel gezet.” Sindsdien zijn die megavlugge, punkachtige beats zowat zijn handelsmerk. Zijn hiphop op speed resoneert beter met zijn energie, vindt hij. “De klassieke rapfans zullen denken: 'What the fuck is dit?' Maar ik vond het heel spannend. We hebben een ziek experimentele plaat gemaakt. Ofwel vind je die een voltreffer, ofwel helemaal niets. Er is geen tussenweg.”
LeBlanc weet niet goed waar zijn drive vandaan komt. “Soms voel ik me er een slaaf van, maar zo heb ik wel een reden om 's morgens wakker te worden. Alleen al uit plannen maken put ik veel voldoening.” Op 'Tegenwind' dient hij ook de haters van antwoord. “Er is zoveel met mijn smoel gelachen toen ik begon te rappen. Het was nooit goed genoeg. Ik kon dat moeilijk begrijpen. Nu besef ik dat je niet hoeft te vechten tegen die wind, maar hem beter gewoon laat uitblazen.” Liever trekt hij zich op aan zijn fans. “De 250 die er een dik jaar geleden bij waren in de AB kende ik allemaal bij naam. Dat ook zij willen dat ik slaag, geeft me nog extra energie.”
Nog steeds op een zoektocht verschijnt op 22/11, op 5/12 staat LeBlanc in de Beursschouwburg, beursschouwburg.be
Lees meer over: Muziek , LeBlanc , rap , beursschouburg
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.