Made in BXL (4): de sauzen van Swet zetten je bord in vuur en vlam

Tussen de grootbanken en hotelketens veroveren ook enkele kleine voedingsproducenten hun plekje onder de Brusselse zon. BRUZZ dook in de korte keten en ging op zoek naar bloeiende bedrijfjes die de hoofdstad met hun eigen niche op de (menu)kaart zetten. Vandaag: de pikante sauzen van Swet die zich als een lopend vuurtje verspreiden, nu ook tot in Zweden en Japan.

“Inspiratie? Daaraan hebben wij geen gebrek”, verzekert Mathieu Van den Briel terwijl hij ons door zijn atelier in hartje Anderlecht leidt. We passeren tientallen potten vol kleurrijke kruiden, olieën, azijnsoorten en vormeloze, fermenterende vruchten.

“De mogelijkheden zijn eindeloos”, gebaart hij. “We maakten al varianten met aardbeien, mango en peer, maar hebben nog boekjes vol testen en recepten. Misschien wat té veel zelfs ondertussen.”

Die “we” slaat op zijn zakenpartner Thibault Fournal die zo’n drie jaar geleden Swet oprichtte. Het doel: pikante saus naar een hoger niveau tillen, van een optionele toevoeging voor wat extra pit naar een volwaardig onderdeel van iedere maaltijd.

Madame Jeanettes

Tijdens de covidperiode sloeg Fournal, een grafisch ontwerper van opleiding, aan het experimenteren met sauzen die hij op kleine schaal verkocht. De komst van Van den Briel – die hij via gemeenschappelijke vrienden leerde kennen – zorgden voor een onverwachte stroomversnelling. “We vulden elkaar perfect aan: ik ben iets meer commercieel en heb ervaring in marketing en sales. Thibault focust meer op de productontwikkeling en de vormgeving.”

Het duo vond elkaar ook in het idee om alles zelf te doen, met de hand: van het ontwikkelen en koken tot het productdesign en het labelen van de flesjes. “We wilden echt zelf in de potten roeren en de volledige controle bewaren”, vertelt Van den Briel.

Voor hun pepers gingen de twee mannen in zee met de stadsboerderij Bigh Farm op het dak van de Abattoir-site.

“Zij kweken onze basissoorten zoals Habaneros, Madame Jeanettes of Carolina Reapers. Jalapeños gebruiken we ook, maar die moeten we wel invoeren. Verder proberen we zo veel mogelijk met seizoensproducten en kruiden te werken. Vetstoffen komen er niet in, enkel een beetje biologische ciderazijn.”

Atoombommen

Intussen produceert Swet een zestal basissauzen en drie “super hots” het hele jaar door. Ze hebben klinkende namen als “Sun Burn”, “Pears for Tears” en “Bloody Josef” en zitten stuk voor stuk in strak gedesignde zwarte flesjes met een flitsend lettertype.

“We maken daarbij de afweging tussen het esthetische en praktische aspect”, vertelt Van den Briel. “Je wil opvallen, maar ronde flesjes zijn nu eenmaal makkelijker om de labels op te kleven.”

Swet koos er ook bewust voor om bij het ontwerp zaken als atoombommen, doodskoppen of draken achterwege te laten. “Onze sauzen zijn smaakvol en veelzijdig: we mikken dus meer op foodies dan op waaghalzen. Zo'n doodskop zou de verkeerde indruk geven.”

Toch merkt Van den Briel dat veel mensen nog wat schrik hebben van pikant. “Bij tastings moeten wij de mensen vaak wat opvoeden. Ze zijn dan bang dat ze niets anders meer zullen smaken van hun gerecht, maar wij leggen hun uit dat onze Pears for Tears bijvoorbeeld perfect te combineren valt met puree of een pot-au-feu. Net als zout kan een pikante saus je smaakpapillen net meer openzetten.”

Van Denemarken tot Japan

Het concept lijkt aan te slaan. Uit de jaarrekening van 2023 blijkt dat de brutomarge (het verschil tussen de verkoopopbrengsten en de daaraan verbonden kosten) vorig jaar 83.700 euro bedroeg, met een nettowinst van 37.000 euro. “Ik denk dat we vorig jaar zo’n 50.000 flesjes verkochten, nu gaan we richting de 100.000", aldus Van den Briel.

In Brussel heeft Swet een honderdtal verkooppunten en zijn de sauzen onder meer te vinden bij Oldboy, Umamido, de smashburgers van Rambo en de Schievelavabo-restaurants.

Daarnaast zijn er ook al verschillende verkooppunten in de andere Belgische steden alsook in het buitenland: Frankrijk, Denemarken, Duitsland, Italië, Polen, Spanje en Nederland. “Daar komen nu nog Zwitserland, Japan en Zweden bij."

Sinds kort hebben Van den Briel en Fournal ook een samenwerking met AS Adventure, maar de écht grote voedingsretailers zoeken ze bewust nog niet op. "Ooit willen we dat misschien wel doen, maar dan sowieso maar één of twee smaken, nooit het volledige assortiment. In delicatessenzaken of conceptstores werkt ons product momenteel gewoon beter, je hebt daar enthousiast personeel dat wat uitleg kan geven.”

Van den Briel en Fournal willen het vooral stapje per stapje aanpakken. "Het moet ook fun blijven. Als we op alles 'ja' zouden zeggen, zaten we binnen de kortste keren in de shit."