De VGC wil gelijke prijzen in de Brusselse zwembaden

Baantjes trekken in Elsene of Sint-Joost, het zou elke Brusselaar evenveel moeten kosten. De nieuwe Vlaamse gemeenschapscommissie wil af van voorkeursprijzen voor inwoners van bepaalde gemeenten. Daarbovenop moeten die zwembaden langer open zijn.

Vandaag zijn de zwembaden in Brussel in het beheer van de gemeenten. Elke gemeente kiest dus zelf hoe lang het zwembad open is en hoeveel een zwembeurt kost. Vaak zijn er dan voordeeltarieven voor de eigen inwoners.

Maar gezien het grote tekort aan zwembaden in het gewest, onder meer door tal van restauraties op hetzelfde moment, wil de Brusselse regering nu een ‘bovengemeentelijke structuur’ oprichten om alle publieke zwembaden onder te brengen. Zij zouden dan geen aparte toegangsprijzen meer mogen instellen voor de inwoners van de eigen gemeente. "Het staat elk zwembad vrij om een eigen prijspolitiek te voeren, maar wij willen geen discriminatie meer tussen Brusselaars", zegt Mathias Dobbels, woordvoerder van Pascal Smet (one.brussels-SP.A), die in de VGC bevoegd is voor sport.

In het zwembad van Elsene zou een ticketje dus wel meer of minder mogen kosten dan in het zwembad van Sint-Gillis, maar in eenzelfde zwembad moet iedereen wel evenveel betalen. Bovendien ziet de VGC het liefst alle zwembaden open tot 22 uur en ook op zon- en feestdagen.

Coördinatie

Behalve zwembaden wil het gewest bovendien ook andere sportinfrastructuur, zoals atletiekpistes, in diezelfde bovengemeentelijke structuur opnemen.

In principe lijkt het gewest binnen zo’n structuur ook beter aan zet om restauratiewerken te coördineren. Vandaag lopen er zowel in Schaarbeek als Sint-Joost-ten-Node werken aan het zwembad, terwijl in september ook het bad van Elsene voor twee jaar zal sluiten. Dan schiet er nog weinig water in de buurt over, willen de bewoners van die drie gemeenten een duik gaan nemen.

Toch is het nog onduidelijk of de Brusselse gemeenten wel opgezet zijn met de plannen van het gewest. In het bestuursakkoord van de VGC valt voorlopig te lezen dat gemeenten hun zwembaden kunnen “toevertrouwen” aan de bovengemeentelijke structuur.

Binnen de Brusselse regering is minister Bernard Clerfayt (Défi) bevoegd voor de sportinfrastructuur.

De VGC voorziet alvast in één nieuw gewestelijk zwembad tijdens de komende legislatuur. Waar dat zal komen, is nog onduidelijk. "Het principe is ingeschreven in ons bestuursakkoord. De precieze uitwerking volgt de komende vijf jaar", zegt Dobbels.